Bram De Ridder

‘Het pleidooi van De Wever voor meer Vlaamse Plantins is logisch, maar mag de hedendaagse Van Meerbeecks niet uit het oog verliezen’

Bram De Ridder Onafhankelijk strategisch adviseur en voormalig onderzoeker toegepaste geschiedenis aan de KU Leuven

In tijden van verandering heeft zowel standvastigheid als vernuft zijn waarde.

“De slogan die de welvaartsstaat zou moeten stutten, is deze: constantia et labore: door standvastigheid en arbeid.” Aan het einde van zijn openingscollege politicologie aan de UGent huldigde Bart De Wever de zestiende-eeuwse drukker Christophe Plantin. “Een wonderondernemer”, noemde de premier de man. De van oorsprong Franse Antwerpenaar was “het soort migrant dat vandaag naar Amerika trekt. Het soort ondernemer dat nu overal zou neerstrijken, behalve in Europa.” Sterker nog, Plantins bedrijfsmotto “kan ook jullie generatie terug naar een gouden eeuw brengen”, klonk het hoopvol.

Dat de premier zijn zestiende-eeuwse stadsgenoot als voorbeeld neemt, is niet toevallig. Plantin was de allergrootste drukker van zijn tijd en een spilfiguur in de toenmalige kenniseconomie. “Bedrijfsleider van een kmo met internationale uitstraling”, volgens het Museum Plantin-Moretus. In 2016 werd hij in Trends nog “de Steve Jobs van zijn tijd” genoemd.

Plantin deed dat bovendien tijdens de Nederlandse Opstand, zowat de woeligste periode uit onze geschiedenis. Tweemaal moest hij uit Antwerpen vertrekken door oorlogsgeweld en censuur, tweemaal kwam hij sterker terug. Met hulp van zijn familie, financiers en medewerkers, zoals zijn dochters die nu hun eigen tentoonstelling krijgen in het Museum Plantin-Moretus.

De figuur Plantin kan inderdaad inspirerend werken voor hedendaagse ondernemers. Zij zien zich evengoed geconfronteerd met ingrijpende veranderingen – hoewel hopelijk zonder hetzelfde soort geweld. Maar tegelijk is Plantin misschien geen ideaal voorbeeld. Ook in de zestiende eeuw was zijn internationaal succes de uitzondering, niet de regel.

Misschien verdient een andere lijfspreuk daarom wel wat aandacht, als inspiratie voor de doorsnee Vlaamse ondernemer. Terwijl Plantin in Antwerpen zijn bedrijf uitbouwde, liep daar namelijk een ondernemende jongeman rond, die we echter collectief vergeten zijn. Adriaan van Meerbeeck, de zoon van een migrant uit Leuven, voerde ‘ingenio et labore’ als motto, ‘door vernuft en arbeid’. Een verschil van slechts één woord, maar wel een belangrijke aanvulling voor hedendaagse bedrijven.

Bij Van Meerbeeck was er in de chaos van de late zestiende eeuw namelijk geen ruimte voor standvastigheid. In 1584 had hij een eigen handschoenenzaakje, net onder de kathedraal, waarmee hij tijdens het beleg van Antwerpen boven water probeerde te blijven. Van Plantin op dat moment trouwens geen spoor, die had zich tijdens deze moeilijke jaren in het protestantse Leiden gevestigd.

Terwijl Plantin nadien terugkeerde om zich weer onder katholieke vlag te scharen, vertrok Van Meerbeeck net. Wegens de bar slechte economische situatie in Antwerpen gaf hij zijn winkel op en trok hij naar Bornem. Daar ging hij aan de slag als zelfstandige belastinginner en onderwijzer, en met de opbrengsten speculeerde hij in vastgoed. Maar door verder oorlogsgeweld draaiden ook die activiteiten op een faillissement uit.

Pas met de uitgave van een eigen geschiedenisboek in 1620 kende Van Meerbeeck echt succes. Hij stapte – ruim boven de zestig intussen – in de nieuwe drukkerij van zijn neef Jan, een Brussels familiebedrijf dat het behoorlijk goed deed. Van Meerbeeck trok auteurs en financiers aan, waarbij hij kon teren op zijn reputatie als intellectueel capabele geschiedschrijver.

Van handschoenenverkoper over financieel speculant tot gevierd auteur en drukker: de ondernemerscarrière van Adriaan van Meerbeeck vertoont weinig sporen van de (vermeende) standvastigheid van Plantin. Integendeel, hij overleefde de chaos door zichzelf telkens ingenieus heruit te vinden. Met vallen en opstaan, zoals de doorsnee ondernemer dat vandaag ook doet, en zonder ooit tot een multinational uit te groeien.

Beiden werkten ze hard, Plantin en Van Meerbeeck, dat zeker. Maar in tijden van verandering heeft zowel standvastigheid als vernuft zijn waarde. Het pleidooi van premier De Wever voor meer Vlaamse Plantins is logisch, maar mag de vele hedendaagse Van Meerbeecks niet uit het oog verliezen.

Bram De Ridder is onafhankelijk adviseur toegepaste geschiedenis. Samen met Joost Van Meerbeeck schreef hij ‘Oproer en Omwenteling. Antwerpen, de Nederlanden en de wereld door de ogen van Adriaan van Meerbeeck’ (Ertsberg).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise