Investeren in ETF’s brengt meer op dan braaf pensioensparen

© Getty Images/fStop
Laurens Bouckaert

Belgen sparen gedisciplineerd voor hun pensioen, maar hun geld werkt zelden hard voor hen.

Jaar na jaar storten miljoenen spaarders hun 1.050 of 1.350 euro in een fiscaal voordelig pensioenspaarfonds. Het systeem beloont discipline, maar niet noodzakelijk rendement. De wettelijke beperkingen, de hoge kosten en de beperkte vrijheid maken dat de opbrengst vaak ver onder het marktrendement blijft. Zelfs met het belastingvoordeel kan een wereldwijde indexbelegger op lange termijn meer overhouden.

Yoran Brondsema, co-auteur van De Hangmatbelegger en pleitbezorger van passief beleggen, vergelijkt beide systemen. In gesprek met Trends.be legt hij uit waarom de meeste pensioenspaarders minder opbouwen dan ze denken, en wat ze kunnen leren van de logica van indexbeleggen.

U vergelijkt vaak ETF-beleggen met pensioensparen. Historisch bekeken levert een wereldwijde ETF dubbel zoveel rendement op. Maar is dat ook realistisch voor de komende twintig jaar, nu de waarderingen hoog staan en de rentevoeten gestegen zijn?

YORAN BRONDSEMA. “Je hebt verschillende types pensioensparen. De tak21-producten zijn het sterkst gelinkt aan de rente en beleggen in veilige, kortlopende staatsobligaties. Als de rente laag staat, is het rendement vanzelf ook laag.

“Bij tak23-producten en pensioenspaarfondsen is het anders: die beleggen, net als ETF’s, in aandelen. Alleen legt de overheid al zo’n 25 jaar protectionistische regels op. Fondsen moeten een minimaal percentage beleggen in Europa en in euro-activa. Dat beperkt hun rendement, zeker omdat de Amerikaanse beurs het de afgelopen twintig jaar veel beter deed.

“Daarnaast maakt die regelgeving het moeilijk om passief te beleggen via indexen. Daardoor liggen de kosten van pensioenspaarfondsen gemiddeld hoger dan bij ETF’s. Tak23-producten hebben dat probleem niet, maar daar betaal je weer extra kosten voor de levensverzekering die eraan vasthangt.”

Veel Belgen focussen op de jaarlijkse belastingvermindering van het pensioensparen. Hoe weegt dat op tegen het hogere rendement van ETF’s?

BRONDSEMA. “Dat belastingvoordeel is interessant, maar wordt vaak overschat. Zeker als je rekening houdt met de eindbelasting op je zestigste. In sommige gevallen moet je tot 60 procent van je levenslange belastingvoordeel terugbetalen.

“Pensioensparen wordt pas echt interessant als je dichter bij je pensioenleeftijd komt, vanaf pakweg 45 à 50 jaar. Op korte termijn weegt het fiscale voordeel dan zwaarder dan het rendement van ETF’s. Maar hoe langer de horizon, hoe sterker het compoundingeffect van ETF’s wordt.”

ETF’s hebben geen fiscaal slot. Je kunt altijd uitstappen. Is die vrijheid niet gevaarlijker dan de verplichting bij het pensioensparen, dat beleggers beschermt tegen paniekverkopen?

BRONDSEMA. “Dat is inderdaad een positieve kant van pensioensparen. De drempel om te verkopen ligt veel hoger, want wie zijn geld vroeger wil opnemen, betaalt een boete van 33 procent. Daarnaast is het technisch ook niet makkelijk om je pensioenspaarfonds te liquideren. Die frictie helpt beleggers om emotionele beslissingen te vermijden.

“Particuliere beleggers doen het gemiddeld 2 procent slechter dan de markt, vooral omdat ze op emoties handelen. Ze verkopen bij dalingen en blijven te lang in verliezende posities. Pensioensparen dwingt hen om vol te houden, en dat is niet slecht.”

Toch blijkt uit uw simulaties dat pensioensparen weinig oplevert.

BRONDSEMA. “Ja, dat klopt. Veel mensen denken dat ze genoeg doen door elk jaar het maximum te storten. Maar zelfs als je dat dertig of veertig jaar volhoudt, levert het weinig op. Na inflatie kom je bij een goed pensioenspaarfonds uit op ongeveer 270 euro extra per maand. Dat is mooi meegenomen, maar lang niet genoeg om van te leven.

“Het plafond van 1.350 euro per jaar is gewoon veel te laag. In landen als Zwitserland of Nederland ligt dat veel hoger. België zou er alle belang bij hebben dat mensen méér zelf kunnen sparen. Dat verlicht net de druk op de eerste pijler.”

In een zware beurscorrectie zakt ook een wereld-ETF mee. Hoe overtuig je spaarders dat ETF-beleggen op lange termijn veiliger is dan een klassiek pensioenspaarfonds met een stabiel rendement?

BRONDSEMA. “Het hangt af van hoe je naar risico kijkt. Het klopt dat ETF’s meer op en neer gaan. Maar het grotere risico is dat je financiële doelen níét haalt. Dat risico is veel groter bij tak21-producten, want hun rendement ligt structureel te laag.

“Uiteindelijk draait het niet om wat je portefeuille elk jaar doet, maar om wat je aan het eind overhoudt. En daarom zullen ETF’s op lange termijn zeer waarschijnlijk meer opbrengen dan een tak21-levensverzekering met een gegarandeerd rendement.”

Vanaf welk bedrag of ritme wordt ETF-beleggen interessanter dan pensioensparen, rekening houdend met beurstaksen en transactiekosten?

BRONDSEMA. “Transactiekosten zijn de laatste jaren enorm gedaald. Brokers zitten in een echte race to the bottom. De beurstaks blijft natuurlijk, maar die bedraagt tussen 0,12 en 1,32 procent, wat nog altijd lager is dan de instapkosten bij veel tak21-producten, die soms oplopen tot 6 procent. En er zijn ook robo-advisors die je het werk uit handen nemen en je ETF-beleggingen voor jou beheren, en nog altijd goedkoper zijn dan een pensioenspaarplan.

“In de praktijk ligt het rendement van ETF’s daardoor al snel hoger, zelfs bij relatief kleine bedragen.”

Rust versus rendement

Het Belgische belastingstelsel bevoordeelt pensioensparen en ontmoedigt vrije belegging. Verwacht u dat dat ooit verandert?

BRONDSEMA. “Ik zou willen dat het anders was en werk hard om de drempel van ETF-beleggen te verlagen. Maar pensioensparen blijft nuttig, zolang het transparanter wordt en de limieten stijgen.

“Het is logisch dat de overheid pensioensparen stimuleert: het is belangrijk zodat de huidige generatie werkenden een pensioen kan opbouwen, en ook voor de overheidsfinanciën. Hoe meer mensen zelf sparen voor hun pensioen, hoe minder druk op de eerste pijler.

“Waar ik wél voor zou pleiten, is een verhoging van het jaarlijkse plafond. Dat is nu gewoon te laag om echt een verschil te maken.”

Pensioenspaarfondsen moeten vooral in Europese activa beleggen. Is dat nog verdedigbaar in een geglobaliseerde economie?

BRONDSEMA. “Dat is een reliek uit een ander tijdperk. Vroeger lag de focus puur op Belgische aandelen, later werden dat Europese. Maar vandaag is dat protectionisme achterhaald.

“Het zou prachtig zijn als mensen konden beleggen in een eenvoudige, goedkope MSCI World ETF mét fiscaal voordeel. Dat zou een modern pensioenspaarstelsel zijn.”

Pensioensparen is eenvoudig en automatisch. ETF-beleggen vraagt meer discipline en kennis. Is het realistisch om te verwachten dat de doorsnee-Belg die stap zet?

BRONDSEMA. “De realiteit is dat veel mensen nog nooit van ETF’s gehoord hebben. Ongeveer 70 procent van de Belgen heeft een pensioenspaarplan, maar ETF’s blijven iets voor een kleine minderheid.

“Dat hoeft ook niet per se te veranderen. Pensioensparen blijft nuttig, zolang het transparanter wordt en de limieten stijgen. Wat wel fout is, is dat banken jonge mensen van 25 nog altijd tak21-producten verkopen. Dat is bijna misdadig. Als je nog veertig jaar moet werken, is dat het slechtst mogelijke product.”

Veel mensen zien pensioensparen als ‘veilig’, omdat het via hun bank loopt. Zijn brokers en ETF-platformen even betrouwbaar?

BRONDSEMA. “Ja, absoluut. De onderliggende effecten worden op naam van de belegger bewaard, net als bij fondsen. Sterker nog: bij een pensioenspaarverzekering bezit jij de aandelen zelf niet eens. Je hebt enkel een claim op het rendement. In dat opzicht zijn ETF’s zelfs veiliger.”

Pensioensparen verplicht tot een horizon van decennia, ETF-beleggers kunnen vrij verkopen. Is dat ook de reden waarom ETF’s in de praktijk vaak niet worden aangehouden tot het einde?

BRONDSEMA. “Ja, precies. De drempel om te handelen is laag: je opent een app, leest een slecht nieuwsbericht en verkoopt. Die vrijheid is tegelijk een voordeel en een valkuil.”

Zijn pensioensparen en ETF-beleggen tegengestelde strategieën, of kunnen ze elkaar aanvullen?

BRONDSEMA. “Een combinatie is vaak ideaal. Voor wie overtuigd is van zijn discipline en kennis, volstaan ETF’s. Maar voor de meeste mensen is het verstandig om een deel vast te zetten in pensioensparen.

“Met een maandelijkse inleg van 110 euro benut je het fiscale voordeel, en alles daarboven kun je in ETF’s investeren. Wiskundig haal je met ETF’s het hoogste rendement, maar psychologisch biedt pensioensparen de nodige rust.”

Als u de Belgische pensioenwetgeving mocht herschrijven, hoe zou u ze hervormen?

BRONDSEMA. “In Zweden hebben ze een uitstekend systeem: pensioensparen via indexfondsen, automatisch aangepast aan je leeftijd. Jonge mensen zitten in dynamische portefeuilles met veel aandelen; naarmate je ouder wordt, verschuift dat automatisch naar obligaties. De kosten zijn laag en het beheer verloopt automatisch.

“Daarnaast zou ik de limiet optrekken. In Frankrijk kun je tot 150.000 euro inleggen over je hele leven, in plaats van 1.000 euro per jaar. Zo kunnen mensen veel vroeger profiteren van samengestelde groei.”

Easyvest mikt op aanvullend pensioen met ETF’s

De Brusselse fintech Easyvest biedt sinds eind vorig jaar een aanvullend pensioenfonds aan dat volledig belegt via ETF’s. Het product richt zich op werknemers en kmo’s, als alternatief voor de klassieke groepsverzekering in de tweede pijler.

“Tot nu waren pensioenfondsen enkel beschikbaar voor grote bedrijven of sectoren”, zegt Antoine Bouvy van Easyvest. “Wij maken dat model nu toegankelijk voor kleinere ondernemingen.”

Het fonds belegt in een mix van wereldwijde aandelen-ETF’s (zoals MSCI World) en Europese obligatie-ETF’s. De kosten bedragen ongeveer 1 procent per jaar.

Volgens Easyvest kan een wereldwijde portefeuille historisch op 6 à 7 procent rendement per jaar mikken, al is dat geen garantie voor de toekomstige resultaten.

Lees ook:

Partner Expertise