De brexit is een feit

De onverwachte uitslag van het brexitreferendum bracht op de kapitaalmarkt een vlucht naar kwaliteit op gang. Er waren iets meer opwaarts gerichte stukken dan dalende. Alleen in pond was de verhouding andersom.

Nog nooit hebben financiële markten zich zo vergist. Tot vrijdag om 3 uur ‘s morgens waren de markten er nog van overtuigd dat Groot-Brittannië bij de Europese Unie zou blijven. De hele week lang hadden de peilingen op een nek-aan-nekrace gewezen, maar de gokkers en de speculanten bleven massaal wedden op het remain-kamp. Bedrijfsleiders, bankiers, economen en politici wezen op allerhande catastrofes om de Britten ervan te overtuigen zich niet in een roekeloos avontuur te wagen. Het mocht niet baten: de brexit is een feit, tot groot ongeloof van de markten.

Zowel de Britse centrale bank als veel economen voorspelden een daling van het pond (GBP), die gepaard ging met een forse stijging van de Britse renteschaal. Maar die laatste is tot haar laagste punt ooit gedaald. In tijden van onzekerheid grijpt men altijd naar hetgeen men als het veiligst beschouwt. Overheidspapier maakt daar ontegensprekelijk deel van uit. Dat fenomeen was terloops overal merkbaar. De renteschalen staan op hun laagste peil ooit.

Door op het verkeerde paard te wedden hebben veel beleggers en speculanten dekkingsposities genomen in de verkeerde richting, als ze niet gewoon gokten. Vorige vrijdag moesten ze in allerijl hun posities afsluiten en hun verliezen verteren, met stevige dalingen op de markten als gevolg. Banken zullen daar nog enkele weken onder lijden. Vooreerst omdat ze iedereen aangemoedigd hebben op die manier te speculeren, vervolgens omdat ze hiervoor leningen verschaft hebben en er zeker een pak geld op gaan verliezen, en ten slotte omdat ze zelf, via hun talrijke fondsen, op dezelfde manier gehandeld hebben, met hetzelfde resultaat.


City zal overleven

Het is nog te vroeg om zich een duidelijk idee te vormen van de komende ontwikkelingen. Wel kan men al enkele zinloze uitlatingen van de voorbije dagen ontkrachten. De eerste betreft de toestand van de City. Er wordt duchtig gespeculeerd dat heel wat buitenlandse banken de plek zullen verlaten, omdat ze niet langer welkom zouden zijn of omdat de buitenlandse werknemers niet langer van de sociale faciliteiten van het land zouden mogen genieten. Dat argument houdt weinig steek. Vooreerst omdat de City een fiscaal paradijs is binnen Groot-Brittannië, met eigen statuten en een werking die onafhankelijk zijn van de rest van het land. Waarom zou dat plots veranderen?

Nog vóór Groot-Brittannië lid werd van de Unie, zelfs voor het ontstaan van de Unie zelf, bestond de City al en had ze dezelfde vrijheden als vandaag. Door de decennia heeft de City een specialisatie en een netwerk ontwikkeld die niet zo gemakkelijk exporteerbaar zijn. Een brexit verandert dus niets aan die toestand. Ten slotte is de City de grootste bron van inkomsten van het hele land, om niet te zeggen de enige daadwerkelijke bron. Waarom zou de nieuwe regering zoiets overboord gooien? Het tegendeel zou eerder kunnen plaatsvinden: de banken aanwezig in de City zullen nog meer privileges toegewezen krijgen.


Pragmatisme zal regeren

Het enige element dat roet in het eten kan gooien, zijn de juridische aspecten van de bestaande contracten. Die moeten worden herzien in het kader van nieuwe bilaterale overeenkomsten tussen Groot-Brittannië en de rest van de wereld. Als dat werk te lang duurt en onzekerheden veroorzaakt, bestaat inderdaad de kans dat sommige bankinstellingen de City zullen verlaten. Maar hun lobbyvermogen indachtig, blijft die kans uitermate klein.

Over de groeiperspectieven van het land en zijn handelspartners wordt ook veel onzin uitgekraamd. Het ligt voor de hand dat geen enkele partij er baat bij heeft de andere lastig te vallen. Nieuwe handelsovereenkomsten zullen snel afgesloten worden. Het is nu aan de bevoegde overheden om elke vorm van speculatie tegen te gaan die de totstandbrenging van die nieuwe relaties zou bemoeilijken. Van de Britse kant hoeft men zich niet al te veel zorgen maken. De bevoegde instellingen hebben doorgaans blijk gegeven van pragmatisme. Vanuit de Europese Unie en de Europese Commissie daarentegen kan men het ergste verwachten. Nu al dringt ze erop aan dat de Britten zo snel mogelijk hun vertrekprocedure bekend zouden maken. Zoiets moet echter in samenspraak gebeuren!


Pond slechts even onderuit

De instabiliteit zal een poosje overheersen, tot de speculanten uitgeroeid zijn. Nadien zullen de markten een nieuw evenwicht vinden. Het GBP zal onder druk blijven, zolang het bibbergeld geen langdurige bestemming gevonden heeft. Dat kan enkele weken duren, misschien maanden als de Europese Unie zelf onzinnig te werk gaat – wat hoogst waarschijnlijk wordt.

Wat de renteschalen betreft, de brexit zal alle obligatiehouders aangenaam behagen. Alleen stukken uit de financiële en exportgevoelige sectoren zullen terrein kwijtspelen. De andere zullen probleemloos het vertrek van Groot-Brittannië doorstaan, als ze geen nadelige clausules bevatten zoals een achterstelling of een bail-in. De brexit verdaagt ook elke poging om het rentebeleid te verstrakken, ook in de Verenigde Staten. De kans is nu zo goed als nihil dat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve of Fed, volgende maand haar tarieven zal verhogen.

Beurzen en wisselmarkten daarentegen zullen woelige tijden meemaken. Hoofdzakelijk omdat het bibbergeld die markten het felst kan ontwrichten. De yen (JPY) is daarvan het beste voorbeeld. Hoewel Japan al 25 jaar in depressie zit en geen enkele remedie daartegen is geslaagd, blijft de JPY een tijdelijke bestemming voor bibbergeld. De koers stijgt dan onvermijdelijk en bemoeilijkt het monetaire beleid. Vorige week won de JPY niet minder dan 3,6% tegenover de euro (EUR). Het GBP dook meer dan 8% na de bekendmaking van de uitslag. Het herstelde tegen het einde van de dag en beperkte de daling tot 2,45% tegenover de EUR. In woelige tijden trekt de dollar (USD) altijd aan. Deze keer was het niet anders. Hij klom 1,7% hoger. De Zwitserse frank (CHF) bleef merkwaardig genoeg onveranderd. De hoogrentende munten presteerden goed en wonnen overal terrein. De belangrijkste winnaars heetten real (BRL) en rand (ZAR), met elk 2,3% vooruitgang, gevolgd door de aussie (AUD) en de kiwi (NZD) met beide 2,2%.


Vlucht naar kwaliteit

Op de kapitaalmarkt was de vlucht naar kwaliteit uitgesproken. Er waren iets meer opwaarts gerichte stukken dan omgekeerd. Alleen in GBP was de verhouding andersom, met dubbel zoveel dalers. Het langetermijnpapier, liefst van soevereine oorsprong, trok gevoelig aan. Op de primaire markt was er weinig te beleven. Alweer om technische redenen: emittenten waren niet in staat hun uitgiften degelijk in te dekken. De opgesomde emissies zijn ter illustratie, ze richten zich niet tot de modale belegger. De twee nulcoupons verschillen in structuur. Die in Zambiaanse kwacha (ZMK) op naam van de Wereldbank is een traditionele, onder pari (100%) uitgegeven en tegen pari terugbetaald. Die in EUR, op naam van Nomura, is van het Duitse type, a pari uitgebracht en tegen 148,594% op de vervaldag terugbetaalbaar. Hij kan vanaf 2026 vervroegd terugbetaald worden tegen 121,899%, met precies hetzelfde rendement.

Partner Content