‘De vraag van vele miljarden euro’s is of de recessievrees terecht is’
De vrees voor een nieuwe recessie vermindert de risicoappetijt danig, zodat beleggers zich nog maar eens op obligaties storten en hun aandelenposities afbouwen. Maar is die recessievrees gegrond?
Ruim een jaar geleden slaakten de economen wereldwijd een zucht van opluchting. De negatieve gevolgen van de bankencrisis op de belangrijkste economieën leken overal overwonnen. Het modewoord werd ‘gesynchroniseerde groei’: de economie zou gelijktijdig groeien in alle belangrijke regio’s, niet langer alleen in Noord-Amerika en de opkomende landen, maar ook in de eurozone en Japan. Begin vorig jaar was er zelfs de hoop en de verwachting dat die wereldwijde economische lente enkele jaren zou aanhouden. Er werd geen supergroei voorspeld, maar wel een aanhoudende gematigde groei.
Dat was buiten de Amerikaanse president Donald Trump gerekend. In 2017 had hij mee de groeifase in gang geschoten door de vennootschapsbelasting drastisch te verlagen, maar vorig jaar leerden we de schaduwzijde van zijn America First-beleid kennen. Hij startte een handelsconflict door importheffingen op te leggen. Tot op vandaag is er geen deal om een handelsoorlog te vermijden. Schade aan de wereldeconomie is er wel, met de snelste economische afkoeling sinds de financiële crisis. In die mate zelfs dat het R-woord terug is, nadat het enkele jaren weg is geweest. De vrees voor een nieuwe recessie (twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei) vermindert de risicoappetijt danig, zodat beleggers zich nog maar eens op obligaties storten en hun aandelenposities afbouwen.
De vraag van vele miljarden dollars of euro’s is dan ook of die recessievrees terecht is. Voor de Amerikaanse economie – en dat is nog altijd de belangrijkste – vinden we die recessievrees voorbarig. Iedereen verwijst daarvoor naar de vlakke tot zelfs inverse rentecurve, wat wil zeggen dat de langetermijnrente lager is dan de kortetermijnrente. Dat is geen geruststellende ontwikkeling, maar reden tot paniek is er nog niet. Er zijn meer indicatoren dan enkel de rentecurve die ons het recessiegevaar in kaart brengen.
Het gereputeerde Recession Risk Dashboard van de vermogensbeheerder Clearbridge Investments houdt rekening met twaalf indicatoren, waaronder de rentecurve. Daarvan staan nog acht indicatoren op groen. Dat is vergelijkbaar met het Fed-model, dat de kans op een recessie voorlopig op 25 procent inschat. Het bevestigt dat wat meer voorzichtigheid is geboden, maar paniek uit den boze is.
Europa meer in gevaar
Tot nader order geloven we niet in een wereldwijde recessie, wel in een stevige mondiale groeivertraging. Dat betekent uiteraard niet dat hier of daar een regio niet in een recessie kan belanden. We denken bijvoorbeeld aan de eurozone. Er is minder studiemateriaal over voorhanden om een procentuele inschatting te maken van het recessierisico, maar we schatten dat eerder in de buurt van 50 procent, tegenover de 25 procent voor de Amerikaanse economie. Het was daarvoor toch iets te veel schrikken bij de bekendmaking van economische cijfers en indicatoren uit de eurozone, en zeker uit de belangrijke landen als Duitsland en Frankrijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier