De S&P 500 is 27,5 procent overgewaardeerd
De stijging kan nog wel even doorgaan, maar Wall Street is kwetsbaar.
Met uitzondering van Nvidia, trakteren de Magnificent Seven (Alphabet, Amazon, Apple, Meta, Microsoft, Tesla en Nvidia) ons dezer dagen weer op hun kwartaalresultaten. Het zou kunnen dat de Standard & Poor’s 500-index daarbij nieuwe recordcijfers op de tabellen zet, met dank aan die zeven topaandelen, die beleggers de jongste jaren dicht bij het delirium hebben gebracht.
De conclusie is bij de meeste van die aandelen dat ze pittig en eigenlijk te hoog gewaardeerd zijn. En dat heeft gevolgen voor de Amerikaanse sterindex, waar de Magnificent Seven-aandelen hun gewicht de jongste jaren fors hebben zien oplopen. Alle bekende, klassieke waarderingsindicatoren liggen voor de S&P 500 nu (ver) boven het gemiddelde van de afgelopen tien jaar.
Zo ligt de verwachte koers-winstverhouding voor 2025 op 21,6, versus 18,2 als gemiddelde voor het voorbije decennium. Als we dat gemiddelde hanteren, zou de S&P 500-index nu op 5.055 punten mogen staan. Als we kijken naar de koers-omzetverhouding, dan zouden we op basis van het gemiddelde over de afgelopen tien jaar nu uitkomen op een indexstand van 4.710 punten, voor de gemiddelde koers-bedrijfskasstroomratio van het voorbije decennium op 4.665 punten en voor de gemiddelde koers-boekwaardeverhouding amper op 4.390 punten.
Geen enkel gemiddelde komt dus in de buurt van de huidige indexstand van zowat 6.000 punten. Als we het gemiddelde nemen die vier bekomen indexniveaus op basis van het gemiddelde van de voorbije tien jaar, dan komen we uit op 4.705 punten als een gerechtvaardigde indexstand voor de S&P 500-index. Met andere woorden: de S&P 500-index is momenteel 27,5 procent overgewaardeerd.
Op basis van het gemiddelde van de voorbije tien jaar is 4.705 punten een gerechtvaardigde stand voor de S&P 500-index.
Hoelang nog?
Misschien haalt u nu de schouders op en denkt u: “Et alors?” Wij, en anderen, spreken al geruime tijd over een overwaardering op de Amerikaanse beurs. Duur kan eerst nog altijd duurder worden, leert de beursgeschiedenis ons. Een overwaardering kan wel enige tijd, zelfs een aantal jaren aanhouden. Er zijn factoren die kunnen rechtvaardigen dat de index vandaag een stuk hoger mag noteren dan gerechtvaardigd lijkt op basis van het tienjaarsgemiddelde.
Helaas staan ook daarvoor niet alle signalen op groen. Dat is voorlopig wel nog het geval voor de winstgroei bij de bedrijven. Vooral bij meeste techgiganten zit dat nog snor. Voor de (ultra)lage rente geldt dat al enkele jaren niet meer. De S&P 500-index staat nu 25 procent hoger dan drie jaar geleden (van 4.800 naar 6.000 punten), ondanks het feit dat de Amerikaanse tienjaarsrente op staatsobligaties is verdrievoudigd van 1,50 naar 4,50 procent. Bijgevolg is de risicopremie op de Amerikaanse beurs al een aantal maanden negatief. De superbelegger Warren Buffett heeft het afgelopen jaar stevig in zijn portefeuille gesnoeid en is naar een stevige kaspositie geëvolueerd. Het zijn enkele indicatoren die als een alarmsignaal kunnen fungeren.
Dus ja, de stijging kan nog wel even doorgaan, maar Wall Street is kwetsbaar. En een stand van 7.000 punten tegen eind dit jaar – iets waar veel beurshuizen van uitgaan – is absoluut niet vanzelfsprekend. Het kan ook zomaar 5.000 punten of minder zijn, áls de overwaardering dit jaar wordt weggewerkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier