S&P 500 kan 1.000 punten zakken

Wall Street. In veel opzichten is de S&P 500 te duur. © Getty Images
Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

In veel opzichten is de Amerikaanse beurs te duur geworden. De aandelenrisicopremie – het extra rendement dat aandelen zouden moeten opleveren om het hogere risico te rechtvaardigen – is op dit moment zo goed als onbestaand. De afgelopen zeventig jaar gebeurde dat slechts twee keer: in 1987 en tijdens de internetzeepbel van 1996 tot 2001. Daarna volgde telkens een stevige correctie op de aandelenmarkten en presteerden obligaties beter dan aandelen.

De jongste twee jaar was die risicopremie in historisch perspectief doorgaans laag tot heel laag. Dat heeft al twee stevige correcties veroorzaakt: een in het najaar van 2023 en een dit voorjaar, na Liberation Day. Ze brachten de risicopremie even terug op een meer aanvaardbaar peil. Staan we terug voor zo’n correctie?

Aandelen en obligaties bieden vandaag ongeveer hetzelfde verwachte rendement. Maar aan aandelen kleeft natuurlijk een hoger risico. Normaal worden beleggers voor dat extra risico gecompenseerd met een hoger rendement, maar dat is nu dus niet het geval. De premie zal op zeker moment weer normaliseren. Dat kan op drie manieren: door een inhaalbeweging van de obligatiemarkt, een terugval van de aandelenmarkten of een combinatie van beide.

Ook waarderingsindicatoren bevestigen de overwaardering van de S&P 500.

De inflatoire druk van de Amerikaanse invoerheffingen, de toenemende bezorgdheid over de oplopende Amerikaanse overheidsschuld en de pogingen van president Trump om de onafhankelijkheid van de Federal Reserve te beknotten, maken een rally op de Amerikaanse obligatiemarkt niet zo vanzelfsprekend. Om zonder positieve evolutie op de obligatiemarkt terug te keren naar een minimale risicopremie, zou de S&P 500 moeten terugvallen tot 5.930 punten.

Realitycheck

Niet alleen de extreem lage risicopremie baart zorgen. Ook alle klassieke waarderingsindicatoren bevestigen de overwaardering van de Amerikaanse sterindex. Zo is de verwachte koers-winstverhouding voor dit jaar 24,6, tegenover 19,6 als gemiddelde in het afgelopen decennium. Als we dat gemiddelde hanteren, dan zou de S&P 500 nu op 5.260 punten moeten staan. Op basis van de gemiddelde koers-omzetverhouding van de afgelopen tien jaar zou de index moeten uitkomen op 5.045 punten, op basis van de gemiddelde koers-bedrijfskasstroom-ratio op 5.110 punten en op basis van gemiddelde koers/boekwaardeverhouding op 4.905 punten. Geen enkel gemiddelde komt in de buurt van de huidige 6.450 punten. Op basis van het gemiddelde van die vier indicatoren, komen we uit op 5.080 punten, en met de minimale risicopremie erbij op 5.505 punten.

De bekendste graadmeter van Wall Street kan de komende maanden dus met 1.000 punten terugvallen, als die zou terugkeren naar een aanvaardbaar waarderingsniveau en een realitycheck ondergaat. Daarom houden we onze positie in de inverse tracker Xtrackers S&P500 Inverse stevig vast. Mocht de S&P 500 terugvallen onder 6.300 punten, dan beschouwen we dat als een bevestiging dat de correctie op Wall Street is begonnen en zullen we onze positie in de trackers nog wat verder uitbouwen, om het fraaie rendement van de voorbeeldportefeuille in 2025 te beschermen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise