Zoals verwacht is het fusiedossier tussen het moederbedrijf van Airbus en de Britse defensiegroep extreem politiek beladen. De spanningen bereiken nu ook de privéaandeelhouders van EADS.
Het blijkt niet eenvoudig om de grootste aeronautische groep ter wereld te creëren, ondanks het feit dat de defensieactiviteiten de Europese concurrentietest niet hoeven te ondergaan. De betrokken overheden, die schermen met tewerkstelling en nationale veiligheid, kunnen het immers niet laten om zich te mengen in het fusiedossier.
Hoewel het Verenigd Koninkrijk positief staat tegenover de fusie, reageert het geprikkeld op de intentie van Frankrijk en (vooral) Duitsland om in het kapitaal van de fusiegroep te stappen. Zo wil Duitsland een belang van 7,5% van Daimler in EADS overkopen (Daimler bezit momenteel 22,35% van EADS). Frankrijk wil op zijn beurt zijn huidig belang van 15% op peil houden. Om beide landen gerust te stellen willen EADS en BAE Systems een systeem invoeren waarbij Frankrijk en Duitsland elke aandeelhouder kunnen blokkeren die meer dan 15% van de fusiegroep wil bezitten.
De fusie, die strategisch gezien zeer zinvol is, dreigt een werk van lange adem te worden. Ook de privéaandeelhouders laten immers van zich horen. Daimler wil zijn belang in EADS afbouwen, terwijl het Franse industriële concern Lagardère (met een belang van 7,5%) de fusievoorwaarden ontoereikend vindt.
