Deceuninck verhoogt dividend
Deceuninck mikt opnieuw op een recordjaar 2023, waarin het spiegelbeeld van 2022 zal gelden: een zwakker eerste en een beter tweede halfjaar.
In de eerste helft van 2022 zagen we bij Deceuninck een combinatie van stevige omzetcijfers, maar een minder sterke groei van het resultaat. Dat betekent druk op de marges.
Om de cijfers goed te kunnen interpreteren, moeten we er een boekhoudkundige regel bij halen. Omdat in Turkije, een belangrijke markt voor de profielenproducent van ramen en deuren, de inflatie op drie jaar boven 100 procent lag, moet Deceuninck de boekhoudregels voor hyperinflatie (IAS 29) toepassen. Wij focussen op de cijfers voor die IAS 29-regel. Boekhoudkundig klom de omzet vorig jaar met 16,2 procent van 838,1 naar 974,1 miljoen euro. Maar zonder de hyperinflatie-oekhouding gaat het om een toename met 13,2 procent tot 951,8 miljoen euro. Dat is 1,7 procent minder dan de 958,9 miljoen euro die de analisten gemiddeld hadden vooropgesteld. De omzettoename is uitsluitend het gevolg van het prijs-mixeffect (+47,9%), want het volume lag 8,2 procent lager en de wisselkoersverliezen liepen op tot 23,4 procent door de extreme daling van de Turkse lira (-92,9%).
Turkije en de opkomende markten lieten niet de geringste omzetgroei in euro optekenen (+19,8%) dankzij goed standhoudende volumes. De grootste sprong was voor Noord-Amerika (+22,3%). Dat kwam minder door het standhouden van de volumes, maar wel dankzij de sterke dollar (+13,4%) en het doorvoeren van prijsverhogingen (prijs/mix +18,2%). Europa zorgde voor de laagste omzetgroei (+11,4%) door de hoogste volumedaling (-9,4%), omdat het ondernemingsklimaat hier het zwaarst is getroffen door de oorlog in Oekraïne en heel wat nieuwbouw- en renovatieprojecten zijn uitgesteld.
De dubbelcijferige omzetstijging leidt wel maar tot een 3,2 procent hogere aangepaste bedrijfskasstroom (ebitda): van 97,7 naar 100,8 miljoen euro (zelfs 102,3 miljoen euro na IAS 29). Dat is weliswaar een nieuw record en doorbreekt de kaap van 100 miljoen euro, maar het houdt ook in dat de ebitda-marge (bedrijfskasstroom/omzet) zakt van 11,7 procent in 2021 tot 10,6 procent vorig jaar. De hogere productiekosten werden wel gecompenseerd, maar niet de hogere vaste kosten door de flink opgelopen inflatie, inclusief veel hogere logistieke kosten.
De toepassing van IAS 29 heeft een flinke impact op het nettoresultaat. Zonder er rekening mee te houden zakt de nettowinst met 24,7 procent, van 37,2 naar 28,0 miljoen euro. Dat komt onder meer omdat de West-Vlaamse onderneming besliste de activiteiten in Rusland op nul te zetten in de boekhouding. Na de toepassing van de IAS 29-regels (negatieve invloed van -20,3 miljoen euro) gaan we naar amper 7,6 miljoen euro, of van 0,24 naar 0,04 euro per aandeel.
Mede door een gevoelige toename van het werkkapitaal is de netto financiële schuld gestegen van 61,9 naar 88,3 miljoen euro, maar dat blijft 0,9 keer ebitda. Dat is dus absoluut geen probleem. De raad van bestuur stelt dan ook voor het dividend met 16,7 procent op te trekken van 0,06 naar 0,07 euro per aandeel.
Conclusie
CEO Bruno Humblet gaf aan dat Deceuninck opnieuw mikt op een recordjaar 2023, waarin het spiegelbeeld van 2022 zal gelden: een zwakker eerste, en een beter tweede halfjaar. Onder meer de ondersteunende factor van de EU Green Deal blijft overeind. Tegen 12 keer de verwachte winst, 1,2 keer de boekwaarde en tegen een verwachte verhouding tussen de ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) van 4,5 voor 2023 is het aandeel nog aanvaardbaar geprijsd. Maar de stijgende rente doet ons toch in de richting van een neutraal advies evolueren.
Advies: houden/afwachten
Risico: gemiddeld
Rating: 2B
Koers: 2,68 euro
Ticker: DECB BB
ISIN-code: BE0003789063
Markt: Euronext Brussel
Beurskapitalisatie: 363,5 miljoen euro
K/w 2022: 15,5
Verwachte k/w 2023: 14
Koersverschil 12 maanden: +3%
Koersverschil sinds jaarbegin: +6%
Dividendrendement: 2,6%
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier