Roeland Byl

Toon de Vlaamse ondernemer het succes van innovatie, en hij zal het kopiëren.

Roeland Byl redacteur bij Trends

De notionele-intrestaftrek en goed geschoold personeel kunnen niet eeuwig onze hoge loonkosten compenseren. Nu multinationals almaar open-lijker overwegen te verhuizen, zou het helpen mochten kmo’s makkelijker de weg naar open innovatie vinden.

Vlaamse kmo’s en innovatie. Het lijkt wel een gedwongen huwelijk dat maar niet geconsumeerd wordt. Al decennia zoeken provincies, innovatiemanagers, profs en politici naar de ideale formule om van typische middenstandsbedrijven exporterende en innovatieve minimultinationals te maken. Aan het hoofd van zo’n wonderbedrijf staat dan het liefst een ondernemer met open blik op de wereld in plaats van een patriarch die niet verder kijkt dan de schaduw van de kerktoren. Ondanks alle overheidsinspanningen, zijn die pogingen om innovatie bij kmo’s aan te zwengelen nog niet echt succesvol geweest.

Iedereen is het er nochtans over eens: innovatie is voor kmo’s een noodzakelijke overlevingsstrategie in de wereldeconomie. Een klein bedrijf is daarbij altijd veroordeeld tot gezond samenwerken met academische partners en leveranciers of klanten. Professioneel samenwerken zodat iedereen er beter van wordt, dat is nu net waar het om draait bij open innovatie.

Vlaanderen doet het helemaal niet zo goed in statistieken over open innovatie bij kmo’s. In Noord-Europa, Groot-Brittannië, Nederland en Duitsland zijn kmo’s meer bezig met open innovatie dan hier. Samenwerken zit blijkbaar niet echt in ons DNA, concludeert innovatiespecialist Wim Vanhaverbeke in het recente onderzoek dat hij voor Flanders DC deed. Maar er zijn uitzonderingen. Zo wisten bedrijven als Curana – een producent van fietsonderdelen – en de radiatorproducent Jaga dankzij open innovatie hun businessmodel nieuw leven in te blazen. Daardoor genieten ze nu van een stevige groei in het premiumsegment en blijven ze uit het vizier van competitie uit de lagelonenlanden.

Zulke succesverhalen zijn inspirerend, maar al te uitzonderlijk in ons land. In België is het motto nog steeds: mijn buurman heeft niets te maken met wat er in mijn winkel gebeurt. Die verouderde attitude van rivaliteit met potentiële partners moet grondig veranderen. Want steeds weer de oorzaak voor het gebrek aan innovatie bij kmo’s gaan zoeken in falende subsidiekanalen brengt weinig zoden aan de dijk. Het klopt dat al te vaak de centen terecht-komen bij grotere bedrijven en projecten. En dus is het Vlaamse innovatiebeleid allicht te weinig gesneden op maat van de kmo’s. Maar aan de andere kant zijn er subsidiekanalen, alleen moeten bedrijven die ook weten te vinden. Steeds weer morrelen aan het instrumentarium zal met andere woorden niet helpen als de mentaliteit bij de kmo’s niet verandert.

Daarom kan het nuttig zijn om in te spelen op een ander stukje DNA van de Vlaamse kmo’er. Toon hem het succes van innovatie, en hij zal het kopiëren. Onze bedrijfsleiders hebben meer succesverhalen nodig van innovatieve kmo’s die de weg kunnen wijzen. Informele kanalen zoals de innovatienetwerken bij Voka, of plaatsen waar kmo’ers ervaring kunnen uitwisselen en elkaar kunnen besnuffelen, zijn een must. En als de overheid dan toch iets extra’s wil doen: een klein budget om filmpjes met succesverhalen op het internet te plaatsen waar aankomende kmo’s de mosterd kunnen halen, zou geen slecht plan zijn. Onder het motto ‘inspireer de kmo’s alvorens ze te subsidiëren’ lijkt zo’n half miljoen euro zelfs welbesteed. Ook in tijden van besparingen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content