Ook deze beursweek wordt weer bijzonder boeiend. Dit zijn een aantal belangwekkende gebeurtenissen die u mag aanduiden in uw agenda.
1. Federale begroting VS (woensdag)
De financiële markten beginnen wakker te liggen van de toestand van de Amerikaanse begroting. De bezorgdheid vertaalt zich in de onlangs geflopte veiling van twintigjarig papier en een hoge en oplopende langetermijnrente in de Verenigde Staten, waarbij de dertigjarige rente boven 5 procent dreigt te gaan. De Amerikaanse schuldklok tikt genadeloos door. Het bedrag van de Amerikaanse overheidsschuld bestaat uit veertien cijfers: 36,93 triljoen dollar of 36.930 miljard dollar. De ratio tussen de overheidsschuld en het bruto binnenlands product is geklommen tot 105 procent. Vorige maand steeg het begrotingstekort met 258,4 miljard dollar, of bijna 9 miljard dollar per dag. De markt zal almaar kritischer kijken naar de inkomsten en de uitgaven van de Verenigde Staten. Als dat tegenzit, dreigt de rebellie op de Amerikaanse obligatiemarkt nog groter te worden.
2. Inflatie VS (woensdag)
Net als in april verwacht de markt slechts een matig effect van de invoerheffingen van de Amerikaanse president Donald Trump op de inflatie. In mei zou de basisinflatie op maandbasis met 0,2 procent stijgen en de kerninflatie met 0,3 procent (dus zonder voeding en energie), tegenover telkens 0,2 procent in april. Dat zou er ook toe leiden dat de basisinflatie op jaarbasis stijgt van 2,3 naar 2,5 procent, en de kerninflatie van 2,8 naar 2,9 procent. Dat is wel een opwaartse beweging, maar nog geen die alarmsignalen doet afgaan.
3. Industriële productie EU (vrijdag)
Er gloort wat licht aan het eind van de tunnel voor de Europese industrie, na twee pittige jaren met een ‘industriële recessie’. Maar Duitsland geeft eindelijk tegengas en wil de Duitse motor weer doen aanslaan. De Duitse regering onder leiding van bondskanselier Friedrich Merz bouwt niet alleen de Duitse defensie weer op, ze zet daarnaast ook fors in op infrastructuur. De rest van Europa profiteert daar ook van. Vorige maand zagen we mooie groeicijfers van 2,6 procent op maandbasis en 3,6 procent op jaarbasis voor de industriële productie in de Europese Unie. Benieuwd of dat groeicijfer ook voor de maand april kan worden gehandhaafd. We merken bij economen en strategen een gematigd optimisme dat het wel degelijk kan.