(ABM FN) De Brusselse beurs leek afgelopen week op weg naar een flinke winst en zelfs een nieuw record, maar uiteindelijk verloor de Bel20 op weekbasis toch terrein, ondanks positief nieuws rond zwaargewicht UCB en een stevige koersstijging voor chipbakker Melexis.
De sterindex sloot vrijdag op 5.030 punten, maar wist tussentijds wel tot 5.099 punten te stijgen.
Op weekbasis boekte de Bel20 echter een verlies van 0,1 procent. Een week eerder was de slotstand circa 5.037 punten.
Het is momenteel vooral wachten op het rentebesluit van de Federal Reserve om te zien of dat een kerstrally kan aanwakkeren.
Een renteverlaging komende woensdag is bijna volledig ingeprijsd en de PCE-inflatiecijfers die vrijdag verschenen, brachten daar geen verandering in.
In september nam de kerninflatie in de VS op jaarbasis af van 2,9 tot 2,8 procent, terwijl de algemene PCE-inflatie licht toenam, van 2,7 naar 2,8 procent. De maandcijfers waren weinig spannend.
De consumentenbestedingen, een belangrijke aanjager voor de Amerikaanse economie, liepen met 0,3 procent op. Hier was een stijging van 0,4 procent voorzien.
Volgens econoom Bernard Keppenne van CBC Banque, staat het “buiten kijf” dat de Fed volgende week haar rente met 25 basispunten zal verlagen.
Intussen verzwakt de Amerikaanse arbeidsmarkt verder. Afgelopen week werd bekend dat er in november 32.000 banen zijn verdwenen in de private sector in de VS, na een groei van 47.000 banen in oktober. De verwachting van economen lag op een groei van 40.000 banen.
De marktkenners van KBC wezen ook op Japan, waar de rente juist verder omhoog lijkt te gaan. Dat roept ook vragen op over de yen carry trade, waarbij beleggers Japanse yen lenen tegen lage rentes om te investeren in valuta met een hogere rente, zoals de Amerikaanse dollar.
“Een renteverhoging of niet, dat is de vraag, en dat verklaart meteen ook waarom er [maandag] zonder meer paniek was”, aldus KBC. De Japanse tienjaarsrente bleef afgelopen week onverminderd hoog en piekte op 1,952 procent.
Intussen is het resultatenseizoen bijna achter de rug, waarbij de focus steeds meer op de macro-economie ligt, aldus KBC, dat verder de euro zal stijgen. De Europese munt noteerde vrijdag op 1,1658 dollar.
Dat heeft deels met de gebeurtenissen rond Oekraïne te maken. De onderhandelingen rond een vredesplan boekten afgelopen week echter weinig vooruitgang. De olieprijzen wisten wel te profiteren van het risico dat de geopolitieke spanningen weer kunnen oplopen in Oost-Europa, maar ook tussen de VS en Venezuela.
Op macro-economisch vlak was er afgelopen week aandacht voor inflatiecijfers uit de eurozone, die weinig verrassend waren en de Europese Centrale Bank waarschijnlijk aan de zijlijn houden.
Verder waren er inkoopcijfers voor de mondiale industrie en dienstensector. In Japan en China bleek de industrie licht gekrompen, net als in de eurozone.
Econoom Cyrus de la Rubia van Hamburg Commercial Bank merkte op dat in zes van de acht eurozonelanden de industrie groeide in november. En dat is volgens hem geen slechte score.
Het probleem is dat de twee landen waar krimp was, namelijk Duitsland en Frankrijk, juist de twee landen met de grootste industrie in de eurozone zijn.
In de VS groeide de industrie volgens S&P Global ook, zij het in een iets lager tempo.
“Hoewel de PMI-index een verdere groei van de fabrieksactiviteit in november aangaf, wordt de gezondheid van de Amerikaanse productiesector zorgwekkender naarmate je dieper graaft”, aldus econoom Chris Williamson van S&P Global.
De dienstensector bleek voor de eurozone wel een mooie ‘boost’ in november en toont duidelijk tekenen van herstel, aldus De la Rubia. De sterke prestaties van de dienstensector compenseerden voor de zwakte in de industrie. “Het groeitempo in het laatste kwartaal van dit jaar kan dan ook toenemen”, voorziet de econoom.
Voor 2026 verwacht de econoom steun van het omvangrijke Duitse stimuleringsplan en een aanhoudend hoge economische groei in Spanje. In Frankrijk blijft de politieke situatie kwetsbaar en dat kan het huidige momentum in gevaar brengen, denkt De la Rubia.
Ook in de VS groeide de dienstensector in november.
De sterkte van de Amerikaanse economie werd de afgelopen week verder beoordeeld door verkoopcijfers rond Thanksgiving en vooral Black Friday. Die bleken redelijk conform verwachting, hoewel er enige invloed was van de Amerikaanse importheffingen.