Bel20 zakt onder 5.000 punten

(ABM FN) De Brusselse beurs is afgelopen week onder de 5.000 punten gezakt, maar hield de schade wel beperkt ten opzichte van de omringende markten, waar de verliezen opliepen tot meer dan 2 procent.

De Bel20 sloot vrijdag iets onder 4.996 punten. Op weekbasis betekende dit een verlies van 0,8 procent. Een week eerder was de slotstand circa 5.035 punten.

Een deel van de malaise op de aandelenmarkten wordt toegeschreven aan de bocht die nogal wat directeurs van de Amerikaanse centrale bank recent maakten, klonk het uit de marktenzaal van KBC.

“Nee, een renteverlaging is niet ‘absoluut nodig’, zodat de kans op een renteknip in december ondertussen daalde van 90 naar 40 procent”, aldus KBC.

Richting het weekend suste Fed-bestuurder John Williams de rentevrees door aan te geven dat hij een renteverlaging in december nog wel ziet zitten. Hierop stegen de renteverwachtingen weer naar 70 procent.

Een sterk banenrapport uit de VS droeg eerder juist bij aan de verwachting dat de Fed de rente volgende maand zal handhaven.

“De arbeidsmarkt bleef namelijk sterk met 119.000 nieuwe banen in september”, aldus Bernard Keppenne van CBC Banque. Aangezien de Fed voor haar vergadering van 9 en 10 december niet over andere cijfers zal beschikken, is voorzichtigheid geboden, aldus de econoom.

Ook stonden de zorgen over de technologiesector aan de basis van de roodgekleurde aandelenmarkten, volgens KBC. Na de cijfers van Nvidia werd dat niet beter.

“Als uitstekende cijfers worden afgestraft, kan dat een alarmsignaal zijn voor Big Tech. En dat zou hoogstwaarschijnlijk een echte sectorrotatie in gang zetten”, waarschuwde beleggingsexpert Frank Vranken van Bank Edmond de Rothschild.

De cijfers van Nvidia waren in de prik, maar de rally die volgde duurde slechts kort. En Vranken temperde de verwachting voor een eindejaarsrally.

“We moeten nog rekening houden met de Thanksgiving-verkopen en het rentebesluit van de Federal Reserve in december”, aldus de beleggingsexpert.

Statistiekbureau BEA kondigde afgelopen week aan dat de Amerikaanse groeicijfers over het derde kwartaal en PCE-inflatie in de maand oktober, die voor 26 november geagendeerd stonden, zijn uitgesteld.

Op macro-economisch vlak was er richting het weekend aandacht voor de mondiale inkoopmanagersindices. De economie in de eurozone lijkt in november in een vergelijkbaar tempo te groeien als in de maand ervoor.

De samengestelde index daalde licht van 52,5 naar 52,4.

“De Franse en Duitse industrie bewegen in dezelfde richting, maar helaas wel de verkeerde”, zei Cyrus de la Rubia van Hamburg Commercial Bank in een toelichting, maar de dienstensector in de eurozone is een lichtpuntje, volgens de econoom.

Omdat de dienstensector meer gewicht in de schaal legt dan de industrie, zou de Europese economie in het vierde kwartaal sneller moeten groeien dan in het derde kwartaal, verwacht De la Rubia.

In de VS nam de economische activiteit in november licht toe, vooral geholpen door de dienstensector. De samengestelde index verbeterde per saldo licht, van 54,6 naar 54,8.

“De voorlopige PMI-gegevens wijzen op een relatief sterke Amerikaanse economie in november, wat duidt op een jaarlijkse bbp-groei van ongeveer 2,5 procent tot nu toe in het vierde kwartaal”, aldus Chris Williamson van S&P Global.

De euro/dollar noteerde vrijdag rond 1,15. Volgens ING is de euro veel sterker gedaald tegenover de dollar dan gerechtvaardigd zou zijn op basis van het verschil in rentestanden tussen de Fed en de ECB.

De olieprijzen daalden op weekbasis fors, als gevolg van de afgenomen geopolitieke spanningen in Oost-Europa. De VS en Rusland zouden werken aan een nieuw vredesplan voor Oekraïne, waarbij wel flinke concessies worden verwacht van het land.

Partner Expertise