Er beweegt heel wat in fondsenland
Jaar na jaar dikken de Belgische beleggingsfondsen aan. De belegger toont daarmee een stabiel vertrouwen in een sector die instabiele tijden kent. Een overzicht van wat er allemaal beweegt.
De Belg belegt meer in fondsen dan ooit tevoren. Volgens de meest recente cijfers van de sectorfederatie Beama zit er 190 miljard euro in beleggingsfondsen in ons land, die zo de klap van de financiële crisis al een tijd achter zich hebben gelaten. De groei van die spaarpot komt zowel van nieuwe intekeningen als van de groei van de beleggingsportefeuilles.
Toch heerst er geen hoerastemming in het fondsenwereldje. Zoals zoveel sectoren in de economie staat de fondsenindustrie voor ingrijpende veranderingen. In het kader van de Trends Investment Summit, een samenwerking met de dataverstrekker Morningstar, vroegen we specialisten wat uw fondsbeheerder bezighoudt.
1. Lagere kosten
De ingrijpendste verandering is goed nieuws voor de belegger: de kosten staan onder druk. Uit onderzoek van Morningstar blijkt dat vooral de duurste fondsen hun prijzen moeten laten zakken. “De voorkeur voor lagekostenbeleggingen is sterk gegroeid de afgelopen jaren”, klinkt het. Dat mag niet verwonderen. De extreem lage rente op meer traditionele beleggingen maakt de belegger veel prijsbewuster.
‘We zien nu nog geen sterke daling van de kosten, maar we verwachten die wel’
De druk op de kosten heeft te maken met het succes van goedkopere, passieve fondsen. Maar nog factoren spelen een rol. Dit jaar worden nieuwe regels (Mifid II) van kracht voor de financiële sector in Europa. Dat nieuwe kader moet voor meer transparantie zorgen. “Mifid II zal een veel duidelijker zicht geven op de kosten”, zegt Joachim Aelvoet, fondsenspecialist bij ABN AMRO Private Banking. “We zien nu nog geen sterke daling van de kosten, maar we verwachten die wel. Als je ziet wat sommige fondsenhuizen durven te vragen, is er daar zeker nog ruimte voor.”
Op de Amerikaanse markt, waarvoor veel meer cijfers bestaan, dalen de fees al jaren, en zijn ze dus een pak lager (zie grafiek onderaan dit artikel). Dan lijkt er aan deze kant van de oceaan, waar de kosten makkelijk twee tot drie keer zo hoog liggen, veel ruimte voor lagere prijzen. “In Europa zijn er veel meer talen en verschillende regels. Het is dus niet onlogisch dat de kosten hier hoger liggen”, nuanceert Knut Huys, analist bij Deutsche Bank. “Het model is gewoon anders in de VS. Daar betalen beleggers bijvoorbeeld apart voor advies, hier zijn we dat niet gewend.”
2. Passieve fondsen
Ongetwijfeld de grootste revolutie in het wereldje is de opkomst van zogenaamde trackers of ETF’s, beursgenoteerde fondsen die de prestaties van een onderliggende index spiegelen. Dat kunnen aandelen of obligaties zijn, maar ook grondstoffen, goud of meer complexe producten. In ons land breken die passieve fondsen ook door, maar bij het grote publiek zijn ze vaak nog onbekend.
Aelvoet merkt dat de interesse bij de belegger enorm is toegenomen, maar dat de markt nog niet echt competitief is. “Voor in België geregistreerde trackers betaalt u bijvoorbeeld 0,5 procent, voor een zelfde niet-geregistreerde 0,2 procent. Dat toont dat de concurrentie nog niet scherp genoeg is.” Hij waarschuwt ook dat de ene tracker de andere niet is. “Kijk of er genoeg handel in is en of de prestaties wel nauw aansluiten bij de gevolgde index.”
‘In de meeste activa kan een actieve fondsenbeheerder een meerwaarde betekenen’
Veel beleggers worstelen nog met de rol die passieve fondsen kunnen spelen in hun portefeuille. “In de meeste activa kan een actieve fondsenbeheerder een meerwaarde betekenen. Maar het is bijvoorbeeld heel moeilijk om beter te doen dan de Amerikaanse aandelenindex S&P500”, zegt Vincent Vandorpe van Puilaetco Dewaay Private Bankers.
De aandelen uit die S&P500 worden door zoveel analisten gevolgd dat beheerders moeilijk onontdekte pareltjes kunnen oppikken. Vandorpe geeft nog een voorbeeld. “In Europees overheidspapier is het verwachte rendement zo laag, dat de kosten van een actief fonds moeilijk te verantwoorden zijn. Wie die obligaties toch in portefeuille wil voor de spreiding, kiest beter een ETF.”
3. Robotadviseurs
De jongste jaren wordt de lat voor vermogensbeheer steeds lager gelegd. Bij sommige spelers bent u al vanaf een bescheiden bedrag van minder dan 1000 euro welkom. Niet dat u dan een duurbetaalde private banker krijgt toegewezen, maar via uw computer krijgt u wel toegang tot hun fondsenboetiek, want door de nieuwe technologische mogelijkheden kan dat een pak goedkoper. De digitale revolutie kan zo voor een omwenteling in het beheer van uw portefeuille zorgen.
‘Of nu een man, een vrouw of een robot uw geld beheert, wat telt is dat het goed beheerd wordt’
Huys relativeert de aandacht voor roboadvisers of geautomatiseerd beheer. “Op zich is het gebruik van technologie niet nieuw. En of nu een man, een vrouw of een robot uw geld beheert, wat telt is dat het goed beheerd wordt.” Hij beklemtoont ook het belang van het achterliggende algoritme, en waarschuwt dat sommige nog geen lang trackrecord kunnen voorleggen. “In het verleden hebben we gezien dat het ook kan mislopen.”
Vandorpe vindt dat technologie een aanvulling kan zijn op de klassieke fondsenbeheerder, net zoals passieve fondsen een aanvulling zijn op actieve. “Computers kunnen heel snel informatie verwerken en alle emoties uitschakelen, maar ze zullen misschien minder finesse in hun analyse kunnen steken, of bijvoorbeeld geen gesprek met een CEO kunnen houden. Beiden zijn dus complementair.”
4. Gemengde fondsen
De gemengde fondsen hebben een hoge vlucht genomen in ons land (zie grafiek onderaan dit artikel). Daar is het marktklimaat natuurlijk niet vreemd aan. Door de lage rente moeten spaarders en defensieve obligatiebeleggers meer risico’s nemen. Via een gemengd fonds wagen zij zich aan hun eerste voorzichtige stappen op de beurs.
‘Ook goede fondsbeheerders kunnen tijdelijk minder presteren’
Volgens Huys is het vooral zaak te diversifiëren. “Ook goede fondsbeheerders kunnen tijdelijk minder presteren. Het is niet verstandig al uw geld in het best presterende fonds te steken.” Hij beklemtoont dat het ene fonds het andere niet is. Het aanbod varieert van fondsen die zich aan een benchmark spiegelen, tot fondsen die vooral uw kapitaal willen beschermen, offensievere fondsen die meer op de beurzen beleggen, en fondsen die beloven een inkomen uit te keren. “Vooral die laatste soort moet meer risico nemen om die inkomsten te vinden.”
Aelvoet verwacht dat gemengde fondsen populair blijven, maar hij vindt ze niet altijd de juiste keuze. “Gemengde fondsen zijn vaak duur, terwijl niet altijd duidelijk is wat hun toegevoegde waarde is. Soms zijn er andere manieren om dezelfde doelstellingen te halen.” Hij is ook voorzichtig over de claims die sommige fondsen maken over de bescherming die ze bijvoorbeeld bieden tegen stijgende rentes en omgekeerd dalende obligatiekoersen. “Veel fondsen claimen dat ze heel flexibel zijn met hun obligatiegedeelte en snel zullen kunnen omschakelen. Maar zodra de rente inderdaad stijgt, zullen we zien wie op tijd kan bijsturen.”
5. Thematische fondsen
Naast gemengde fondsen zijn ook thematische fondsen erg in trek. Volgens Huys is het marktklimaat ook hier niet vreemd aan. “Als de beurzen sterk gestegen zijn, neemt de interesse voor die fondsen toe, want beleggers zijn op zoek naar interessante ideeën en groei.”
Thematische fondsen spelen in op een trend en zijn dus bij uitstek beleggingen op lange termijn
Thematische fondsen spelen in op een trend en zijn dus bij uitstek beleggingen op lange termijn, denk aan de opkomst van robotica en artificiële intelligentie. Huys vindt daarnaast ook cyber security interessant. “De beveiliging van de IT-snelweg is zo’n thema dat niet snel zal verdwijnen.” De analist denkt tot slot ook aan fondsen die inspelen op de klimaatverandering en duurzaamheid.
Puilaetco Dewaay waarschuwt voor hypes. “Je moet echt groei zoeken op lange termijn in thema’s waar diverse kansen liggen. Soms is het universum zo klein, dat iedereen uiteindelijk in dezelfde bedrijven belegt. Zo kan het beter zijn te beleggen in een fonds dat breder inzet op innovatie, zodat je meteen verschillende interessante ontwikkelingen mee hebt, zoals de opkomst van robotica of de doorbraak van autonome voertuigen. Zo ben je zekerder dat je niet in een bubbel investeert.” Nog zo’n interessante thema’s zijn de vergrijzing of de toename van de middenklasse en de consumptie, “want die maken investeringen in veel bedrijven en sectoren mogelijk”.
6. ESG
Duurzaamheid kan een beleggingsthema zijn voor een fonds, maar steeds vaker zie je dat fondsen ESG-principes hanteren. Dat betekent dat milieu-, sociale en bestuurlijke overwegingen meespelen in het hele beleggingsproces. Puilaetco Dewaay werkt daarvoor met een specialist, “die een analyse maakt die onafhankelijk staat van de financiële beoordeling. Het zal de norm worden in de sector dat elk fonds een minimumscore moet halen”, klinkt het.
Aelvoet ziet de ESG-trend niet meer verdwijnen. “Ik ken geen enkele beheerder die ermee gestart is en nadien gestopt. Dat toont dat het meerwaarde biedt.” Toch zegt de analist dat de financiële wereld nog veel werk voor de boeg heeft. “Er bestaat nog veel onduidelijkheid bij beleggers. Wat is ESG? Wat is de meerwaarde? Er is nog veel nodig om iedereen te overtuigen.”
Alle fondsenhuizen haasten zich om zich een duurzaam kleedje aan te meten. Dat maakt het als belegger niet makkelijk te achterhalen wie oprecht bezig is met het thema en wie ESG vooral als marketing inzet. Aelvoets advies: “Ga praten met uw financieel tussenpersoon. Laat je overtuigen waarom ze een bepaald fonds ESG vinden. Het is onvoldoende als ze enkel maar een paar bedrijven of sectoren uitsluiten. Het moet verder gaan dan dat.”
Ook Huys besluit dat de belegger beter op zijn hoede is: “ESG is een groot thema en ik verwacht dat de aandacht nog zal toenemen, maar er zit veel marketing tussen. Een goede fondsbeheerder is gewoon sowieso bezig met de duurzaamheid van de bedrijven waarin hij belegt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier