De beste beleggingen tegen inflatie


Helaas is niets bestand tegen hoge of oplopende inflatie, maar er zijn wel aandelen van bedrijven die bescherming bieden tegen inflatie.
De afgelopen 125 jaar hebben laten zien dat veranderingen in het prijspeil de belangrijkste drijfveer zijn achter de bewegingen op de financiële markten. Als de prijzen stabiel blijven, stijgen de markten. Maar zodra het prijspeil instabiel wordt, dalen de aandelenkoersen. Hoe groter de schommeling van inflatie of deflatie, hoe groter de impact op de aandelenmarkten.
Historische voorbeelden wijzen uit hoe extreem prijsbewegingen aandelenwaarderingen kunnen beïnvloeden. De hoogste inflatie in de Amerikaanse geschiedenis werd genoteerd in juni 1920, toen de consumentenprijsindex (CPI) steeg naar 23,7 procent. In december dat jaar bereikten Amerikaanse aandelen hun laagste gemiddelde waardering ooit, met een koers-winstverhouding van gemiddeld slechts 4,8. Een ander voorbeeld is maart 1932, toen de deflatie opliep tot 10,3 procent. In juni dat jaar bedroeg de gemiddelde koers-winstverhouding slechts 5,6. Het klopt overigens niet dat de waarderingen vroeger structureel lager waren dan nu: in september 1929, net voor de crash, werd nog een gemiddelde koers-winstverhouding van 32,6 genoteerd.
Zowel hoge inflatie als hoge deflatie is funest voor de financiële markten, maar om verschillende redenen. Deflatie is gevaarlijk omdat schulden dan snel meer waard worden, waardoor consumenten, bedrijven en overheden onder hun schuldenlast bezwijken. Inflatie lijkt op het eerste gezicht minder bedreigend, omdat de reële waarde van schulden juist afneemt. Maar schijn bedriegt.
Charlie Munger, de rechterhand van Warren Buffett, waarschuwde herhaaldelijk voor de vernietigende kracht van inflatie. Hij omschreef het als het ergste wat een economie kan overkomen, op een kernoorlog na. Munger verwees vaak naar het Romeinse rijk als voorbeeld van hoe geldontwaarding zelfs de machtigste imperia kan doen wankelen. Hij zag inflatie als een sluipmoordenaar die spaargeld uitholt, de economische stabiliteit ondermijnt en chaos veroorzaakt op de financiële markten. Zijn boodschap was helder: inflatie is soms onvermijdelijk, maar als die onbeheersbaar wordt, vormt ze een groot gevaar.
Grootste slachtoffers
De grootste slachtoffers van oplopende inflatie zijn vaak bedrijven die uitstekend presteren. Een treffend voorbeeld is Coca-Cola, dat in de jaren zeventig werkelijk alles goed deed en indrukwekkende financiële resultaten boekte. Coca-Cola was in die tijd een van de beste beursgenoteerde bedrijven. Het was een klassiek dividendgroeiaandeel: de omzet, de winst en het dividend namen tussen 1970 en 1979 met honderden procenten toe. Het dividend steeg elk jaar gemiddeld met 18,6 procent, wat neerkomt op een totale verhoging van maar liefst 653 procent in die tien jaar. Toch bleef de aandelenkoers van Coca-Cola in de jaren zeventig stilstaan. In 1970 noteerde het aandeel 31,50 dollar, en bijna een decennium later, in 1979, stond het nog altijd op dat niveau.
Met een inflatie van 103 procent over die periode betekende dat in reële termen een verlies van 50 procent, doordat de koopkracht van geld werd uitgehold. De imposante prestaties van Coca-Cola gingen niet verloren, maar de waardering van het aandeel veranderde wel. De koers bleef gelijk, terwijl de koers-winstverhouding daalde met 70 procent. Het enige voordeel van inflatie is dan ook dat de mooiste bedrijven aan het einde van de inflatieperiode tegen enorme kortingen te koop zijn.
Tweede inflatiegolf
Sinds 2020 hebben we één inflatiegolf en een bijbehorende rentestijging gezien. Na die golf schoten de koersen van kwaliteitsbedrijven omhoog, omdat de markt ervan uitging dat de inflatiepiek eenmalig was. Maar wat als er een tweede inflatiegolf komt? Dan krijgen kwaliteitsbedrijven een probleem. Ten eerste omdat een tweede golf vaak hoger uitvalt dan de eerste, mogelijk doordat consumenten zich de eerste golf nog goed herinneren en grote uitgaven vervroegen, waardoor de prijzen verder stijgen. Maar het kan ook simpelweg komen doordat inflatie al vanaf een hoger niveau begint en daardoor gemakkelijker versnelt.
Daarnaast zou een tweede inflatiegolf bevestigen dat we daadwerkelijk in een inflatoir tijdperk zitten, vergelijkbaar met de jaren zeventig. En de markt weet hoe slecht die periode was voor aandelenrendementen. Hoe meer bewijs zich opstapelt, hoe sneller beleggers hun strategie zullen aanpassen.
In tijden van stijgende inflatie en rente gaat het juist om bedrijven die vandaag al sterke kasstromen genereren, zoals Shell.
ASML versus Shell
Wanneer je een aandeel koopt, word je mede-eigenaar van een bedrijf en heb je recht op alle toekomstige kasstromen. Dat betekent dat bedrijven met een hoge verwachte groei, en dus veel toekomstige kasstromen, het zwaar krijgen, terwijl bedrijven die nu al veel kasstromen genereren beter zullen presteren. Hoe hoger de inflatie, hoe meer beleggers liever vandaag al 1 euro hebben dan 2 euro volgend jaar.
Het beste voorbeeld van een Nederlandse beursgenoteerde groeier is ASML. De technologische voorsprong geeft ASML een ongeëvenaarde concurrentiepositie. Geen enkel ander bedrijf komt in de buurt. De nettowinst groeit al vijf jaar met minimaal 25 procent per jaar en door de stijgende marges lijkt die trend zich nog lange tijd voort te zetten. Beleggers betalen dan ook tien keer de omzet voor een aandeel van ASML.
Aan de andere kant van het spectrum staat Shell, een bedrijf dat weinig groeit, maar wel een sterke kasstroom genereert. Tien jaar geleden was de omzet 265 miljard dollar, nu is dat 284 miljard dollar – een bescheiden jaarlijkse groei van 0,7 procent. Doordat Shell nauwelijks investeert in uitbreiding, vloeien de kasstromen rechtstreeks naar beleggers via het dividend en de aandeleninkoop. Als we een nieuw inflatietijdperk ingaan, zal Shell ASML ruimschoots verslaan.
De reden dat Shell aantrekkelijker wordt bij hoge inflatie, is simpel: Shell genereert het grootste deel van zijn kasstroom vandaag, terwijl ASML sterk afhankelijk is van toekomstige kasstromen, die bij hoge inflatie minder waard worden. In tijden van dalende inflatie en rente kunnen beleggers zich richten op de beste kwaliteitsbedrijven, zoals ASML. Maar in tijden van stijgende inflatie en rente gaat het juist om bedrijven die vandaag al sterke kasstromen genereren, zoals Shell.
Beleggingen in olie(waarden), goud(aandelen) en de fundamentele index de beste keuze tegen inflatie.
Favorieten
Een van mijn favoriete beleggingen in tijden van inflatie is de fundamentele index. Dat type index is ontworpen om de verwachtingen van beleggers uit de weging te filteren en richt zich in plaats daarvan op objectieve maatstaven zoals de omzet, de kasstroom, de boekwaarde en het dividend. Omdat de waarderingen in de Verenigde Staten het verst zijn doorgeschoten, geef ik de voorkeur aan de FTSE RAFI US 1000-index. Die bevat de grootste duizend Amerikaanse bedrijven, maar weegt ze op basis van hun financiële prestaties in plaats van op marktkapitalisatie.
Een goed voorbeeld is Nvidia. Dat aandeel heeft een weging van 5,8 procent in de ranglijst van de duizend grootste Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven op basis van marktkapitalisatie, maar in de fundamentele index is dat slechts 0,25 procent, omdat deze weging is gebaseerd op de onderliggende bedrijfscijfers. Het is duidelijk wanneer de fundamentele index beter presteert: dat gebeurt meestal wanneer de waarderingen van de grootste Amerikaanse aandelen dalen en beleggers overstappen naar winstgevende bedrijven in de rest van de markt. Wanneer we kijken naar de afgelopen 65 jaar, valt op dat de fundamentele index de S&P 500, inclusief dividend, ruimschoots heeft verslagen. Dat komt doordat vertrouwen langzaam wordt opgebouwd, maar snel kan verdwijnen.
In opgaande markten krijgen de populairste aandelen een almaar zwaardere weging in de index. Elk jaar dragen ze meer bij aan het rendement, maar zodra de toekomstverwachtingen verslechteren, dalen die aandelen fors in waarde. Omdat ze dan nog steeds een groot deel van de index uitmaken, is de schade aanzienlijk. De traditionele index is traag in het afbouwen van de weging, waardoor die volop profiteert van de opmars, maar ook de volledige klap opvangt tijdens de neergang.
Voor beleggers met een lange horizon is beleggen via de fundamentele index een uitstekende manier om zeepbellen te vermijden. Wie inflatie verwacht, doet er goed aan om die strategie te overwegen, zoals de Invesco FTSE RAFI US 1000 ETF (ISIN-code: IE00B23D8S39).
Conclusie
Beleggen in de mooiste bedrijven is geweldig, maar helaas is niets bestand tegen hoge of oplopende inflatie. De enige echte bescherming bieden aandelen van bedrijven waarin weinig tot geen verwachtingen zijn verwerkt. Voor wie zich wil wapenen tegen inflatie, zijn beleggingen in olie(waarden), goud(aandelen) en de fundamentele index de beste keuze.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier