De mooie kansen voor de oliemajors

Chevron © reuters
*  

Tien jaar geleden stelde China helemaal niets voor op het gebied van auto’s. Inmiddels heeft het land de autowereld op zijn kop gezet en is het de grootste auto-exporteur ter wereld geworden. Dat succesverhaal zegt niets over de verkoop in de VS of Europa, wel over de enorme aantallen auto’s die naar landen zoals Indonesië en Pakistan worden geëxporteerd. China verkoopt betaalbare auto’s met verbrandingsmotoren voor slechts een paar duizend euro. Dat is precies wat opkomende markten zich kunnen veroorloven. Elektrische voertuigen zijn veel te duur en de opkomende markten hebben er niet de infrastructuur voor.

Vraag naar olie

In de afgelopen decennia zagen we de vraag naar olie jaarlijks met gemiddeld een miljoen tot anderhalf miljoen vaten per dag stijgen. Die groei werd volledig aangedreven door de opkomende markten en begon in een tijd waarin mensen in landen zoals Indonesië, India en Colombia zich nog voornamelijk met de fiets of de bromfiets verplaatsten. Die mensen stappen nu over op auto’s omdat die eindelijk betaalbaar zijn. Dat houdt niet op bij hen; ook hun familieleden maken die stap. Dit betekent dat de jaarlijkse groei in olievraag binnenkort zou kunnen oplopen tot wel twee miljoen vaten per dag.

Energiemix

Het valt te verwachten dat de vraag naar olie veel langer blijft groeien dan men in de westerse wereld denkt. In het afgelopen jaar is er meerdere keren gejuicht omdat het percentage fossiel in de energiemix in Europa snel daalt en het gedeelte groene energie snel stijgt. Maar er werd te vroeg gejuicht. De belangrijkste reden dat het percentage van olie in de energiemix in Europa zo snel daalt, is dat de Europese industrie de afgelopen twee jaar is gekrompen (zie grafiek PMI Europa). Het verbruik van olie, aardgas en steenkool kun je aanpassen, maar groene stroombronnen zoals wind en zonne-energie gebruik je maximaal. Die energie valt niet op te slaan. Zodoende is het aandeel van wind- en zonne-energie in de totale energiemix toegenomen.

Zodra er weer economische groei is, zal de vraag naar energie toenemen. De zon blijft schijnen en de wind blijft waaien, maar deze bronnen kunnen geen extra energie opwekken. Daarom zal de toegenomen vraag volledig moeten worden opgevangen door fossiele brandstoffen zoals aardgas, steenkool en olie. Dat alles ondersteunt de veronderstelling dat de olieprijs zal stijgen en dan profiteren alle oliemajors mee. Maar er zijn wel grote verschillen tussen de vijf grote wereldspelers.

BP: te fors teruggevallen

BP boekt sterke resultaten in het downstream-segment, met name in raffinage en marketing. In het tweede kwartaal behaalde BP een aangepaste bedrijfskasstroom (ebitda) van 1,4 miljard dollar in dit segment, wat de nadruk op efficiëntie en margeverbetering onderstreept. Daarentegen presteert het upstream-segment minder goed in vergelijking met concurrenten. Hoewel BP een aangepaste ebitda van 4,4 miljard dollar rapporteerde in het upstream-segment, staat die prestatie onder druk door lagere productieniveaus en stijgende kosten.

Er bestaat een sterke relatie tussen upstream en downstream, aangezien olie eerst moet worden gewonnen voordat ze kan worden geraffineerd. Maar raffinaderijen zijn complex en gebruiken ook regelmatig olie van andere partijen. Daarom kan niet worden gezegd dat minder upstream meteen resulteert in minder downstream.

Die uitdaging kan worden toegeschreven aan factoren zoals de natuurlijke afname van bestaande velden en vertragingen in nieuwe projecten. BP streeft ernaar de productiecapaciteit te stabiliseren en mogelijk uit te breiden door strategische investeringen, het optimaliseren van de prestaties van bestaande velden en het ontwikkelen van nieuwe projecten in regio’s met hoog potentieel. Hoge productieniveaus zijn cruciaal om te profiteren van stijgende olieprijzen.

Hoewel BP’s productieniveau een aandachtspunt blijft, blijven we bij ons advies ‘koopwaardig’. Mede door de koersdaling van de jongste tijd. De vrije kasstroom van BP bedraagt nu 17 procent van de totale beurskoers, wat wil zeggen dat de onderneming in slechts iets meer dan vijf jaar tijd voldoende geld genereert om de aankoopkoers terug te verdienen. In de S&P500 duurt dat gemiddeld 32 jaar.

Chevron: stijgende productie

Een bedrijf dat geen moeite heeft met de productie, is Chevron. De Amerikaanse major rapporteerde een productie van 3,05 miljoen vaten olie-equivalent per dag in het tweede kwartaal. Dat is een stijging van ongeveer 4 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. De groei is deels te danken aan de toename van productie in zowel binnenlandse (VS) als internationale operaties.

Chevron is van de vijf oliemajors onze favoriet, door de te verwachten groeiende vraag naar olie uit opkomende markten.

Chevron blijft investeren in de uitbreiding van projecten en de ontwikkeling van nieuwe velden. Zo heeft het bedrijf in 2024 vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van projecten in de Golf van Mexico en in West-Afrika, die naar verwachting de productie in de komende jaren zullen verhogen. Chevron blijft daarom zonder twijfel het advies ‘koopwaardig’ opgeplakt krijgen.

ExxonMobil: massale uitbreiding

ExxonMobil lijkt op Chevron, maar er zijn ook belangrijke verschillen. ExxonMobil richt zich op massale uitbreiding van upstream-productie – vooral in nieuwe opkomende regio’s zoals Guyana – en lng-projecten wereldwijd. De bedrijfsstrategie is gericht op het veiligstellen van grote langetermijnprojecten die de basis leggen voor toekomstige groei.

Chevron heeft een conservatievere aanpak, met de nadruk op kapitaaldiscipline en het optimaliseren van operaties. Ook dit bedrijf blijft investeren in groei, met name in de Permian Basin en lng-projecten in Australië, maar met een iets voorzichtiger benadering dan ExxonMobil. De kaptiaaldiscipline en meer conservatieve aanpak zorgen ervoor dat Chevron elk jaar boven ExxonMobil eindigt in osn onderzoek naar beste dividendaandelen. Het dividendrendement en de dividendgroei zijn bij Chevron hoger en de verhouding tussen kansen en risico’s veel aantrekkelijker dan bij ExxonMobil. Het advies voor ExxonMobil is daarom ‘houden’.

Shell: lng-kampioen

Shell is wereldwijd de grootste speler in lng, en dat segment blijft cruciaal voor de strategie. De vraag naar energie in Azië blijft snel stijgen, vooral in opkomende markten. Lng speelt een sleutelrol in landen zoals China, India, Japan, en Zuid-Korea, waar lng-importen een belangrijk deel van de energiebehoefte dekken. Aziatische landen blijven hun lng-importcapaciteiten uitbreiden om aan de groeiende vraag te voldoen. Lng wordt gezien als een relatief schonere fossiele brandstofoptie dan steenkool en olie, omdat het bij verbranding minder CO2, zwaveloxiden (SOx), en stikstofoxiden (NOx) uitstoot. Veel landen zien lng daarom als een belangrijke brandstof tijdens de energietransitie naar volledig koolstofarme energiebronnen. Die snelgroeiende economieën gebruiken lng dus om in de stijgende energiebehoefte te voorzien en tegelijkertijd de uitstoot te verminderen.

Het is de verwachting dat het inkopen van eigen aandelen en het dividend een rendement van ruim 10 procent per jaar voor aandeelhouders Shell opleveren . Dat rendement gaat verder omhoog wanneer de energieprijzen stijgen. De afgelopen twee winters waren warm. Mocht er weer een keer een koude winter komen, dan zal het aandeel Shell omhoog schieten. Een koopadvies dus.

TotalEnergies: vol op energietransitie

TotalEnergies zet vol in op de energietransitie en heeft de meest ambitieuze plannen voor investeringen in hernieuwbare energie, exclusief lng. Het bedrijf wil daar ongeveer 60 miljard dolar in steken tegen 2030. Ter vergelijking: Shell heeft plannen voor investeringen van in totaal ongeveer 22,5 miljard dollar in dat jaar. Kijken we naar de beurs, dan heeft Shell een waarde van 208 miljard dollar, terwijl dat voor TotalEnergies 149 miljard is. Relatief vertegenwoordigen de investeringsplannen van TotalEnergies 40 procent van de beurswaarde, terwijl dat bij Shell slechts 11 procent is.

Door die aanzienlijke investeringen bouwt TotalEnergies een enorme kennisvoorsprong op ten opzichte van andere oliemajors. De waardering is echter net zo laag als die van Shell, wat impliceert dat ook bij TotalEnergies een jaarlijks rendement in de dubbele cijfers te verwachten valt. Als de energietransitie echt van de grond komt — met veel overheden die 2030 als belangrijk tussenpunt naar 2050 hebben aangewezen — dan kan TotalEnergies mogelijk andere oliemajors overtreffen in totaalrendement. Ook hier dus een positief advies.

Chevron favoriet

Chevron is van deze vijf onze favoriet, door de te verwachten groeiende vraag naar olie uit opkomende markten. Chevron heeft bovendien een sterke focus op kapitaaldiscipline en zet in op de groei van de olieproductie, wat het bedrijf goed positioneert om te profiteren van een stijgende olieprijs. TotalEnergies, Shell en BP zijn ook alle drie koopwaardig. ExxonMobil krijgt een neutraal advies, omdat het bedrijf in verhouding minder nadruk legt op kapitaaldiscipline.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content