We krijgen het steeds warmer onder onze voeten, als we kijken naar de mogelijke evolutie op de westerse beurzen, vooral op de dominante Amerikaanse beurs. Zoals we al de jongste tijd al herhaaldelijk hebben geschreven, zijn de waarderingen in alle opzichten te extreem om niet te twijfelen aan het potentieel van die markten de komende tijd.
De Europese aandelenmarkten hebben dat waarderingsprobleem in veel mindere mate, maar als het regent op Wall Street, dan druppelt het in Londen, Frankfurt, Parijs, Brussel. Om niet te moeten schrijven dat de paniek en de dalingen dan nog groter zijn dan aan de overkant van de Atlantische Oceaan.
Maar wat zijn de alternatieven? Wat zijn de vluchtroutes? Alles in liquiditeiten stoppen, is ook geen optie. We zullen die liquiditeiten wel nodig hebben en strategisch kunnen inzetten, maar de rente op kortlopende beleggingen is sowieso te laag om onze koopkracht te beschermen.
De boodschap is duidelijk: het afgelopen decennium was geografisch diversifiëren met het oog op de maximalisatie van het rendement een heel slecht idee. De volgende cijfers spreken boekdelen: de Standard & Poor’s 500-index deed het de voorbije tien jaar 185 procent beter dan de Emerging Markets-index. Dat zou de komende vijf tot tien jaar weleens helemaal anders kunnen uitdraaien. De beste manier om op de opkomende markten in te spelen, is een tracker te kopen. De favoriet is de IShares MSCI Emerging Markets (zie Beginnersportefeuille)
We hebben argumenten om een deel van de beleggingen te verschuiven naar de opkomende landen.
1. Aantrekkelijke waarderingen
Opkomende markten worden doorgaans verhandeld tegen veel lagere waarderingen dan ontwikkelde markten. Momenteel ligt de gemiddelde koers-winstverhouding rond 13 keer de verwachte winst, tegenover ongeveer 22 keer voor Amerikaanse aandelen. Dat structurele ‘waarderingsgat’ is niet nieuw: aandelen van opkomende landen kampen al jaren met een achterstand in prestaties. Het gat is wel groter dan normaal, omdat de Amerikaanse aandelen nu een stuk duurder zijn dan het langetermijngemiddelde enerzijds en omdat de waardering van emering markets-aandelen onder het historisch gemiddelde liggen.
2. Zwakke dollar
De Amerikaanse dollar staat onder druk. Het vertrouwen in de Amerikaanse munt is aangetast door twee elementen. Niet-gebonden landen willen af van de dominantie van dollar en bouwen hun blootstelling aan Amerikaans staatspapier af. Daarnaast baart het enorme begrotingstekort en het fors oplopen van de Amerikaanse staatsschuld steeds meer argwaan bij beleggers. Een zwakke dollar maakt buitenlandse beleggingen aantrekkelijker. Een zwakkere dollar verlaagt de schuldenlast voor veel opkomende landen en -bedrijven, die vaak in dollars gefinancierd zijn.
3. Opkomende middenklasse
Opkomende markten blijven over structurele groeivoordelen beschikken. Denk aan een jonge, groeiende bevolking, de snelle urbanisatie en een opkomende middenklasse. Dat zorgt voor meer economische groei: gemiddeld zo’n 4 procent per jaar, tegenover 1,5 procent voor ontwikkelde economieën. Die factoren creëren een fundament voor duurzaam rendementspotentieel, niet alleen cyclisch maar ook structureel.
4. Spreiding
Zeker met een passieve beleggingsbenadering lijken Amerikaanse aandelenmarkten risicovoller te worden door de toenemende concentratie van grote, maar erg hoog gewaardeerde techbedrijven. Vandaar dat het zinvol is te kijken naar een geografische spreiding, toegang tot andere economische cycli en grondstoffendynamieken.