Fiscale jacht op beleggingen in Tak 21 en Tak 23
De Bijzondere Belastinginspectie onderzoekt of er sprake is van fiscale fraude of ontduiking van belastingen bij Tak 21- en Tak 23-beleggingsverzekeringen.
Een goede maand geleden kwam de Bijzondere Belastinginspectie in het nieuws over de Luxemburgse beleggingsvennootschappen. Zij hadden ontdekt dat rijke Belgen deze gebruiken om belastingen te ontduiken. Het Belgische onderzoek zou er gekomen zijn naar aanleiding van berichten in de Franse pers. De sicav die aan de schandpaal werd genageld heet ‘Luxumbrella fonds’. Dit zou een beleggingsfonds zijn dat BNP Paribas Fortis aanbiedt sedert 2005. Rond die tijd trad de Europese spaarrichtlijn in werking. Financiële instellingen in Luxemburg (maar ook in België) zijn rond die tijd producten beginnen ontwikkelen die buiten de toepassingsvoorwaarden van de spaarrichtlijn bleven.
Geen veralgemeende fraude
De BBI moet gedacht hebben dat als we de fondsenindustrie aanpakken, dan moeten spaarverzekeringen ook maar eens aanpakken. Dat is in zekere mate terecht. Maar het is niet zo dat er bij Tak 21 of Tak 23 sprake is van een veralgemeende fiscale fraude, fraudemechanismen of ontduiking van belastingen. Buiten de laakbare praktijk van het witwassen van illegale vermogensvoordelen of het fiscaal laten verjaren van zwarte gelden via een spaarverzekering, is er geen sprake van fiscale fraude. Dit om de eenvoudige reden dat de Belgische fiscale wet uitdrukkelijk in ruime vrijstellingen van belasting voorziet.
Complexe fiscaliteit
De fiscaliteit van de spaarverzekeringen is niet eenvoudig. Het fiscale lot van het rendement hangt af van de vraag of men te maken heeft met een Tak 21 (gewaarborgd rendement en deelname in de winst) of een Tak 23 (geen enkele rendementswaarborg). De belegger in een Tak 21 wordt belast op het gewaarborgd rendement. De deelname in de winst is onbelast. Pervers is wel dat het minimaal belastbare gewaarborgd rendment 4,75% bedraagt. Dergelijk percentage heeft evenwel geen enkel verband meer met de rendementen die vandaag worden aangeboden op de markt. Gelukkig voor de beleggers bestaan er ruime vrijstellingen. De bekendste is de fameuze 8 jarige wachtperiode. Mits een aantal andere voorwaarden voldaan zijn, is het rendement bij gehele of gedeeltelijke afkoop na 8 jaar niet meer belast. Bij de Tak 23 is het nog eenvoudiger. Daar is het rendement, dat niet gewaarborgd mag zijn, vanaf dag 1 onbelast.
Doorn in het oog van de fiscus
In tijden van verhoogde roerende voorheffing, miljonairsbelasting en fiscale meldpunten allerhande, is een dergelijke onbelaste en discrete omgeving voor menig eerlijk belegger het land van melk en honing. De premietaks van 1,1% en de kosten nemen er velen graag bij. Dit voordelige regime volgt uit niet mis te verstane wettelijke bepalingen. Dat is natuurlijk een doorn in het oog van de fiscus. Maar daarvoor alle beleggers in spaarverzekeringen te criminaliseren en te verontrusten is een brug te ver. Waar de BBI wel een punt heeft is dat deze schaduw ook mensen aantrekt met niet zo fraaie bedoelingen. Zij misbruiken de spaarverzekering om zwarte gelden wit te wassen en fiscaal te laten verjaren. Om deze misbruiken aan te pakken, zou het een idee kunnen zijn om de beleggingsverzekeringen en beleggingsfondsen fiscaal op dezelfde manier te behandelen. Dit zou de beleggingsfiscaliteit ook vereenvoudigen, wat een goede zaak is. Volg de discussie mee op Twitter via @Anton_Rivus.
Anton van Zantbeek
Advocaat Rivus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier