De Zuid-Koreaanse beurs is stevig aan het heropleven. Bij nader inzien zijn daar goede redenen voor.
De Japanse beurs is de laatste drie jaar aan een indrukwekkende heropleving bezig. De reden is dat de Japanse beursuitbater zijn beursbedrijven een schop onder kont heeft gegeven om meer aandeelhouderswaarde te creëren. Bedrijven die structureel onder hun boekwaardes noteerden, kregen de opdracht daar dringend iets aan te doen.
Dat probleem van structureel ondergewaardeerde aandelen blijkt nog groter in Zuid-Korea, waar het ook bekend staat als de ‘Korean Discount’. Meer dan 70 procent van de aandelen noteren er onder hun boekwaarde.
De Koreaanse beurs mag dan goedkoop zijn, de beursprestatie en de kwaliteit van de bedrijven laten op zijn minst gezegd te wensen over.
Maar in de Koreaanse korting ligt misschien wel een mooie kans voor beleggers. De Koreaanse toezichthouders willen het Japanse plan kopiëren en sporen hun beursbedrijven aan om meer aandeelhouderswaarde te creëren. ‘Value-up’ hebben ze dat programma genoemd.
Het Koreaanse bedrijfsleven lijdt aan dezelfde ziektes als zijn Japanse evenknie: heel veel familiale aandeelhouders die niet bezig zijn met aandeelhouderswaarde, weinig transparant bestuur, slechte communicatie, argwaan tegenover buitenlandse beleggers enzovoort. Dat moet anders, klinkt het.
Verder is er sprake dat de KOSPI, de voornaamste Koreaanse beursindex, binnenkort opgenomen zal worden in een aantal indexen voor ontwikkelde markten van grote indexbouwers. Dat kan een bijkomende katalysator zijn die de koersen hoger stuwt. Daarnaast is de nieuwe Zuid-Koreaanse president Lee Jae-myung, die begin deze maand is verkozen, de hervormingen zeer genegen.
De KOSPI is de laatste weken aan een serieuze remonte bezig. Hij staat al 31 procent hoger dan zijn recente dieptepunt begin april en op weekbasis heeft de koers net zijn 200-daagse gemiddelde doorbroken. Het Zuid-Koreaanse beursmomentum zit mee.
