Nieuw-Zeelandse dollar blijft in rustig vaarwater
De munt beweegt zich al jaren rond 1,70 Nieuw-Zeelandse dollar per euro. We verwachten voor 2022 geen uitzondering.
Terugblik op 2021
De Nieuw-Zeelandse economie presteerde buitengewoon. Al begin 2021 bereikte het land het niveau van voor de pandemie. Het resultaat was een sterke groei, maar ook een forse toename van de inflatie. De handelsrelaties met China, Australië en de Verenigde Staten blijven heel sterk. Het opkoopprogramma van obligaties werd midden 2021 stopgezet. Begin oktober steeg de rente, voor het eerst in zeven jaar. De overheidsfinanciën blijven gezond. Het renteverschil met obligaties in euro is opgelopen tot ongeveer 2 procent.
De verwachtingen voor de economie
De centrale bank verwacht dat de inflatie wellicht boven 5 procent zal stijgen. De hoge olie- en energieprijzen en de aanbodbeperkingen maken dat de bank een langere periode van hoge inflatie vreest. Daarom zal ze haar monetair beleid verstrakken. Tegen het einde van 2022 zal de rente wellicht stijgen naar 2 procent. Enkele maanden later, in 2023, kan er nog een half procent bij. De extreem hoge huizenprijzen zijn onhoudbaar, maar de stijgende rente kan vanzelf tot een afkoeling van de huizenmarkt leiden. De werkloosheidsgraad bedraagt amper 3,4 procent.
De verwachtingen voor de Nieuw-Zeelandse dollar
Vaak verstevigt de munt van een land die de rente verhoogt. Dat geldt niet voor de Nieuw-Zeelandse dollar. De centrale bank verhoogde de basisrente van 0,5 naar 0,75 procent als voorbode van nog meer renteverhogingen. Toch verzwakte de Nieuw-Zeelandse dollar. Maar geen nood. De munt beweegt zich al jaren rond 1,70 Nieuw-Zeelandse dollar per euro. We verwachten voor 2022 geen uitzondering en dus geen hevige bewegingen van de koers van de Nieuw-Zeelandse dollar.
Obligaties
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier