Een tak 23 is meer dan ooit fiscaal interessant
Nu de meeste obligatiefondsen en gemende fondsen belast worden op de meerwaarde bij verkoop, wordt de zogenaamde tak 23 terug naar voor geschoven als alternatief. Is dit fiscaal interessanter dan de klassieke fondsen?
Een tak 23 kunnen we eigenlijk het best omschrijven als een beleggingsfonds verpakt in een ‘verzekeringskleedje’. Vandaar dat men ook spreekt van een beleggingsverzekering. De onderliggende fondsen kunnen aandelenfondsen, obligatiefondsen of gemengde fondsen (aandelen en obligaties) zijn.
Tak 23-fondsen worden momenteel terug aangeprezen door verzekeraars omwille van hun fiscaal voordeel ten opzichte van gewone fondsen. Op het obligatiegedeelte van de meerwaarde bij de verkoop van de meeste beleggingsfondsen (obligatiefondsen of gemengde fondsen die voor minstens 25% in vastrentende waarden beleggen) betaal je immers 25% roerende voorheffing.
De meerwaarde op een tak 23-fonds daarentegen wordt niet belast, ook niet als je minder dan acht jaar in zo’n fonds belegd hebt. Fiscaal is dit dus een voordeel ten opzichte van de klassieke fondsen.
Let wel op de kosten
Als je een tak 23 koopt, moet je er wel op letten dit fiscaal voordeel niet verloren gaat door de hoge kosten. Want op een tak 23 betaal je 2% instaptaks, 2% à 6% instapkosten en 1% à 1,6% jaarlijkse beheerskosten.
Onderhandel zeker over de instapkosten, maar let zeker ook op die beheerskosten, die betaal je elk jaar opnieuw en daarover kan je ook niet onderhandelen. (JA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier