Danny Reweghs
China staat op de rem
Als de Chinese autoriteiten vinden dat de kredietverstrekking, het schaduwbankieren en de vastgoedprijzen te fors oplopen, grijpen ze meteen in. Maar de timing is deze keer toch wel bijzonder.
Het is geen verrassing, maar de timing is toch wel bijzonder. Als de Chinese autoriteiten vinden dat de kredietverstrekking, het schaduwbankieren en de vastgoedprijzen te fors oplopen, grijpen ze meteen in. Economische stabiliteit voor alles. Alleen doen ze dat nu in een jaar waarin het belangrijke vijfjaarlijkse congres van de Communistische Partij plaatsvindt. Normaal kiezen de Chinese leiders in zo’n jaar voor rust.
Het negentiende partijcongres komt in november bij elkaar. Wellicht denken de leiders dat het risico te groot is om nog meer dan zes maanden te wachten. En zes maanden is tenslotte nog lang. De ingreep is klassiek. De regulering wordt onmiddellijk fors verstrakt, en dat vertaalt zich meteen in een aanpassing van het gedrag van de Chinese banken. De uitgifte van populaire instrumenten – zoals een vorm van interbancaire leningen (negotiable certificates of deposit, NCD’s) en vermogensbeheerproducten – gingen in april allemaal 30 à 40 procent lager tegenover maart.
Chinese leiders willen niet dat uitwassen in de financiële wereld de economische stabiliteit in gevaar brengen. Maar de ingrepen laten zich wel degelijk voelen op de financiële markten. Het meest opvallend was de terugval van de metaalprijzen zoals die van koper en ijzererts. Daarnaast steeg de rente op Chinese overheidsobligaties tot 3,25 procent (nog 2,25% in het najaar van 2016), daalden de Chinese beurzen en houdt de verzwakking van de Chinese munt (yuan of renminbi) ten aanzien van de dollar van de jongste jaren aan (6,90 yuan per dollar). Dus moesten de autoriteiten in Peking de markten kalmeren door extra liquiditeit in het systeem te pompen, teneinde de schuldenafbouw ordelijk te laten verlopen.
Droge bulk
Dat China op de rem ging staan, viel ook af te leiden uit de evolutie van de Baltic Dry-index. Die is een cruciale indicator in de scheepvaartindustrie, meer bepaald voor het drogebulkvervoer (zoals kolen, ijzererts en granen). Vele jaren was het ook de graadmeter voor de sterkte van de Chinese economie, maar dat was de jongste jaren veel minder het geval door de scheeftrekking tussen de vraag en het aanbod.
In februari en maart maakte de index een spectaculaire klim van 700 naar 1300 punten, ruim een verdubbeling en het hoogste peil in meer dan twee jaar. Maar ondertussen zijn we weer beland op afgerond 1000 punten, zowat een kwart lager. Zoals de voorbije jaren wel vaker is gebeurd, dreigt de opleving ook nu van zeer korte duur te zijn. We blijven dan ook mijlenver verwijderd van de niveaus tussen 2000 en 2500 punten die we nog in 2013 hebben gekend. De niveaus van 8000 à 9000 punten in de periode 2006-2008 zijn zelfs helemaal ondenkbaar. Toen was er zo’n grote vraag naar grondstoffen dat de mammoetschepen tot drie weken, onder meer in Australische havens, moesten wachten om te kunnen laden voor de export naar China.
China wil de schuldenafbouw ordelijk laten verlopen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier