De olietankergroep biechtte een vijfde opeenvolgende kwartaalverlies op. Euronav lijdt nog altijd onder de extreem moeilijke marktomstandigheden ondanks een Chinees ruggensteuntje.
Het verlies voor het tweede kwartaal klokt af op 11 miljoen USD, wat het verlies voor de eerste jaarhelft op 20 miljoen USD brengt. De operationele winst voor de eerste jaarhelft stijgt licht tot 9 miljoen USD, wat een merkelijke verbetering is tegenover de tweede helft van 2011, toen Euronav een operationeel verlies van 51 miljoen USD leed.
Dit herstel is grotendeels te danken aan China dat beslist heeft om zijn strategische oliereserves te verdubbelen, en dit te midden van spanningen met Iran. In de eerste jaarhelft stegen de gemiddelde huurtarieven voor olietankers op de spotmarkt gevoelig tot 26.560 USD per dag voor de VLCC (grote olietankers). Dit is bijna het dubbele van het tarief eind 2011 (14.200 USD), maar blijft onvoldoende om de kosten te dekken. Het break-even punt voor de olietankers van Euronav ligt immers rond 30.000 USD per dag.
Het is echter weinig waarschijnlijk dat dit break-even niveau op korte termijn bereikt zal worden. Euronav geeft zelf aan dat het sinds het begin van het derde kwartaal een gemiddeld dagtarief van 17.200 USD heeft verkregen. De zomer is altijd een dalperiode voor olietransport en de tijdelijke positieve impact van China zal geleidelijk aan verdwijnen naarmate zijn oliereserves opgebouwd worden. Begin dit jaar moesten olietankers soms 10 dagen wachten vooraleer ze hun lading kwijtraakten in de Chinese havens.
