Het Canadese uraniumbedrijf Denison Mines bracht de voorbije weken heel wat nieuws.
Op 17 juli meldde de Mc Clean Lake-joint de venture van Orano (77,5%) en Denison Mines (22,5%) de succesvolle opstart van uraniumproductie in de Mc Clean North Deposit op basis van de gepatenteerde Surface Access Borehole Resource Extraction methode. De ertsmaterialen worden verwerkt in de Mc Clean Lake-verwerkingsmolen van de joint venture die ook de productie van de Cigar Lake Mine van Cameco (jaarlijkse productie tot 18 miljoen pond U3O8) verwerkt. Het gaat om de eerste uraniumproductie in het gebied sinds 2008. De North Deposit heeft voldoende reserves om tot 2029 circa 4 miljoen pond U3O8 te produceren.
Op 21 juli kondigden de Canadezen ook sterke exploratieresultaten aan van de Mc Clean South Deposit. Er is bijkomend exploratiewerk nodig, maar de resultaten geven het potentieel aan voor het verlengen van de productietermijn. Bovendien werd op 6 augustus een sterke voorlopige haalbaarheidsstudie gepubliceerd over het Midwest-project (belang van 25,17%, rest bij Orano) op 25 kilometer van Mc Clean Lake.
Het allerbelangrijkste blijft echter de ontwikkeling van het Wheeler River-project waarin Denison Mines een belang heeft van 95 procent en dat twee deposits omvat: Phoenix en Gryphon. Phoenix is het verst gevorderde project met als uniek gegeven dat de uraniumertsen voor het eerst in de geschiedenis van het Athabasca-basin zullen ontgonnen worden met de ISR-mijnbouwtechniek, een minder invasieve en goedkopere ontginningstechniek. Het bedrijf voerde hiervoor de jongste jaren uitgebreide testen uit, al heerst bij sommigen nog steeds twijfel over de slaagkansen.
Parallel loopt al sinds 2019 het vergunningstraject op provinciaal en federaal vlak. Op 5 augustus keurde de provincie Saskatchewan de milieu-aanvraag goed. Eerder dit jaar werden de federale publieke hoorzittingsdagen vastgelegd op 8 oktober en van 8 tot 12 december. Die zullen de basis vormen voor een federale beslissing begin 2026 over de milieu-vergunning en de mijnbouwlicentie. Bij gunstig antwoord zal in de eerste jaarhelft van 2026 een definitieve investeringsbeslissing worden genomen. De eerste productie wordt vanaf medio 2028 verwacht. Phoenix haalde op basis van een verkoopprijs van 66 à 70 dollar per pond U3O8 een actuele waarde van de toekomstige kasstromen (NPV) na belastingen van 1,56 miljard Canadese dollar. Het project zal over de tienjarige levensduur 56,7 miljoen pond produceren, waarvan 41,9 miljoen pond tijdens de eerste vijf jaar, tegen een lage totale kostprijs van 16,04 Amerikaanse dollar per pond.
De NPV van het tweede project op Wheeler River, Gryphon, bedroeg in de voorlopige haalbaarheidsstudie 0,9 miljard Canadese dollar. Op 16 juli werden positieve exploratieresultaten bekendgemaakt van het eerste exploratieprogramma sinds 2018 die duidelijk maakten dat Gryphon op termijn groter zal worden.
Tot slot en niet het minst kondigde topman David Cates op 7 augustus de uitgifte aan van converteerbare obligaties met vervaldatum in 2031 voor 250 miljoen Amerikaanse dollar. De dag daarna was al 300 miljoen dollar verzekerd met een lage intrestvoet van 4,5 procent en een conversieprijs van 2,92 Amerikaanse dollar per aandeel (opgetrokken tot 4,32 dollar inclusief de aankoop voor 30,75 miljoen dollar van een ‘capped call’ financiering).
Conclusie
Het aandeel van Denison Mines viel terug op de uitgifte van de converteerbare obligaties die evenwel relatief goedkoop de volledige financiering voor de bouw van Phoenix verzekert. We verwachten dat Phoenix in 2026 zal worden goedgekeurd en dat het aandeel de komende jaren een van de sterkhouders zal zijn in de uraniumsector.
Advies: koopwaardig
Risico: hoog
Rating: 1C
Koers: 2,02 dollar
Ticker: DNN US
ISIN-code: CA2483561072
Markt: New York Stock Exchange American
Beurskapitalisatie: 1,81 miljard dollar
K/w 2024: –
Verwachte k/w 2025: –
Koersverschil 12 maanden: +32%
Koersverschil sinds jaarbegin: +10%
Dividendrendement: –
We verwachten dat Phoenix in 2026 zal worden goedgekeurd
