Yannick Dillen

‘Elk bedrijf zonder opvolger is een verdoken faillissement’

Yannick Dillen Professor ondernemerschap aan de Vlerick Business School

Wanneer we duizenden gezonde bedrijven laten verdwijnen omdat niemand ze overneemt, verliezen we niet alleen economische activiteit, maar ook kennis, lokale werkgelegenheid en maatschappelijke verankering.

In de eerste helft van 2025 gingen meer dan 6.000 bedrijven officieel failliet. Dat aantal haalde terecht de krantenkoppen: een faillissement is zichtbaar, tastbaar en vaak dramatisch. Het laat slachtoffers achter en veroorzaakt onzekerheid bij werknemers, leveranciers en klanten.

Maar terwijl alle aandacht daarop gefixeerd is, voltrekt zich een minstens even schadelijk en veel stiller drama. Elk jaar verdwijnen duizenden gezonde bedrijven zonder faillissement. De eigenaar sluit de deuren, rekent netjes af en verdwijnt uit het ondernemerslandschap. Geen schuldeisers of curator, maar gewoon een ‘vrijwillige’ stopzetting.

Het gaat hierbij zelden om noodlijdende ondernemingen. Vaak gaat het om stabiele, winstgevende kmo’s: een ambachtelijk productiebedrijf met nichekennis, een speciaalzaak met ervaren medewerkers of een toeleverancier in de horecasector met trouwe klanten. Hun probleem is niet gebrek aan markt of winst, maar gebrek aan opvolging. Volgens cijfers van de federale overheidsdienst Economie gaat het ieder jaar opnieuw om duizenden ondernemingen, waarvan een aanzienlijk deel gewoon ophoudt te bestaan omdat niemand de fakkel wil of kan overnemen.

Innovatie, technologie en schaalbaarheid zijn de toverwoorden in ons ondernemersklimaat. Maar het overnemen van een gezond bedrijf wordt nauwelijks voorgesteld als aantrekkelijk pad.

We leven in een ondernemersklimaat waarin starters vooral worden bewierookt wanneer ze iets nieuws creëren. Innovatie, technologie en schaalbaarheid zijn de toverwoorden. Maar het overnemen van een gezond bedrijf wordt nauwelijks voorgesteld als aantrekkelijk pad. Nog erger: ons subsidie- en ondersteuningsbeleid is vrijwel volledig gericht op nieuwe starters, terwijl de stille stop van een bestaande onderneming minstens zo’n economische aderlating veroorzaakt.

De gevolgen zijn voelbaar. Wanneer een lokaal bedrijf zonder opvolger sluit, ontstaat er een vacuüm in het kmo-landschap. Klanten wijken uit naar concurrenten, vaak buitenlandse spelers die geen duurzame verankering hebben in de regio. Het resultaat is structureel: minder lokale tewerkstelling, minder ondernemerschap en minder beslissingsmacht in eigen land.

De vergrijzingsgolf maakt dat probleem nog urgenter. Duizenden babyboomondernemers gaan de komende jaren met pensioen. Sommigen dragen trots over aan kinderen of medewerkers, maar voor velen is er gewoon geen opvolger. Dat is geen persoonlijk drama, maar een collectief falen: ons beleid heeft nooit ernstig nagedacht over hoe we gezonde ondernemingen in leven kunnen houden wanneer de stichter ermee stopt.

Ons beleid heeft nooit ernstig nagedacht over hoe we gezonde ondernemingen in leven kunnen houden wanneer de stichter ermee stopt.

Hoog tijd dus voor een mentaliteits- én beleidsshift. We moeten jonge ondernemers niet alleen leren hoe ze vanaf nul een onderneming kunnen opbouwen, maar ook hoe ze een bestaand bedrijf kunnen analyseren, overnemen, financieren en opnieuw laten groeien. Dat vereist meer dan goede intenties: er zijn prikkels nodig die een bedrijfsovername fiscaal even aantrekkelijk maken als het starten van een nieuw project. Er is nog veel ruimte voor meerdere opvolgingsfondsen die instappen om jonge ondernemers financieel te ondersteunen bij de overname. En er zijn opleidingen nodig die ondernemerschap niet uitsluitend definiëren als uitvinden, maar ook als versterken van wat bestaat.

Elke stopzetting zonder opvolging is meer dan een persoonlijke keuze van een ondernemer: het is een verdoken faillissement. Niet van de onderneming zelf, maar van ons vermogen om bestaande kmo’s toekomst te geven. Wanneer we duizenden gezonde bedrijven laten verdwijnen omdat niemand ze overneemt, verliezen we niet alleen economische activiteit, maar ook kennis, lokale werkgelegenheid en maatschappelijke verankering.

Het is de hoogste tijd dat we starters vertellen dat hun pad niet uitsluitend ligt in het creëren van het nieuwe. Er bestaan duizenden bedrijven die wachten op iemand met ambitie, visie en lef. Dan begin je niet om van nul, maar zet je ambitie onder een bestaand gezond project.

Yannick Dillen, professor ondernemerschap aan de Vlerick Business School

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise