Beleggers in buitenlandse aandelen worden fiscaal bestraft
De aandelenbelegger wordt fiscaal ongemeen hard aangepakt. Dit geldt voor de belegger in Belgische aandelen maar nog meer voor die in buitenlandse aandelen. Een buitenlands dividend ondergaat immers drie keer belasting. Redelijk kan je dat niet noemen. Nochtans is het economisch belangrijk dat beleggers risicokapitaal verschaffen; dat is immers de motor van de groei en dus de welvaart. Er moet ernstig nagedacht worden over een substantiële vermindering van de belastingdruk.
Zwaarste belastingdruk
Hoewel sommigen dat durven betwisten, zijn dividenden veruit de zwaarst belaste inkomsten. Het beeld wordt wat vertroebeld door het nominale tarief van de roerende voorheffing van 25%. Aangezien dat de helft is van het hoogste progressieve tarief van 50%, argumenteert men soms dat er geen probleem is. Dat is natuurlijk onjuist. In tegenstelling tot loon, interesten of royalty’s, is een dividend immers geen aftrekbare kost. Een dividend ondergaat dus én vennootschapsbelasting én roerende voorheffing. Verder zijn kosten niet aftrekbaar waardoor de belastingdruk boven de 50% ligt. Daarbij komt dat voor dividenden geen progressiviteit geldt. Je betaalt dus vanaf de eerste eurocent de hoofdprijs.
Als je in buitenlandse aandelen belegt, wordt het fiscale plaatje pas echt somber. Men betaalt naast de vennootschapsbelasting ook voorheffing in én de bronstaat én in België. Hierdoor loopt de belastingdruk vlotjes op tot meer dan 60%.
Dubbelbelastingverdrag
Oneerlijk hoor ik u denken. Dat is ook zo. Een van de basisbeginselen van de fiscaliteit is dat dubbele belasting niet mag. Binnen de Europese Unie geldt bovendien een vrij verkeer van kapitaal. Dat is geschonden als een investering in het buitenland zwaarder wordt belast dan een investering in België. Het Hof van Justitie gedoogt evenwel deze schending zodat daar geen heil moet worden verwacht (arrest van het Hof van Justitie 14 november 2006 inzake Kerckhaert-Morres / Belgische Staat).
De belegger wordt aan zijn lot overgelaten. Soms is er een dubbelbelastingverdrag dat de dubbele belasting enigszins mildert. Jammer genoeg is dat meestal slechts een doekje voor het bloeden en wordt dubbele belasting niet uitgesloten. Aan de bronstaat wordt enkel een maximumtarief van voorheffing opgelegd. Om van dit tarief te genieten moet je door een administratieve mallemolen spartelen en moet je (een voor elk land verschillend formulier) afhalen bij je bank of de fiscus. De bank moet vervolgens bevestigen dat je het dividend hebt ontvangen. Je belastingcontroleur moet het formulier afstempelen en vervolgens moet je dit formulier sturen naar het buitenland. Tot slot is het wachten op een teruggaaf. Anderen doen hiervoor beroep op hun bank. Deze neemt de martelgang dan voor haar rekening, maar doet dat natuurlijk niet kosteloos. Houd hierbij rekening met een bedrag van meerdere tientallen euro’s.
In de praktijk is deze mildering enkel van belang voor forse buitenlandse dividenden (een paar duizend EUR) en dus vermijd je beter het probleem. Dit doe je door te investeren in trackers, kapitaliserende beveks of aandelen die geen dividenden uitkeren. Maar eigenlijk moet de belasting gewoon naar omlaag. Risico nemen moet immers aangemoedigd worden. Volg de discussie mee op Twitter via @Anton_Rivus.
Anton van Zantbeek
Advocaat Rivus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier