Marc Buelens

WHO halveert aanbevolen dosis suiker

Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

In juli 1982 tekende ik een arbeidscontract met de brouwerijen Artois. Daarbij kreeg ik een handboek voor de kaderleden. Een knappe tekst die de veranderende omgeving van de voedingssector beschreef, de bedreigingen en de opportuniteiten in kaart bracht en de manier waarop het bedrijf het beste zou omgaan met deze uitdagingen uit de doeken deed.

Als jonge academicus kostte het mij weinig moeite om dat dossier te bestuderen. In vergelijking met de meeste academische teksten blonk het uit in helderheid en relevantie. 32 jaar geleden wees men onder andere al op de vergrijzing van de bevolking (dus kleinere bierbakken in de toekomst) en op de groeiende vraag naar gezonde producten. Na de sigaret zou de alcoholconsumptie in de vuurlinie komen te liggen. Ik dacht: limonades zullen er met hun hoog suikergehalte vroeg of laat ook wel aan moeten geloven.

Zoals de meeste Vlamingen vind ik lekker eten belangrijk en omdat ik vijf jaar in de voedingssector heb gewerkt, ligt hij mij na aan het hart. Nu ligt die sector zwaar onder vuur. U heeft twee weken geleden in alle kranten de aanval op onze suikerconsumptie kunnen lezen. We eten er veel te veel van. De cijfers zijn indrukwekkend. We zouden gemiddeld meer dan honderd gram per dag eten, terwijl de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie op 25 gram staat. En geen gerecht ontsnapt aan de frontale aanval: borrelnootjes, bananen, wit, maar ook volkorenbrood, Redbull en zelfs de gezonde appel. Goeroe Kris Verburgh lacht in zijn zandlopervuistje: hij heeft het altijd gezegd. Weg met die pasta’s, die cruesli en die snoepjes.

Je kan als voedingsindustrie dus moeilijk beweren dat “we van niets wisten”, het thema leefde al in 1982. En laten we ook de politici niet volgen en stellen “dat men daar vroeger niet zo nauw naar keek”. Uiteraard was de brede bevolking zich vroeger niet bewust van de nadelen van suiker, maar de voedingsindustrie moet zeker een boek als Sugar Blues kennen. Dat dateert al van 1975 en er werden 1,5 miljoen exemplaren van verkocht.

En dus hebben we nu te maken met wat bedrijven zo goed kunnen: een SWOT-analyse maken, de bedreigingen analyseren en daar dan zinvol op inspelen. De voedingsindustrie heeft eigenaardig genoeg vooral de bedreiging van vet serieus genomen en een hele reeks lightproducten op de markt gebracht. Die heeft ze dan vol suiker gestopt, want het moet toch gezellig blijven. Ere wie ere toekomt, de light frisdranken bevatten wel degelijk vet noch suiker.

Als je zo’n strategische oefening doet en beseft dat suiker vervelende gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid, moet je je absoluut verzekeren van de steun van journalisten. De vlotte schrijvers, levensgenieters, anarchisten en vrijdenkers. Zij hebben geen overheid nodig om te beslissen wat ze wel en niet mogen eten. Ze zijn de liberalen voor wie vrijheid het hoogste goed is. En hun argumentatie klinkt wel leuk. De overheid weet het toch niet beter dan het individu, kijk maar naar het communisme. En waar zal de grens van de bemoeienis liggen? Bij de kleur van onze schoenen?

Maar de overheid heeft altijd al, bijvoorbeeld via accijnzen, ingegrepen in het leven van de burger. En de druk zal toenemen, naarmate de verslaving aan suiker nog zal stijgen en de nadelen ervan niet meer te verloochenen zijn. De eerste regering die de suikeraccijns (her)invoert, zal het voelen bij de aankomende verkiezingen. Maar de regering erna zal hem niet afschaffen.

De voedingsindustrie weet al tientallen jaren wat er aan de hand is. Ze heeft op de meest uiteenlopende manieren gereageerd en geïnnoveerd. Door meer echt gezonde dingen op de markt te brengen, door dingen op de markt te brengen die beweren gezond te zijn (sportdrankjes), door de consument verslaafd te maken aan de suikervolle snelle hap, door gezonde vervangmiddelen voor suiker te zoeken. Ze zal in een versneld tempo moeten innoveren, weg van de sugar blues richting de gezonde vervanger. Ze zal daar wel in slagen, maar ze heeft een duwtje in de rug nodig. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft die nu gegeven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content