De handgift wordt een fiscale soap
Staatssecretaris voor fraudebestrijding John Crombez blijft erbij dat de gesplitste aankoop van vastgoed indruist tegen het artikel 9 van het Wetboek successierechten. De twijfel die hij oproept over de gesplitste aankoop, is onterecht en schaadt de rechtszekerheid.
Er komt maar geen eind aan de fiscale soap over de handgift en de verstrengde antimisbruikbepaling. In deze column hekelden we al de verklaring van een hoge ambtenaar van Financiën. Die stelde zonder verpinken dat de fiscale administratie de handgift zou aanvallen. Staatssecretaris voor fraudebestrijding John Crombez nuanceerde dat meteen. De handgift zou nog wel kunnen, maar enkel om de kinderen te helpen. Als de kinderen met het geschonken geld de blote eigendom van een onroerend goed kopen, is er in zijn ogen een groot probleem. Daarop ventileerden velen hun mening over de handgift.
Wie dacht dat het gekakel over de handgift daarmee zijn hoogtepunt had bereikt, heeft het mis. In de Kamercommissie Financiën speelde zich een volgende aflevering van deze slechte soap af. Kamerlid Luc van Biesen confronteerde staatssecretaris Crombez met zijn uitlatingen over de gesplitste aankoop. De staatssecretaris herhaalde dat die “constructie” volgens hem indruist tegen het artikel 9 van het Wetboek successierechten.
De gesplitste aankoop van onroerend goed is een populaire techniek van vermogensplanning. De ouders kopen het vruchtgebruik en de kinderen de blote eigendom. Dat gebeurt natuurlijk deels om fiscale redenen. Bij het overlijden van de ouders wast het vruchtgebruik belastingvrij aan bij de blote eigendom van de kinderen. Vaak gebeurt dat voor een tweede verblijf. De ouders zitten er doorgaans al warmpjes in. De kinderen daarentegen staan aan het begin van hun carrière en betalen vaak al schulden af, bijvoorbeeld doordat ze hun gezinswoning hebben gekocht. Dus schenken de ouders het geld voor de aankoop van de blote eigendom.
Daar is niets mis mee. Zelfs de fiscale administratie erkent dat sinds enkele jaren uitdrukkelijk. Nu rijst de vraag of de verstrengde antimisbruikbepaling daaraan iets wijzigt. Het antwoord is duidelijk neen. Voor wie binnen de grenzen van de wet blijft en niet simuleert, is er helemaal niets gewijzigd.
De twijfel die staatssecretaris Crombez daarover laat bestaan, is onterecht en schaadt de rechtszekerheid. Een openlijke schenking die aan de aankoop voorafgaat, druist hoegenaamd niet in tegen de wettelijke doelstelling van artikel 9. Dat richt zich alleen tegen “bedekte” bevoordelingen. De geest van de wet en de doelstelling van de wetgever zijn duidelijk. Dat wordt ook bevestigd door de parlementaire voorbereidingen. Het woordje “bedekt” werd heel bewust toegevoegd aan de wettelijke bepaling. Volgens het woordenboek betekent “bedekt” “niet openlijk, geheim, stil, heimelijk”. Als ouders op voorhand een openlijke handgift of een rechtstreekse notariële schenking van geld doen, kan er nooit sprake zijn van een “bedekte” bevoordeling. Het is daarentegen een duidelijke “onbedekte” bevoordeling. Dat is dus niet in strijd met het doel van de wet, waardoor er geen sprake kan zijn van een fiscaal misbruik.
Ook voor deze techniek van vermogensplanning is er dus niets gewijzigd sinds de uitbreiding van de antimisbruikbepaling tot registratie- en successierechten op 1 juni 2012. Als u toch niet op uw gemak bent, weet dan dat er heel wat niet-fiscale redenen zijn om te opteren voor een gesplitste aankoop. Zo vermijdt u bijvoorbeeld dat de langstlevende ouder slechts een erfrechtelijk vruchtgebruik krijgt bij overlijden. Dat is een heel ander soort vruchtgebruik dan een contractueel vruchtgebruik. Zo is dat laatste bijvoorbeeld niet omzetbaar. Zelfs als de antimisbruikbepaling van toepassing is, kunt u dus het tegenbewijs leveren. Hopelijk stopt het gekakel nu.
Volg de discussie mee op Twitter @Anton_Rivus.
Anton van Zantbeek
Advocaat Rivus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier