Beleggen in Britse aandelen en obligaties
Zolang de brexitonderhandelingen niet zijn afgerond, is een belegging in Groot-Brittannië af te raden voor hartlijders. Maar de dividendrendementen vergelijken met de lage rente in de eurozone kan de pijn verzachten.
Terwijl de Britse politici een potje dreigen te maken van de brexitonderhandelingen, houdt de Britse economie goed stand. Groot-Brittannië lijkt zo het ideale terrein om op koopjes te jagen. Maar zijn die er ook te vinden? Met die vraag trokken we naar de Londense City voor een gesprek met twee Britten die de beleggingsstrategie uitzetten bij een Amerikaanse vermogensreus: Michael Bell, strateeg bij J.P. Morgan Asset Management, en Andrew Balls, hoofdstrateeg van Pimco. Dat leverde vijf conclusies op.
May will stay
De positie van de Britse premier Theresa May is verzwakt sinds ze vervroegde verkiezingen uitschreef en haar meerderheid verloor. Partijgenoten zoals Boris Johnson zagen zelfs openlijk aan de poten van haar stoel. De uitkomst van de machtsstrijd in de Conservatieve Partij zal de brexitonderhandelingen, en dus de toekomst van het land sterk beïnvloeden. “Als iemand van de harde lijn overneemt, stijgt de kans dat er helemaal geen deal komt”, vermoedt Michael Bell.
‘De echte brexiteers hebben liever May dan iemand die ze minder vertrouwen’
Volgens Andrew Balls, de jongere broer van de vroegere Labour-politicus Edward Balls, was de speech van May eind september in Firenze een belangrijk moment. Daarin toonde ze zich bereid de scheiding te betalen en vroeg ze voor het eerst een overgangsperiode van twee jaar. “Ze heeft haar partij zover gekregen en ze is nog altijd premier. Dat toont dat er een consensus is en dat ze het land minstens door de brexit mag leiden.”
Balls speekt van een klassiek geval van wat de Britten omschrijven als “better the devil you know“: “De echte brexiteers hebben liever haar dan iemand die ze minder vertrouwen. En de voorstanders van een zachte brexit hebben haar dan weer liever dan een hardliner. Er is gewoon geen alternatieve kandidaat-premier waar iedereen achter staat.”
Er komt een overgangsakkoord
“Dat er geen deal komt, is ook een optie”, stellen de voorstanders van een harde brexit. Dat is mogelijk blufpoker, maar Balls waarschuwt om zo’n uitkomst niet uit te sluiten: “Niet omdat iemand het een goed idee vindt, maar het kan per ongeluk gebeuren.” Hij maakt een vergelijking met de ondergang van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers. “Lehman hoefde in principe niet failliet te gaan. Het Witte Huis, Wall Street en de Federal Reserve zaten rond de tafel, maar ze kwamen er gewoon niet uit.”
‘Om echt nuttig te zijn, mag een transitiedeal niet te lang op zich laten wachten’
Beide strategen geloven dat er een financiële regeling voor de scheiding komt, die wordt gevolgd door een overgangsakkoord. “Om echt nuttig te zijn, mag een transitiedeal niet te lang op zich laten wachten. Anders zullen er banen in Groot-Brittannië verloren gaan”, meent Bell. “Een overgangsakkoord dat er op het laatste moment komt, is daarom veel minder waard dan een akkoord dat er vrij snel is.”
Zo’n overgangsakkoord moet de weg plaveien naar een definitief vrijhandelsakkoord. Voor goederen zou dat relatief eenvoudig moeten zijn. “Zo’n akkoord is in ieders belang”, zegt Balls. Voor de dienstensector is de strateeg minder hoopvol. “Een aantal Europese landen is er duidelijk op uit financiële diensten uit Londen aan te trekken. En de Britten zullen op hun beurt wellicht niet instemmen met het vrije verkeer van personen. Ze zullen ook de uitspraken van het Europees Hof van Justitie niet aanvaarden.”
Kneusje, maar geen crash
De voorspelde zware crash van de Britse economie is er nooit gekomen. Maar de groeicijfers in het derde kwartaal spraken wel boekdelen. Terwijl de activiteit in de eurozone met 2,5 procent is toegenomen, bleef de groei in Groot-Brittannië steken op 1,5 procent. “Ons basisscenario is meer van hetzelfde. Zelfs de meest optimistische uitkomst van de onderhandelingen zal negatief zijn voor de Britse economie”, aldus Balls.
‘Zelfs de meest optimistische uitkomst van de onderhandelingen zal negatief zijn voor de Britse economie’
De grote onbekende is de consument. De inflatie bedraagt 3 procent, terwijl de lonen maar met 2 procent zijn gestegen. De Brit verliest dus koopkracht. Maar houdt hij ook de hand op de knip? Volgens Bell zijn er signalen dat de Britse huizenmarkt verzwakt – een evolutie die zorgen baart. “De Britse consument kijkt vaak naar de huizenprijzen. Zijn vertrouwen, en dus zijn consumptie, is sterk gelieerd aan de vastgoedmarkt.”
Bell ziet wel een aantal positieve zaken. Zo blijft de arbeidsmarkt herstellen en is er steun van de sterke wereldeconomie. “Dat is noch goed, noch slecht”, vat Bell zijn vooruitzichten samen. “In het beste scenario komt er een snelle transitiedeal, trekken de investeringen aan, koelt de inflatie af, neemt de consumptie toe en keert de groei terug naar 2 procent. In het worstcasescenario is er in maart 2019 geen akkoord en komt er een harde brexit.”
Het pond als speelbal
Het meest opvallende effect van het brexitreferendum is de daling van het pond. Daardoor zijn ingevoerde producten duurder, wat leidt tot een relatief hoge inflatie. “Dat is een tijdelijk wisselkoerseffect, dat snel weer uit de jaar-op-jaarvergelijking zal verdwijnen”, weet Balls. Hij begrijpt daarom niet waarom de Bank of England vorige week de rente heeft verhoogd, vooral gezien het onzekere klimaat.
‘Het pond zal nog wel even volatiel blijven’
Uit vrees voor de schok na het referendum verlaagde de Britse centrale bank haar beleidsrente en ging ze weer obligaties opkopen. Daarop halveerde de tienjaarsrente tot 0,5 procent in amper drie maanden tijd. Maar het jongste jaar is de rente aan een geleidelijke klim bezig, tot 1,3 procent vandaag.
Hogere rentes trekken beleggers aan, wat een steun voor het pond betekent. Maar toch is de Britse munt niet vooruit te branden. Het pond schommelt ten opzichte van de euro nog altijd rond zijn dieptepunt van na het referendum. “In september zagen we even een herstel, maar toen nam de politieke onzekerheid weer de bovenhand. Het pond zal nog wel even volatiel blijven op het ritme van de onderhandelingen”, zegt Bell.
Aantrekkelijke dividenden
De Britse strategen hoeden er zich duidelijk voor om de Europese belegger massaal het Kanaal over te lokken. Balls is bijvoorbeeld niet happig op Brits overheidspapier. Al is dat voor de Belgische belegger door het zwakke pond “redelijk geprijsd”.
“Als we optimistischer kunnen worden en zicht beginnen te krijgen op een transitiedeal en vrijhandel, ziet het pond er vrij aantrekkelijk uit”, verwacht hij. Balls gelooft wel in bankobligaties. De financiële sector is lang uit de gratie geweest bij de belegger, maar profiteert nu van de stijgende rentes.
Bell trekt de kaart van de aandelen en dan vooral die van de grote bedrijven in FTSE100-index. “Die halen twee derde van hun inkomsten buiten Groot-Brittannië. En mocht er toch een harde brexit komen, dan kan het pond nog eens scherp dalen. Wat goed is voor de export.” Ook na het referendum steeg de beurs van Londen om die reden.
Volgens Bell is de goederensector te verkiezen boven de diensten, omdat de kans op vrijhandel groter is. Daarnaast is de aantrekkingskracht van de Britse markt dat er hoge dividenden worden uitbetaald. Het gemiddelde dividendrendement van FTSE100 bedraagt 3,7 procent. “Dat is een reden waarom de Britse beurs het vrij goed heeft gedaan”, besluit Bell. “De bulk van die dividenden is duurzaam. Zeker in vergelijking met de lage rente in de eurozone ogen de rendementen aantrekkelijk.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier