Kansen voor achtergebleven opkomende markten
Enkele opkomende aandelenmarkten, zoals China, Polen en Brazilië, hebben het de voorbije jaren laten afweten. Aan de andere kant van het spectrum heeft India fantastisch gepresteerd. Op die groeimarkt komen we een van de volgende weken terug. De opkomende markten van Polen, Brazilië en China vertegenwoordigen enkele van de meest dynamische en snelgroeiende economieën ter wereld, elk met unieke kenmerken, kansen en uitdagingen.
Polen wordt gekenmerkt door een gemengde economie en integratie in de Europese Unie en ondervindt uitdagingen op het gebied van demografie en arbeidsmigratie. Brazilië is afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen en kampt met politieke volatiliteit en sociale ongelijkheid. India, met zijn enorme, jonge bevolking, leunt op een sterke dienstensector en richt zich op technologische innovatie, ondanks hordes op het gebied van infrastructuur en onderwijs. En China is de tweede grootste wereldwijde economie, domineert in productie en export, maar heeft ook te kampen met vergrijzing en de noodzaak een duurzamer groeimodel te vinden.
China versus India
In 2007 kende de MSCI China een omzet per aandeel van 27,71 Hongkongse dollar. In 2019 was dat opgelopen tot 58,04 Hongkongse dollar, een stijging met 109 procent. Voor de MSCI India ging het van 336,05 naar 748,03 Indiase roupie (+123%). Dat zijn enorme groeicijfers over een periode van twaalf jaar. Aandelen uit China behaalden over die periode een negatief rendement van 28 procent en die in India kwamen tot +23 procent. Die rendementen vallen zwaar tegen in het licht van het tempo waarmee de beursgenoteerde bedrijven in die landen hun omzetten lieten groeien. De verklaring is te vinden in de koers-winstverhoudingen. In 2007 waren die nog extreem hoog: India had een k/w van 50 en China zat zelfs op 55. Aan het einde van de gemeten periode was de k/w van China gedaald tot 16 en die van India tot 14.
Vanaf 2020 vond een opvallende ontwikkeling plaats. De koers-winstverhouding van India verdubbelde tot 32, terwijl die van China ging nog een keer met tientallen procenten naar beneden ging, tot 10. De verdubbeling in India vertegenwoordigde een koersrendement van 153 procent, in China kwam een koersverlies van 30 procent op de borden. Op een termijn van tien à vijftien jaar is de belangrijkste drijfveer voor rendement de verandering van de koers-winstverhouding en niet de groei van de winsten, zoals veel mensen denken.
China: heel goedkoop
Een koers-winstverhouding van 10 voor China is extreem laag. Mocht China naar hetzelfde niveau als India gaan, dan levert dat een koersrendement van 220 procent op, los van de winstgroei.
Maar in de beleggingsportefeuille is geen plaats voor gokken en gissen hoe het met China zal aflopen. De mogelijkheid van een heel hoog rendement vinden we niet aantrekkelijk, als er ook een kans is dat we al ons geïnvesteerde geld kwijtraken. Er zijn meerdere voorbeelden in de geschiedenis dat de waarde van een aandelenindex plotseling naar nul gaat. Dat gebeurde in Rusland tijdens de revolutie van 1917 en opnieuw in 2022. Russische aandelen hebben nog steeds waarde voor Russen, maar de westerlingen zijn allemaal onteigend. In China is de waarde van alle aandelen tijdens de maoïstische machtsovername in 1949 tot nul gedaald.
Hoe groot is de kans dat in de komende tien jaar door geopolitieke escalaties opnieuw alle Chinese aandelen (voor zover in handen van investeerders in het Westen) waardeloos worden? Die kans is heel moeilijk in te schatten en lijkt wel meer dan 0 procent. Wie vandaag in individuele Chinese aandelen wil beleggen, moet natuurlijk beseffen dat er twee aspecten zijn. Ten eerste gaat het tegen die erg lage waarderingen om heel kansrijke beleggingsopportuniteiten de komende jaren. Maar ten tweede is het risico ook bovengemiddeld. Dat hebben we de jongste jaren al voluit mogen ervaren.
Polen: Europa tegen halve prijs
Polen is, net als China, een extreem geval. De waardering is teruggelopen van een k/w van 31 naar 10. Dat is maar een fractie boven Turkije, dat de laagste waardering van alle opkomende landen heeft (9,5).
Voor Polen pleit de positie van het land in de Human Freedom Index, op plek 47. Turkije staat op 128 en China op 149. Meer persoonlijke en economische vrijheden bieden de aandeelhouder veel meer bescherming. Beleggen in Polen vinden we om die reden minder riskant dan beleggen in Turkije of China.
De MSCI Polen heeft sinds 2019 een totaalrendement van 0 procent behaald. De omzetten van Poolse bedrijven zijn in die periode gestegen met 37 procent, en de winsten zijn opgelopen met 63 procent. Vroeg of laat zullen de koersen die omzet- en winststijgingen volgen.
De toekomst van Polen ziet er bovendien goed uit. Het is een van de snelst groeiende economieën in Europa, met een hogere gemiddelde jaarlijkse groei dan veel van de gevestigde Europese landen. Polen is steeds meer geïntegreerd in de wereldhandel, met name als lid van de Europese Unie, wat de toegang tot andere markten heeft vergemakkelijkt.
Niets lijkt Polen in de weg te staan om zich te ontpoppen tot een opkomend land met waarderingen die in de ontwikkelde wereld normaal zijn. De gemiddelde waardering van Europese aandelen is het dubbele van de Poolse beurs. Het zou ons absoluut niet verbazen als de Poolse markt en het Europese gemiddelde naar elkaar toe evolueren in de komende tien jaar. Om die reden zou u een positie in de iShares MSCI Polen UCITS ETF (ISIN:IE00B4M7GH52) kunnen overwegen.
Brazilië: grondstoffenpotentieel
De waardering van Brazilië is de voorbije drie jaar geëvolueerd van een koers-winstverhouding van 22 naar 14. Brazilië staat bekend als het land dat het meest profiteert van stijgende grondstoffenprijzen.
Het levert producten als sojabonen, suikerriet, koffie, maïs, vlees en sinaasappels. Brazilië heeft ook grote reserves aan mineralen, waaronder ijzererts, bauxiet, nikkel, mangaan, goud, tin en bauxiet. Zoals bekend heeft het land ook aanzienlijke olie- en gasreserves, met name in offshore-gebieden. Het doel is in 2030 de vierde olieproducent op de wereld te zijn. En dan is er nog hout: Brazilië heeft uitgestrekte bosgebieden met een verscheidenheid aan houtsoorten.
Sinds het voorjaar van 2022 zijn de grondstoffen na een prachtige periode 2020-2022 weer onder druk gekomen. Het is dan ook veelzeggend dat Brazilië in december voor 9 miljard dollar meer heeft geïmporteerd dan geëxporteerd. Dat toont aan wat voor grootmacht Brazilië aan het worden is, en dat ook zonder grondstoffen de economie goed draait. De iShares MSCI Brazil UCITS ETF (ISIN:DE000A0Q4R85) biedt dan ook de kans om op het herstel van de grondstoffen in te spelen.
Conclusie
De prestaties, de potentie en de uiteenlopende aandelenrendementen van onder meer China versus India benadrukken het belang van een gedegen analyse alvorens te beleggen in opkomende markten. India springt eruit met indrukwekkende groeicijfers en een sterke prestatie, terwijl China, ondanks zijn groei, de beleggers teleurstelde met negatieve rendementen.
Dat bewijst dat niet alleen de groei, maar ook de koers-winstverhoudingen cruciaal zijn voor succesvol beleggen. De fluctuaties in die verhoudingen wijzen op het belang van timing en waardering bij het kiezen van beleggingen. China, Polen en Brazilië, met hun relatief lage waarderingen en solide economische fundamenten, presenteren zich als aantrekkelijke kansen. China kan bogen op een extreem lage waardering, Polen profiteert van zijn positie in de EU en Brazilië van zijn natuurlijke hulpbronnen en groeiende economische macht. De sleutel tot succes in opkomende markten ligt niet alleen in het herkennen van groei maar ook in het begrijpen van waarderingen en timing. Polen en Brazilië zetten we op de lijst van aanbevolen beleggingen. China ook, maar dan eerder voor de meer risicobewuste belegger.
Lage waarderingen renderen op termijn altijd
Voor de individuele landenanalyse van de opkomende markten gebruiken we koers- en winstcijfers van de MSCI World-index. Voor de winstcijfers berekenen we het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Zo weten we hoe bedrijven presteren over een volledige economische cyclus. Op de top van de cyclus zijn de winsten immers onhoudbaar hoog en op de bodem onrealistisch laag. Deel die winst door de stand van de index, en er is een verhouding tussen de koers en de gemiddelde winst. Die methode werkt over perioden van tien jaar perfect. De conclusie van de decennium is telkens hetzelfde.
De moraal van het verhaal is steeds weer dat extreem hoge waarderingen na vele mooie jaren heel veel risico’s met zich brengen voor het volgende decennium. Extreem lage waarderingen zorgden de afgelopen honderd jaar altijd voor mooie rendementen daarna. Vandaar dat we voor de komende jaren toch veeleer zouden opteren voor een aantal opkomende markten, en niet in het algemeen voor de westerse beurzen, met Wall Street op kop, waar de waarderingen zeer hoog liggen.
De sleutel tot succes in opkomende markten ligt niet alleen in het herkennen van de groei, maar ook in het begrijpen van waarderingen en timing.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier