(ABM FN) De Brusselse beurs wist afgelopen week opnieuw boven de 4.500 punten te komen en er nu ook te blijven en zo komt het jaarrecord weer in zicht.
De Bel20 won 1,4 procent op weekbasis op een slot van 4.502,08 punten op vrijdag. Op een slot van 4.439,13 punten een week eerder verloor de sterindex toen 0,2 procent op weekbasis.
In de maand mei ging de Bel20 1,6 procent hoger. Mei was gunstig voor de wereldwijde aandelenmarkten, zo merkte Frank Vranken van Bank Edmond de Rothschild dan ook op. Het ‘buy-the-dip-momentum dat in april begon, zette zich ook afgelopen maand voort. Vergeleken met obligaties presteerden aandelen duidelijk beter.
En binnen de aandelencategorieën liepen de cyclische sectoren, ook wel bekend als ‘hoge bèta’, volgens de beleggingsstrateeg duidelijk voorop. Defensieve sectoren bleven juist achter.
“Vooruitkijkend zullen de economische en winstcijfers bepalen hoe dit allemaal verder gaat. Maar de volatiliteit die we dit jaar tot nu toe hebben gezien, zal waarschijnlijk aanhouden”, aldus Vranken.
Ook afgelopen week speelde de volatiliteit een grote rol en dat had vooral te maken met het wispelturige Amerikaanse handelsbeleid.
Vorige week vrijdag dreigde president Donald Trump nog met importheffingen van 50 procent voor de Europese Unie vanaf 1 juni en tarieven van 25 procent voor Apple, als de iPhone-maker zijn telefoons niet in de VS zou gaan produceren.
Aan het begin van de nieuwe handelsweek trok Trump zijn dreigement alweer in, na een “vriendelijk gesprek” met voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen.
“Op zondag krabbelde hij terug met zijn dreigement, onder meer door de datum te verschuiven naar 9 juli”, aldus Bernard Keppenne, hoofdeconoom bij CBC Banque.
“En zo blijven beleggers heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees. Dat is altijd zo geweest en zal nooit veranderen. De aanleiding voor de onzekerheid is telkens anders, maar het is wel de reden dat je als belegger over een langere periode een mooie risicopremie kunt verdienen”, voegde investment manager Simon Wiersma van ING eraan toe.
De onzekerheid over het Amerikaanse handelsbeleid werd afgelopen week nog groter, toen een rechter in de VS besloot om de importheffingen grotendeels te verbieden. Niet Trump mag die instellen, daarover moet het Amerikaans Congres beslissen, oordeelde de rechter. Na een beroepsprocedure van het Witte Huis werd de blokkade echter weer ingetrokken en dus gelden alsnog alle importheffingen die de VS tot nog toe aan andere landen hebben opgelegd. Trump kondigde vrijdagavond bovendien aan dat de heffingen op staal en aluminium worden verdubbeld per 4 juni, van 25 naar 50 procent.
Toch zal de korte gerechtelijke blokkade belangrijk zijn voor de lopende onderhandelingen met de EU en China; “de onderhandelingen die de grootste impact hebben op de wereldeconomie en de financiële markten”, volgens ING.
Dat de onderhandelingen met China, ondanks een tijdelijk handelsakkoord, niet soepel verlopen, werd afgelopen week ook duidelijk. Trump gaf op Truth Social aan dat Beijing de gemaakte afspraken niet nakomt. En dus gaat de president niet meer “Mr. Nice Guy” zijn tegen China, maar de vraag is of dit dreigement standhoudt, of dat Trump over een paar dagen weer een andere toon aanslaat.
Marktkenners spreken inmiddels al van een zogeheten ‘TACO-trade’, een afkorting voor “Trump always chickens out”. Volgens Tom Essaye van Sevens Report lijkt Trump inderdaad vaak terug te krabbelen na stevige dreigementen op handelsgebied. De analist wees onder meer op het verlagen van de heffingen voor buurlanden als Mexico en Canada, maar ook het uitstellen van de wederkerige importheffingen, kort na zijn Liberation Day-aankondiging, en de handelsdeal met China, waarbij een deel van de tarieven eveneens werd verlaagd. En ook afgelopen week krabbelde de president dus terug en kwam hij met uitstel voor de EU.
“De TACO-trade werkt en het kopen van aandelen op extreme tariefgerelateerde dreigingen werkt”, volgens Essaye.
Nvidia blijft verbazen
Op bedrijfsvlak was er afgelopen week vooral aandacht voor de kwartaalcijfers van Nvidia. Ondanks een miljardenafschrijving vanwege de strenge Amerikaanse exportregels voor de H20-chip, wist de chipreus in het eerste kwartaal sterker te groeien dan verwacht. De outlook voor de omzet in het lopende kwartaal was wellicht wat teleurstellend met 45 miljard dollar, waar de consensus rekende op 46 miljard dollar. Nvidia wees er wel op dat de omzetverwachting inclusief 8 miljard dollar aan omzetverlies is als gevolg van het H20-verbod.
Volgens CEO Jensen Huang is de wereldwijde vraag naar Nvidia’s AI-infrastructuur “ongelooflijk sterk” en “naarmate de AI generatieve toepassingen mainstream worden, zal de vraag naar AI-computing toenemen”, aldus de topman.
Analisten van Citi zijn van mening dat de omzetverwachtingen van Nvidia gunstig zijn voor Europese halfgeleiderbedrijven als ASML, ASMI, Infineon en Arm.
En de high end van de halfgeleidermarkt, zoals Nvidia, TSMC en de Amsterdamse chipbedrijven hebben eigenlijk niet veel last van de importheffingen voor China, voegde Jos Versteeg van Theodoor Gilissen Bankiers toe. Het zijn de ‘gewone’ fabrikanten, zoals Infineon, die het veel moeilijker krijgen.
Wel verliest Nvidia marktaandeel in China door het strenge beleid, terwijl Versteeg voorlopig geen Chinese concurrentie ziet voor het ‘high end’-segment dat de Amerikanen willen beschermen. Dat gaat om militaire dominantie, weet Versteeg. “Maar erg slim als strategie is het uiteindelijk niet.”
Ook voor een bedrijf als Apple zijn de nieuwe heffingen van 25 procent voor de iPhone’s die het Amerikaanse bedrijf in China maakt geen ramp, meent Versteeg. De impact op de omzet is uiteindelijk maar een heel beperkt percentage.
Inflatie koelt af en Powell bezoekt Trump
Het belangrijkste macro-economische nieuws zat aan het einde van de week. Zo kromp de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal niet met 0,3 procent, zoals eerder gemeld, maar met 0,2 procent, bleek uit een nieuwe raming. De markten zagen dit wel als een bevestiging dat de grootste economie ter wereld in het eerste kwartaal inderdaad is gekrompen. Er volgt in de komende weken nog een definitief cijfer.
Verder kwam de PCE-kerninflatie in de VS in april uit op 2,5 procent op jaarbasis, van 2,7 procent in maart. Op maandbasis bedroeg de kerninflatie 0,1 procent.
Dat zijn gunstige cijfers voor de Federal Reserve, maar de kans is klein dat de centrale bank voorlopig zal afwijken van zijn voorzichtige rentebeleid. Dat benadrukte voorzitter Jerome Powell afgelopen week nog eens tijdens een bezoek aan Trump in het Witte Huis. Powell gaf aan dat de monetaire beslissingen van de Fed gebaseerd zullen zijn op de data en niet op politieke factoren. Dat blijft tegen het zere been van Trump, die nog altijd vindt dat de rente onmiddellijk omlaag moet.
“Zowel de Fed als de markt maken zich zorgen dat de tarieven van president Trump de komende maanden de goederenprijzen flink zullen opdrijven. Dit zal het vermogen van de centrale bank om de economie te ondersteunen beperken als de zwakke gegevens uit de consumentenenquête zich vertalen in veel zwakkere “harde” bestedingsgegevens”, aldus econoom James Knightley van ING.
Het consumentenvertrouwen in de VS bleek in mei echter gestabiliseerd, zo meldde de Universiteit van Michigan, door de opluchting over de Amerikaans-Chinese handelsdeal. Ook de inflatieverwachtingen waren minder hoog dan eerder gedacht.
In Duitsland kwam de inflatie in mei uit op 2,1 procent, bleek uit voorlopige cijfers en daarmee dus dicht bij de doelstelling van de Europese Centrale Bank. Volgende week volgen inflatiecijfers uit de eurozone als geheel en komt de ECB met zijn rentebesluit.
Voor de centrale bank zou de Duitse inflatie verdere opluchting moeten brengen, volgens econoom Carsten Brzeski van ING want het proces van geleidelijke desinflatie zet door.
“Hoewel de laatste ontwikkelingen in de handels- en tarievensaga de argumenten voor een pauze volgende week enigszins hebben versterkt, zijn de argumenten voor een renteverlaging veel sterker”, aldus Brzeski, die rekent op een verlaging van 25 basispunten.
De euro/dollar handelde vrijdag op 1,1344 en de olieprijzen daalden op weekbasis. Op maandbasis stegen de prijzen wel. Dit weekend beslist OPEC+ over het verder opvoeren van de productie in juli.
De Amerikaanse rentes zijn afgelopen week weer gedaald, nadat ze vorige week nog een belangrijk thema waren in het beurssentiment. Volgens Vincent Juvyns van ING Investment Office zijn staatsobligaties een garantie voor verlies van koopkracht, zo zei hij afgelopen week voor de camera van ABM Financial News.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Klik hier voor: staatsobligaties garantie voor koopkrachtverlies