Kieskeurig voor munten
Voor de obligatiebelegger is en blijft een EUR een EUR. Wat hem aanbelangt, is de stabiliteit van zijn belegging. Die kan niet langer worden gegarandeerd.
De Griekse crisis berokkent Europa opnieuw heel wat schade – niet louter economisch, maar ook op het gebied van imago en reputatie. Het bedreigt ook het broze economische herstel dat in de maak was. Griekenland weegt weinig op Europees niveau (amper 1,8%), maar de politieke gevolgen kunnen toch groot zijn. Er staan tal van verkiezingen voor de deur. Vooral de parlementsverkiezingen in Spanje aan het eind van het jaar zijn cruciaal. Op basis van de regionale verkiezingen dreigen de gevestigde partijen daar aardig wat terrein te verliezen. Ten voordele van partijen als Podemos, vergelijkbaar met het Griekse Syriza. De slagkracht van Europa dreigt dus verder te worden aangetast. In menig geval dienen de beslissingen eenstemmig genomen te worden. Europa riskeert lamgelegd te worden.
De euro (EUR) kan dan ook fors verzwakken de komende maanden. De Europese Centrale Bank (ECB) zal haar monetaire expansie in zulke omstandigheden niet al te snel kunnen beëindigen. Die loopt officieel tot september 2016. De bank moet de rentetarieven zo laag mogelijk handhaven, om niet alleen de lidstaten overeind te houden, maar ook de banken die nog altijd in een moeilijk parket verkeren. Een bewijs daarvan is de verwijdering van pottenkijkers in het verlenen van transactiecodes door de gevestigde afwikkelingsinstellingen. Elk verhandelbaar effect krijgt een identificatienummer (ISIN), dat vroeger vrij toegankelijk was. Nu de banken meer en meer speculatieve producten op de markt brengen, wat tot uiting komt in de exponentiële groei van toekenningen van ISIN-codes, zijn ze sinds midden juni niet langer vrij verkrijgbaar. Iedereen zal zich herinneren dat de Amerikaanse centrale bank de publicatie van M3, de monetaire massa die de kredieten opnemen, afschafte twee jaar voor de crisis losbrak.
Voor de obligatiebelegger is en blijft een EUR een EUR. Wat hem aanbelangt, is de stabiliteit van zijn belegging. Die kan niet langer worden gegarandeerd. De renteschaal zal vermoedelijk laag blijven omwille van de politieke onzekerheden, maar zou niettemin de hoogte kunnen invliegen als men gaat beseffen dat alle genomen relancemaatregelen ineffectief blijken. Nu al is een lichte stijging van de rentetarieven merkbaar (iets minder dan 0,5%). Kwaliteit zal een vooraanstaande rol spelen. Vanzelfsprekend zal het Duitse staatspapier (Bund) zijn referentierol blijven spelen. Maar dat betekent niet dat dit soort papier het meest betrouwbaar is. Wordt de Europese Unie overhoop gegooid en wordt Duitsland verplicht zijn enorme overschotten die het van de andere lidstaten afroomde, terug te geven, dan verkeert de hele zone in gevaar.
Geef daarom de voorkeur aan stukken van minder opvallende lidstaten die vrij rustig boeren (Benelux) of aan leningen van vooraanstaande bedrijven. Koop op de secundaire markt en liefst onder pari (100%) om beter bestand te zijn tegen een toekomstige renteverhoging. Houd in het achterhoofd dat de komende maanden hoe dan ook woelig zullen verlopen.
USD: niet zonder gevaar
Zal de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, het aandurven of niet? Al maanden wordt gespeculeerd op een renteverhoging door de Fed. Nu ziet de economische toestand van de Verenigde Staten (Aaa, stabiel; AA+, stabiel) er niet zo fraai uit. Elke raming over de ontwikkeling van de conjunctuur wordt systematisch naar beneden herzien. Officieel wordt een groei van 2,7% verwacht. Die spruit hoofdzakelijk voort uit herwaarderingen en voorraadvorming. De uitvoer stortte in als gevolg van de opwaardering van de dollar (USD). Het handelstekort bereikt nu al 750 miljard USD. Het wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de invoer van vreemd kapitaal. De lopende rekeningen vertonen niettemin een tekort dat overeenstemt met 2,4% van het bruto binnenlands product (bbp). Dankzij de lage rentestand kon de staat zich probleemloos financieren en haar begrotingstekort op 2,5% van het bbp handhaven. De economische toestand van de Verenigde Staten is allesbehalve bemoedigend. Etnische spanningen sporen sommige staten aan hun aandeel in de federatie te repatriëren. Zo eiste Texas onlangs de teruggave van zijn goud, omdat het geen vertrouwen meer heeft in de Fed.
De vooruitzichten van het land blijven somber. De daling van grondstoffenprijzen heeft de verhoopte consumptie niet aangewakkerd. Ze heeft de investeringen in alle sectoren die iets met oliewinning en energieproductie te maken hebben daarentegen flink aangetast. Ook multinationale bedrijven lijden onder de opwaardering van de USD. De kans is daarom zeer klein dat de groei versnelt de komende maanden. De Fed zal in zulke omstandigheden niet al te spoedig van beleid kunnen veranderen. Ze zal vermoedelijk geneigd zijn een kleine renteverhoging door te voeren tegen het einde van dit jaar, om de USD overeind te houden en verder vreemd kapitaal aan te trekken.
In afwachting heeft de renteschaal op de kapitaalmarkt haar opwaartse beweging ingezet, die gepaard gaat met een lichte verstrakking van de curve. Die stijging heeft nog geen noemenswaardige invloed uitgeoefend op de returns van de obligaties. Die bleven positief, maar onbenullig. De USD daarentegen presteerde uitstekend. Hij won niet minder dan 9,4% tegenover de EUR. Een buitenkans om de munt deels te verlaten en bijvoorbeeld deels over te stappen naar de AUD.
AUD: aantrekkelijk
Australië (Aaa, stabiel; AAA, stabiel) bleef niet gespaard van de algemene groeivertraging in de wereld. De conjunctuur verzwakte tot 2,3%, tegenover 2,9% vorig jaar. De mijn- en landbouwsectoren kennen moeilijke tijden, deels te wijten aan de inzinking van de grondstoffenprijzen. Het land voerde een pragmatisch monetair beleid dat het in staat stelde om de schade te beperken. Het begrotingstekort is niettemin opgezwollen tot 2,3% van het bbp. Op 17 juni jongstleden tekende de regering een economisch vrijhandelsakkoord met China. Ongeveer 85% van de uitvoer naar China zal vrij van douanerechten zijn. Het akkoord voorziet ook faciliteiten om Chinees kapitaal aan te trekken. Het moet nog door het Australisch parlement goedgekeurd worden, wat eerstdaags zal gebeuren. De vooruitzichten zijn daardoor aantrekkelijker dan ooit. Als de Chinese economie duurzaam herstelt welteverstaan, en de regering Abbott geen stupide geopolitieke beslissingen neemt.
De dollar (AUD) blijft echter een bijzonder wispelturige munt, onderhevig aan speculatieve kapitaalbewegingen. Tegenover de EUR is hij ietwat verstevigd (+0,6%). Dat heeft hoofdzakelijk te maken met de verzwakking van de EUR. De renteschaal in AUD is in de loop van de voorbije zes maanden lichtjes gedaald, met een puike normalisatie van de curve. Voordien neigde die te inverteren. Dankzij die rentedaling vertonen de meeste obligaties in AUD positieve returns. Op dit moment brengt een obligatie in AUD ongeveer 2,5% meer op dan een aanverwante in EUR. De munt blijft een aantrekkelijk alternatief voor de USD. Bijkopen mag telkens als de munt onder druk komt te staan.
CAD: speculatief interessant
Canada (Aaa, stabiel; AAA, stabiel) lijdt hoe langer hoe meer onder de aftakelende wereldeconomie en de instorting van de grondstoffenprijzen. Houdt die toestand nog langer aan, dan rijzen er veel problemen. Het land bestaat uit deelstaten (provincies) die elkaar fiscaal ondersteunen. De grootste geldschieter van het land is de provincie Alberta, met zijn olie- en gaswinning. Sinds kort draagt die provincie niet meer bij, terwijl de andere onder zware begrotingsdruk stilaan wegkwijnen. Het aantal faillissementen neemt gestaag toe, ook de werkloosheid zwelt aan en treft officieel 6,8% van de beroepsbevolking. De handelsbalans, vroeger altijd een steunpilaar van de economie, vertoont vandaag een tekort. Ook de lopende rekeningen verslechteren en stemmen al overeen met een tekort van 2,8% van het bbp. De begroting sloot af met een matig tekort van 1,8%, terwijl de inflatie langzaam aanwakkert (nu 0,1%). Natuurlijk zijn de vooruitzichten van de specialisten rooskleuriger. Er wordt gemikt op een groeicijfer van 2,3%. We betwijfelen of het land dat ooit zal halen.
De dollar (CAD) klom weliswaar hoger, meegesleurd door zijn Amerikaanse naamgenoot en door de slechte prestatie van de EUR. Hij verzwakt opnieuw. Per saldo verstevigde hij slechts 0,7%. De renteschaal is met iets minder dan 0,5% neerwaarts gegleden, wat tot positieve returns leidde op de obligatiemarkt. Beide bewegingen maakten van de CAD een aantrekkelijke belegging. Hij kan dat statuut aanhouden, zolang de EUR in troebel water verkeert. De CAD is dus speculatief geworden. Op dit moment brengt zo’n obligatie gemiddeld 1% meer op dan een gelijkaardige in EUR.
NZD: uitstekende diversificatie
Ondanks de groeivertraging van de wereldeconomie bleek Nieuw-Zeeland (Aaa, stabiel; AA, stabiel) de schade flink te kunnen beperken. De conjunctuur verzwakte weliswaar, maar kon nog 2,9% voorleggen. Ze bleek voldoende robuust om tot een begrotingsoverschot te leiden dat 0,1% van het bbp vertegenwoordigt. Een gepast monetair beleid gestoeld op lage rentetarieven is niet in staat geweest de handelsbalans op te trekken. Het verergerde bovendien de kapitaalvlucht. Het tekort op de lopende rekeningen zwelt langzaam aan en stemt nu al overeen met 4,9% van het bbp, tegenover 4,5% zes maanden geleden. Inflatie en werkloosheid blijken voorlopig overmeesterd. De nieuwe begroting mikt op een groei van 3,3% voor 2016, wat ruim boven de ramingen van economen uitstijgt.
De dollar (NZD) presteerde uitstekend in het begin van het jaar. Hij bezweek echter onder de aanhoudende daling van de renteschaal. In zes maanden tijd verloor hij 6,4% tegenover de EUR, die zelf al niet te best presteerde. De algemene rentedaling, iets minder dan 1%, zorgde daarentegen voor puike returns op de obligatiemarkt. Momenteel brengen obligaties in NZD gemiddeld 3% meer dan hun aanverwante in EUR. Dat marktsegment blijft aantrekkelijk, maar kan alleen benut worden als diversificatie. De verhandelbaarheid van de stukken, meestal van uitstekende kwaliteit, laat wat te wensen over. Verkies de AUD boven de NZD.
GBP: speculatiever dan ooit
De conservatieve regering-Cameron heeft in Groot-Brittannië (Aa1, stabiel; AAA, negatief) de verkiezingen van 7 mei gewonnen. Dat belet niet dat de toekomst van het land versombert. Zeker nu geweten is dat het land een referendum zal houden over zijn participatie in de Europese Unie. Economisch, hoewel de regering het tegendeel beweert, boert het land slecht. De groei daalt stelselmatig en zou 2,4% bereiken voor dit jaar. Het handelstekort zwelt nog altijd op, net als dat van de lopende rekeningen. Dit betekent dat, net als de Verenigde Staten, Groot-Brittannië overleeft op kosten van het buitenland. Het lakse monetair beleid verdoezelt heel wat onevenwichtigheden. Door de zeer lage rentetarieven kon het land de aangroei van het begrotingstekort intomen. Het vertegenwoordigt vandaag al 4,4% van het bbp, een vermindering met 0,6%. De centrale bank durft geen renteverhoging door te voeren, hoewel ze de monetaire expansie officieel heeft stopgezet. De woningbouw die bij het begin van het jaar hoopgevend ontwikkelde, kelderde opnieuw in mei.
Het pond (GBP) klom 9,7% in de loop van het eerste halfjaar. De prestatie is enerzijds te danken aan het rentevoordeel waarover de munt beschikt tegenover de EUR, maar ook aan de verzwakking van de EUR zelf. Zolang er geen duidelijkheid bestaat over de uitslag van het referendum, zal het GBP schommelen. Een brexit zou de munt fataal zijn. Op het rentefront stelt men een gestage opwaartse ontwikkeling van de schaal vast. Momenteel brengt een belegging in GBP tot 1,5% meer op dan een gelijkaardige in EUR, behalve op zeer lange termijn (30 jaar en meer), waar het verschil 1% bedraagt. Obligaties in GBP zijn speculatief geladen vanwege de munt. Ze zijn dus alleen weggelegd voor hen die effectief het GBP benutten. Voor de anderen is een afbouw van de positie aan te raden.
CHF: bestand tegen alles
De verrassing van dit semester was ongetwijfeld Zwitserland (Aaa, stabiel; AAA, stabiel). Het ontkoppelde in januari de frank (CHF) van de EUR. Meteen klom de CHF met meer dan 20% en hij bengelt een fractie boven de pariteit met de gemeenschappelijke munt. De instortende uitvoer werd echter gecompenseerd door instromend kapitaal, zodat per saldo geen conjunctuurinzinking te betreuren viel. Het land pronkte nog met een groei van 1,5%, amper 0,4% lager dan zes maanden geleden. De lopende rekeningen deden wel een pas achteruit en belandden op een overschot van 8% van het bbp. De economie ontwikkelt zich in een deflatoire omgeving. Blijkt de eurozone zijn problemen te overmeesteren, dan kan Zwitserland hiervan duchtig profiteren. Sommigen voorspellen daarom een verdubbeling van de groeicijfers. We betwijfelen of het zo’n vaart zal lopen. Wel staat vast dat de CHF onverminderd zal profiteren van de kleinste aarzeling van zowel de EUR als de USD.
Door de zeer lage rentestand (soms negatief) presteerden de obligaties uitstekend. Ondanks hun bijzonder lage coupons vertoonden ze opmerkelijk gulle returns. Rekening houdend met de opwaardering van de CHF tegenover de EUR (+14,9%) blijkt een belegging in CHF de allerbeste van de afgelopen jaren. Er komt echter een einde aan die lage rentestand. Voorlopig evolueert de Zwitserse renteschaal ongeveer 1% onder de Europese. Een belegging in CHF blijft raadzaam als verzekering tegen alle onzinnige monetair beslissingen die elders in de wereld worden genomen. Gezien de lage, soms negatieve, rentestand is het zinvol obligaties van gevestigde emittenten in CHF aan te kopen. De markt is vlot verhandelbaar, hoewel de obligatiereeksen vaak klein van omvang zijn.
JPY: speculatief aantrekkelijk
Japan (A1, stabiel; AA-, negatief) raakt maar niet uit het slop. Na een kortstondig herstel, te danken aan een ongeziene monetaire expansie, verviel het land weer in recessie. De invloed van de dalende energieprijzen werd tenietgedaan door de verzwakkende yen (JPY). De munt verstevigde weliswaar tegenover de EUR (+6,5%), maar dat was eerder te danken aan de verzwakking van de gemeenschappelijke munt. De regering blijft economische maatregelen treffen die weinig succes oogsten. De conjunctuur kromp 0,9% in. Natuurlijk verwacht men een expansie vanaf volgend jaar van 1,6%. De JPY blijft niettemin een gewilde munt voor speculanten. Het vreemde kapitaal stroomt het land opnieuw binnen, wat tot een overschot op de lopende rekening leidde (+1,9%). Het land bezit de op één na omvangrijkste wisselreserves van de wereld: 1190 miljard USD.
Ondanks de monetaire ingrepen van de centrale bank gleed de renteschaal lichtjes omhoog. De schaal staat nu ongeveer 0,5% gemiddeld onder die van de EUR. Obligaties in JPY zijn weinig aantrekkelijk en passen alleen maar in grote portefeuilles. De munt is daarentegen speculatief aantrekkelijk. De JPY reageert altijd op wereldgebeurtenissen en fungeert als traditionele tegenhanger van de USD en de EUR.
SEK: onstabiel
Dankzij drastische maatregelen, zowel op monetair als op het fiscaal vlak, kon Zweden (Aaa, stabiel; AAA, stabiel) de neerwaartse spiraal breken waarin het land in de loop van 2014 belandde. De groei handhaafde zich op 2,6%. Alles staat in gereedheid om die verder aan te zwengelen. Het zal echter afhangen van de wereldtoestand. De uitvoer blijft nog steeds de zwakste schakel van de Zweedse economie. De handelsbalans vertoonde wel een overschot omdat de invoer instortte. De Riksbank, de Zweedse centrale bank, voert een beleid dat erop gericht is de competitiviteit van de kroon (SEK) aan te zwengelen. Net als de ECB koopt ze massaal staatspapier op de obligatiemarkt. Ze verlaagde nogmaals, midden juni, haar rentetarieven tot -0,35%.
Tegenover de EUR is de SEK weliswaar lichtjes verstevigd de jongste maanden, maar dat heeft meer te maken met de verzwakking van de EUR dan met iets anders. De teleurstellende werkloosheidcijfers tonen aan dat de conjunctuur verder moet worden ondersteund. 8% van de beroepsbevolking heeft geen werk. Ondanks alles blijven de vooruitzichten verbeteren. Men verwacht een lichte groeiversnelling voor volgend jaar. Dat is natuurlijk zonder rekening te houden met de weerslag van de Griekse crisis.
De SEK is de hele tijd heen en weer geslingerd, weliswaar in een licht stijgend trendkanaal. Hij won 0,2% tegenover de EUR. Door het gevoerde monetair beleid daalden de rentetarieven met enkele basispunten. Hun schaal normaliseerde verder. Dat maakt dat obligaties in SEK overal positieve returns wisten voor te leggen. Dat marktsegment kent de voorbije maanden een uitbreiding. Er komen meer stukken in die munt uit dan voordien. De SEK is echter geen aanrader. Het rendementsverschil is te klein om als volwaardig alternatief voor de EUR te fungeren. Verkies daarvoor de Noorse kroon.
NOK: alternatief voor de EUR
De algemene groeivertraging in de wereld, samen met de forse daling van de olieprijzen, heeft averechtse gevolgen voor Noorwegen (Aaa, stabiel; AAA, stabiel). De economie van het land hangt voor 22% van zijn bbp van de petroleumsector af. De uitvoer daalde aanzienlijk (3,8% tegenover 2014). Die krimpende bijdrage woog op de groeicijfers, die amper 1,5% haalden, tegen 2,2% zes maanden geleden. De plotse verslechtering van de economische toestand dwong de centrale bank tot drastische maatregelen. Ze verlaagde meermaals haar rentetarieven die nu op hun laagste peil ooit staan (1%). De staat moest ook tal van maatregelen treffen om het hoofd te bieden aan de verslechterende toestand. Daardoor smolt het begrotingsoverschot tot 6,5% van het bbp (was 12,2% zes maanden eerder). Ook het aantal werklozen trekt aan en treft al 4,1% van de beroepsbevolking.
De Noorse kroon (NOK) gaf nog terrein prijs in het eerste kwartaal, maar begon sindsdien aan een herstelbeweging. Tegenover zes maanden geleden won hij 2,2%. Die beweging verloopt echter onzeker, in navolging van de olieprijs. De renteschaal op de obligatiemarkt normaliseerde met een toenemende stijging in functie van de restlooptijd. Ze bengelt zowat 1% boven die van EUR. De stukken in NOK uitgedrukt vertonen een positieve return. Ze blijven aanbevolen als verzekering tegen de EUR. Het marktsegment bevat tal van volwaardige namen en de meeste stukken zijn vlot verhandelbaar. Een NOK dient in alle portefeuilles aanwezig te zijn.
RUB: speculatief interessant
De ombuiging van Rusland (Ba1, negatief; BB+, negatief) door de sancties opgelegd door het Westen en door de forse olieprijsdaling blijken minder vat te hebben dan verhoopt. De economie krimpt niettemin in (-2,2%), maar herstelt langzaam, zij het wat chaotisch. Het land heeft nog altijd een aanzienlijk overschot op zijn handelsbalans. De forse daling van de roebel (RUB), die aanvankelijk tot een kapitaalvlucht leidde, is nu verleden tijd. De centrale bank bleek in staat haar rentetarieven drastisch te reduceren zonder averechts gevolg op de RUB. Integendeel, de munt verdapperde aan een stuk door sinds het begin van dit jaar. Hij klom 16,9% hoger. Alleen de inflatie baart nog zorgen en bedraagt meer dan 11%. Ze is sinds maart jongstleden in een dalende trendkanaal beland. Het overheidstekort bengelt op 2,6% van het BBP. Het land beschikt nog over 360 miljard USD aan wisselreserves.
De renteschaal in RUB ontwikkelde opwaarts, maar sinds de centrale bank haar tarieven verlaagde, is de beweging van richting veranderd. De curve is nu horizontaal en neigt tot normalisatie. Obligaties in RUB vertonen natuurlijk negatieve returns die echter volledig goedgemaakt worden door de muntversteviging van de afgelopen zes maanden. Net als de stukken in Zuid-Afrikaanse rand (ZAR) behoren de obligaties in RUB tot de kwalitatief betere. Ze brengen gemiddeld 11% meer op dan aanverwante in EUR. Ze zijn natuurlijk speculatief geladen vanwege het geopolitieke spel dat de grootmachten met elkaar spelen. Toch blijft een belegging in RUB aanbevolen als diversificatie voor grote portefeuilles.
ZAR: interessant voor lange termijn
De daling van de grondstoffenprijzen speelt Zuid-Afrika (Baa2, stabiel; BBB-, stabiel) parten. Het land haalde zijn traagste groei in 2014 (1,4%). Het versnelde lichtjes in 2015 om 2,1% te behalen, maar blijkt alweer te vertragen, hoofdzakelijk wegens stakingen en etnische spanningen. De toenemende buitenlandse vraag woog echter niet op tegen het wegstromen van het kapitaal, een recurrent probleem voor Zuid-Afrika. De lopende rekeningen vertonen nog steeds een aanzienlijk tekort van 5,5% van het bbp. De werkloosheid treft 26,4% van de beroepsbevolking en zit in een stijgende trend. Daaruit zullen politieke spanningen voortspruiten. De kans is dus klein dat het land in 2016 een groeiverbetering zal zien. Toch één positief punt: het begrotingstekort kromp tot 3,8%, tegen 4,4% 6 maanden geleden.
De rand (ZAR) blijft een bijzonder wispelturige munt. Hij wordt heen en weer geschud door speculatieve kapitaalbewegingen. Hij verstevigde weliswaar de afgelopen zes maanden met 2,9% tegenover de EUR. De renteschaal gleed ongeveer 0,5% opwaarts zonder van vorm te veranderen. Een vrij merkwaardig verschijnsel voor deze munt. De returns waren daardoor lichtjes negatief. Een obligatie in ZAR, hoewel vaak van uitstekende kwaliteit, is en blijft een speculatieve belegging. Ze moet gemiddeld 6 tot 6,5% meer opbrengen dan in EUR. Wie wisselverlies goed te maken heeft, moet zijn positie in ZAR verlengen. De vooruitzichten op zeer lange termijn blijven positief.
TRY, HUF, PLN: te onstabiel
In Turkije (Baa3, negatief; BB+, negatief) start een nieuwe periode vol onzekerheden. De heersende AKP-partij verloor haar volstrekte meerderheid bij de verkiezingen van 7 juni. De vraag is nu of de regering nog in staat is maatregelen op te dringen zoals in het verleden. Het land ondervond een opmerkelijke groeivertraging tijdens het eerste kwartaal. Verwacht wordt dat het een groei van 2,3% zal halen in 2015, ver van de 3,7% voorspeld, een groeicijfer dat opnieuw voorgeschoteld wordt voor 2016. Het land kampt nog altijd met een heuse kapitaalvlucht die op zijn lopende rekeningen doorweegt (-4,6%). De groeivertraging leidde tot een toename van de werkloosheid, die nu al 10,6% van de beroepsbevolking treft. Ook de inflatie blijkt niet beheersbaar en bereikt 7%. De lira (TRY) verloor gestaag terrein tegenover de EUR (-5,2%). De renteschaal gleed opwaarts en neigt gevaarlijk tot inversie. De kortetermijntarieven klommen met meer dan 2%. De returns waren natuurlijk negatief en het ziet er niet naar uit dat er beterschap in het verschiet is. Op dit moment brengt een obligatie in TRY gemiddeld 9% meer op dan een aanverwante in EUR. De belegging blijft uiterst speculatief.
Hongarije (Ba1, stabiel; BB+, stabiel) maakte een zeer goed eerste kwartaal mee. Het land profiteerde van het lakse monetaire beleid van de eurozone, wat het toeliet zijn rentetarieven te verlagen. Het vreemde kapitaal stroomt het land nog altijd binnen. Voor 2015 wordt een groei van 3,5% verwacht. Die zal volgens de ramingen vertragen in 2016, tot 2,9%. Hongarije is en blijft weinig geliefd binnen Europese kringen. De forint (HUF) is zo goed als zijn volledige winst sinds het begin van het jaar kwijt.
Polen (A2, stabiel; A-, stabiel) verkeert in een regimewissel sinds de verkiezingen van 24 mei jongstleden. De vraag is of het nieuwe bewind in staat zal zijn het land op dezelfde koers te houden als zijn voorganger. Op basis van de bedrijfsverwachtingen is het antwoord eerder negatief. Een groeivertraging is best mogelijk, te meer omdat meer dan 10% van de beroepsbevolking werkloos is. De zloty (PLN) ontwikkelde op gelijke wijze als de HUF en moest het merendeel van zijn winst sinds het begin van het jaar weer afgeven. Hij sloot het eerste halfjaar af met een versteviging van 1,9%. Beide munten zijn speculatief en hun obligaties moeilijk verhandelbaar en daarom af te raden.
BRL, MXN: uiterst speculatief
Brazilië (Baa2, negatief; BBB-, stabiel) maakte een onstuimige ontwikkeling mee sinds het begin van het jaar. Het land vertoeft in recessie. De verwachte contractie voor dit jaar wordt geraamd op 1,6%. Alles verslechtert er zienderogen. De handelsbalans blijft negatief en het kapitaal vlucht het land uit. De politieke spanningen helpen geenszins om het land weer op het juiste spoor te brengen. Om daar hoofd aan te bieden, besliste de regering meer dan 22 miljard USD van haar begroting te bevriezen en de winsten uit de financiële sector tegen 20% te belasten (+5%). Andere bezuinigingen zijn in de maak. Ze moeten niet alleen de groei herstellen, ze dienen ook om het begrotingstekort (5,5%) in te tomen, de stijgende inflatie (7,9%) om te buigen en de werkloosheid (6,4%) in te krimpen. Zoals altijd zien de verwachtingen voor het volgende jaar er beter uit. Er wordt gemikt op een groei van 1,1%. Ter informatie: vorig jaar stelde men een groei van 1,4% voor dit jaar voor. Het cijfer klopt ongeveer, behalve het streepje ervoor.
De real (BRL) zit in een dalend kanaal en er bestaat weinig kans dat hij daar spoedig uitkomt (-6,9%). De renteschaal ontwikkelde immers invers: de kortetermijntarieven liggen dus hoger dan de langere, wat elk economisch herstel bemoeilijkt. Door die inversie vertoonden de obligaties in BRL een negatieve return. Een obligatie in BRL moet meer dan 10% meer bieden dan een gelijkwaardige in EUR. Alleen weggelegd voor wie tegen een stootje kan.
De verkiezingen van 7 juni in Mexico (A3, stabiel; BBB+, stabiel) zijn achter de rug. De heersende partij haalde de meerderheid, maar de oppositie versterkte haar greep, wat de politieke toekomst minder voorspelbaar maakt. De economie hield vrij goed stand, ondanks de zwakke petroleumprijzen. Ze teerde op de Amerikaanse en groeide 2,5%. Op het vlak van de buitenlandse rekeningen blijft het land achteruitboeren. Het begrotingstekort bedraagt slechts 3,4%. Zoals overal zijn de voorspellingen voor volgend jaar uiterst positief. Nog steeds wordt gemikt op een algemeen herstel van de Verenigde Staten, waarvan Mexico zou profiteren en 3,3% zou behalen. Het verhaal is naar onze mening te optimistisch. Brazilië en Mexico stoelen weliswaar op ruime wisselreserves van respectievelijk 370 en 195 miljard dollar.
De peso (MXN) die aanvankelijk verstevigde, geeft nu wat terrein prijs. Hij verbeterde 2,5% de voorbije zes maanden, geruggensteund door de gestage stijging van de renteschaal. Met als gevolg negatieve returns voor de obligaties in MXN. Die brengen nu tussen 3 en 5% meer op dan aanverwante in EUR, naargelang hun restlooptijd.
Obligaties
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier