Kijk uit voor het einde van de megagolf
Meesurfen op een golf, een trend op de beursvloer, is heel rendabel. Het plan moet zijn dat zo lang mogelijk te doen. Dat blijkt telkens weer wanneer je verder kijkt dan de waan van de dag en eens kijkt naar de grote investeringsthema’s, die sinds de Tweede Wereldoorlog de markten hebben beheerst. Daaruit valt echter ook één grote waarschuwing af te leiden: blijf uit de buurt van de branding, want wanneer de golf op de rotsen uiteenspat, blijft er niks meer van over. Anders dreigen jaren van frustratie en negatieve rendementen.
Precies dat is een haast onmogelijke opgave: een megagolf waar je zoveel aan verdiend hebt, vaarwel zeggen en aandacht krijgen voor een nieuwe golf. Dat die nieuwe golf doorgaans uit het niets komt en precies opduikt in een beleggingscategorie die het de voorbije tijd absoluut niet goed heeft gedaan, maakt het extra moeilijk. De valkuil is te blijven geloven in de voorgaande golf, en elke daling te zien als een mooie koopgelegenheid en elke herstelbeweging als een bewijs dat we weer vertrokken zijn, zoals in de ‘goede, oude tijden’. Niet dus.
Het ene versus het andere decennium
Om bewijzen daarvan te vinden, volstaat een terugblik op de voorbije halve eeuw. De jaren zeventig werden gedomineerd door grondstoffen en goud. De goudprijs klom in 1982 naar 800 dollar per troyounce, om in 2000 naar 250 dollar te zakken en pas in 2008 weer boven 800 dollar te klimmen. De jaren tachtig waren de jaren van de Japanse beurs. Het record van de Nikkei-index van 1989 staat nog altijd overeind!
De vorige keer dat de techwaarden zo domineerden, was in de jaren negentig, vooral in de tweede helft van dat decennium, met de internetzeepbel en de Nasdaq 5000. Maar in 2003 was de index al weer onder 1.000 punten gezakt. Het duurde tot midden vorig decennium alvorens de index opnieuw boven 5.000 punten noteerde. Daarna namen de opkomende markten de fakkel over (vooral de BRIC-landen), maar sinds de piek in 2011 is het daar alleen maar kommer en kwel.
De valkuil is dat we blijven geloven in de golf waarop we surfen, en elke daling zien als een mooie koopgelegenheid.
Sinds begin vorig decennium domineren de Amerikaanse techsupercaps de markten. Het geld trekt er massaal en ongebreideld naartoe. Hun gewicht in de indexen is overweldigend, maar wij vrezen we dat we het aan het einde van die golf zijn gekomen. Met een gemiddelde return (koersstijgingen + dividenden) van 17 procent over de voorbije vijftien jaar voor de Nasdaq-index zitten we op het dubbele van het historische gemiddelde. Niet alleen door de fantastische resultaten van de techgiganten, maar ook door oplopende waarderingen. Microsoft begon aan die golf met een waardering die amper een derde was van wat ze nu is. We weten het, het klinkt absurd wat we nu schrijven, maar de komende tien tot vijftien jaar zullen die opbrengsten een pak minder zijn, als er gemiddeld al rendement zal zijn. De historische evidentie is verpletterend. Extreem hoge returns gaan over in heel lage of onbestaande opbrengsten. Maar het blijft onbegrijpelijk.
Slimme investeerders pakken dus meer en meer hun winsten en gaan op zoek naar de volgende megagolven om op mee te surfen. Zoals gezegd, moeten we die zoeken waar die het afgelopen decennium helemaal niet te bespeuren vielen. Dat zouden dus de grondstoffen/edelmetalen, de opkomende markten en waarde-aandelen kunnen zijn. We gaan er in deze rubriek de komende weken nader op in. Eén megagolf is volgens ons al enkele jaren bezig en wordt nog niet algemeen opgepikt: grondstoffen. Daar beginnen we volgende week mee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier