Een tussentijdse terugval van de S&P 500-index is bijna onvermijdelijk.
Beleggers reageerden tot nu heel inconsequent op de tweede ambtstermijn van Donald Trump. Na Liberation Day op 2 april, toen de Amerikaanse president heel wat landen trakteerde op stevige importtarieven die varieerden van 10 tot 49 procent, raakten ze in paniek en gingen ze stevig aan het verkopen. Met de aankondiging van zijn niemand ontziende, hogere importtarieven haalde Trump als het ware de trekker over om een handelsoorlog te beginnen. De S&P 500, de Amerikaanse sterindex, dook bijna in één ruk naar 5.000 punten, terwijl die twee maanden voordien nog een nieuwe piek had gezet op 6.150 punten.
Vier maanden later hebben de meeste landen een stevig importtarief opgelegd gekregen. Soms is dat lager dan begin april. Zo moest de Europese Unie eerst 20 procent betalen, maar na onderhandelingen slechts 15 procent. Dat percentage is nog altijd zowat het drievoud van voorheen. Brazilië en India hebben een tarief van 50 procent aan de broek.
Maar het beroert beleggers dezer dagen helemaal niet meer. Wall Streets belangrijkste beursindicator staat op een recordhoogte, op afgerond 6.500 punten, of 30 procent hoger dan vier maanden geleden. Nochtans is er niets gewijzigd aan de economische gevolgen: de invoerheffingen zullen inflatie creëren in de Verenigde Staten en de Amerikaanse economie doen afkoelen. Het handelsbeleid van Trump, in een poging de wereldhandel te ‘herbalanceren’, blijft daardoor het risico op stagflatie inhouden – een stagnerende economie in combinatie met inflatie.
Kansen benutten
We vrezen dan ook dat de Amerikaanse sterindex het minstens voor even heeft gehad en dat de S&P 500 de komende weken en maanden weer neerwaarts gericht zal zijn. De herstelbeweging is te snel gegaan, temeer omdat Trump onzekerheid en twijfel heeft gezaaid en de langetermijnrente relatief hoog blijft. Tot 25 keer de verwachte winst betalen op indexniveau is in deze omstandigheden niet verantwoord. Het maakt een tussentijdse terugval bijna onvermijdelijk, zelfs met een renteverlaging op komst.
Dat wil nog niet zeggen dat dat S&P 500 meteen weer zal terugvallen naar de bodem rond 5.000 punten van begin april. Toch houden we rekening met een correctie van zo’n 10 à 15 procent tegen het najaar. Uiteraard zullen de Europese beurzen dan ook niet verder stijgen, al denken we dat de schade daar minder groot zal zijn, omdat we mikken op een herstel van de dollar.
Bovendien zijn Europese aandelen een stuk goedkoper dan Amerikaanse, ook als we de pittige waardering van de Magnificent Seven eruit halen. Tegenover de verwachte koers-winstverhouding van 21 van de gewone Amerikaanse topaandelen staat een koers-winstverhouding van 15 voor de Europese sterwaarden. Vergeet niet dat de S&P 500 sinds begin dit jaar evenveel is gestegen dan de Eurostoxx50-index. De voorsprong van ruim 10 procent na het eerste kwartaal is weer verdwenen.
De volatiliteit zal terugkeren, maar crisissen en volatiliteit bieden ook enorme kansen. Om die te benutten, hebben we weer een mooie kaspositie opgebouwd. We zullen dus niet rouwig zijn om een tussentijdse correctie. z