Bellen blazen in obligatieland
Na de succesvolle emissie door Vranken-Pommery van een obligatie staat het vast; vele beleggers zijn obligatiedronken. Ondanks de flinterdunne vergoeding voor het gelopen risico, de terughoudendheid van vele analisten en de heel beperkte liquiditeit, was de emissie al na één dag volledig uitverkocht. Vranken wou een bedrag van 75 tot 125 miljoen euro ophalen, maar kreeg uit de markt maar liefst 200 miljoen euro aangeboden. Als je dat soort taferelen ziet, weet je dat een bubbel in de maak is.
Obligatie-emissie Vranken
Geen gebrek aan inspiratie deze week voor mijn ‘beurs en fiscus’ column. Zo was er de tegenvallende opbrengst van de rijkentaks. Ook werd door de Belgische staat een poging ondernomen om beleggers te lokken richting een kasbon. Die poging strandde op een armtierige 9,3 miljoen euro. In vergelijking met de bedragen die opgehaald worden via lineaire obligaties of via de Leterme kasbon, is dit een belachelijk bedrag. Als klap op de vuurpijl werd deze week het spaarboekje getorpedeerd door het Europese Hof van Justitie.
Niettemin trok de berichtgeving over de obligatie die Vranken lanceerde mijn aandacht. De voortekenen voor de obligatie waren immers ronduit slecht. Zo heeft Vranken reeds een hoge schuldgraad en in plaats van deze af te bouwen, lijken er nog schulden bij te komen die bovendien nog eens achtergesteld zijn. Ook houdt de relatieve beperktheid van de emissie in dat de liquiditeit beperkt zal zijn. Mocht de belegger tussentijds willen uitstappen, is het nog maar de vraag of dat zonder kleurscheuren zal lukken. Tot slot is het nettorendement voor een zesjarige obligatie beperkt. Amper 2,75 procent houdt de belegger over na verrekening van de uitgiftepremie en de roerende voorheffing van 25 procent. Het mag dan ook niet verwonderen dat de experten terughoudend waren en sommigen zelfs een negatief advies gaven.
Alle trucen uit de kast
Ondanks de slechte voortekenen, werd de emissie toch een groot succes. Om dit succes te bewerkstelligen, werden alle trucen uit de kast gehaald. De bekendste truc is die met de bruto coupon. Die coupon wordt artificieel in de hoogte gejaagd door de uitgiftepremie. Dat betekent concreet dat om een obligatie van 100 te krijgen, de belegger 101,875 moet ophoesten. Op die manier kan men met een coupon van meer dan 4 procent uitpakken wat blijkbaar de succesformule is. Je zou verwachten dat beleggers dit onmiddellijk doorprikken, maar dat is niet zo want ze vallen bij bosjes. Van zodra een coupon van meer dan 4 % is te rapen, lijkt het hek van de dam en is het startschot gegeven om gretig obligaties in te slaan.
Dat is vanuit beleggingsoptiek dom, maar ook fiscaal is dit niet bepaald slim te noemen. Een uitgiftepremie verhoogt het rendement slechts artificieel en verhoogt de reële belastbare basis. Het is fiscaal dus intelligenter om de coupon te laten overeenstemmen met de belastbare basis. Zo daalt de belastingdruk voor de belegger, waardoor het netto rendement toeneemt.
Maar deze overwegingen worden niet gemaakt. Alle zin voor rede lijkt verdwenen te zijn. En dan weet je dat ongelukken gaan gebeuren. Een verwittigd belegger is er twee waard. Volg de discussie mee op Twitter via @Anton_Rivus.
Anton van Zantbeek
Advocaat Rivus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier