Tijd voor meer waarde
De waarde van waardebeleggen zal zich de komende jaren ontsluiten. Daar zijn drie goede argumenten voor.
2022 gaat de boeken in als een van de slechtste jaren uit de geschiedenis voor beleggers. De wereldwijde obligatie-index daalde zo’n 15 procent en die van aandelen ongeveer 12 procent. Spreiding bood geen soelaas. Defensieve beleggers waren zelfs slechter af dan offensieve. Opvallend was dat groeiwaarden veel harder daalden dan waardeaandelen. In euro gaf de MSCI World Growth Index ongeveer 24 procent prijs, terwijl de MSCI World Value Index rond 0 procent uitkwam. Veertien jaar lang, van 2008 tot en met 2021, overklaste groei waarde. In december 2021 werd het grootste prestatieverschil in het voordeel van groei ooit gerapporteerd: 220 procent.
Het monetaire feestje werd vorig jaar abrupt afgebroken toen de centrale banken de rentes verhoogden om de sterk opgelopen inflatie te beteugelen. Dat is het eerste argument om te verwachten dat waarde het relatief goed moet blijven doen. De monetaire gekte is voorbij en er gaan weer normalere waarderingen voor aandelen gelden. De koers-winstverhouding van waarde is sinds de kredietcrisis altijd bescheiden geweest en is dat met een verhouding van 9 nog altijd. De koers-winstverhouding van de groeibenchmark is, ondanks de recente correctie, nog altijd ruimschoots het dubbele.
Een tweede argument in het voordeel van waardebeleggen is dat de stijgende rente goed is voor financials en dan vooral voor de commerciële banken, traditioneel een belangrijk onderdeel van de waarde-index en een sector die sterk is achtergebleven. Tot slot is het gat tussen de prestaties van groei en waarde nog altijd groot. Op lange termijn is er op de financiële markten sprake van mean reversion of terugkeer naar gemiddelden. Dit is het meer algemene, derde argument dat de waarde van waarde zich de komende jaren gaat ontsluiten.
Geen gelopen race
Op korte termijn is het echter geen gelopen race. Gezien de enorme schuldenberg, kunnen centrale banken geen al te streng beleid voeren. De financiële markten kijken uit naar de pivot, het moment dat er weer disinflatie komt en de centrale banken stoppen met renteverhogingen en monetaire verkrappingen. Dat kan leiden tot al dan niet tijdelijke nieuwe interesse in groei.
Een tweede hobbel is dat groei zich niet zomaar gewonnen geeft. De wereld wordt geplaagd door vele crisissen, zoals het klimaat, veiligheid van data, gezondheid, voedsel en water. Er is disruptieve technologie nodig om die het hoofd te bieden, en die zijn doorgaans van groeibedrijven afkomstig. De groeisector blijft dus interessant.
Pricing power
Veel beleggers hebben de afgelopen jaren een groeicomponent in de portefeuille opgebouwd. Dat is om drie redenen niet meer nodig: het normalere monetaire klimaat, de nog altijd te hoge waarderingen voor groei en mean reversion-tendensen. Beleggers zouden meer waarde in hun portefeuille moeten opnemen, met een nadruk op kwaliteitsbedrijven met een sterke marktpositie, die in het huidige inflatoire klimaat hun prijzen kunnen verhogen. In een omgeving waarin de rentes en dus de financieringskosten en de prijzen oplopen, is pricing power geen sinecure.
De nadruk op de kwaliteitsfactor, ofwel beleggen in bedrijven met gezonde balansen en stabiele winsten, is hoe dan ook in opkomst. Barron’s schreef daarom vorig jaar een artikel onder de veelzeggende titel ‘Vergeet groei en waarde. Kies voor kwaliteitsaandelen’. Het interessante is echter dat kwaliteit zich prima laat combineren met waarde, en desgewenst ook met groei.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier