Jeroen Piqueur heeft 7 miljoen euro schulden

Optima-topman Jeroen Piqueur © Eric de Mildt

Optima-topman Jeroen Piqueur kan de garantiestelling van 20 miljoen euro niet nakomen, omdat hij naar eigen zeggen met zware schulden zit.

Jeroen Piqueur betwist de garantiestelling van 20 miljoen euro uit zijn persoonlijk vermogen die hij eerder deed aan Optima Bank. De curatoren van Optima Bank hadden hem daarvoor gedagvaard, maar de zaak werd gevoegd bij een andere zaak die Piqueurs vrouw Benedicte Schumacher startte voor de familierechtbank. De echtgenote vraagt de nietigverklaring van de verbintenis van garantiestelling, omdat de 20 miljoen zowel aan Piqueur als aan haar zou toebehoren.

Volgens Piqueur kaderde de garantie in de afbouw van Optima Bank, en moet hij zijn engagement niet nakomen, omdat het faillissement zou uitgelokt zijn door de Nationale Bank van België (NBB).

De zaak werd donderdag al gepleit voor de familiekamer van de Gentse rechtbank van eerste aanleg, en niet vrijdag zoals gepland. Piqueur was aanwezig op de zitting en hield zijn stelling nog altijd vol.

Een video-opname die de NBB in 2014 maakte waarin de voormalige topman van Optima Bank Jeroen Piqueur de garantiestelling van 20 miljoen euro aanvaardt, zou volgens hem aantonen dat het geld niet van toepassing is bij een faillissement. De video maakt deel uit van het dossier, maar de rechter moet zich in de eerste plaats uitspreken over het juridische karakter van de verbintenis, en of Piqueur die kon aangaan.

Volgens zijn echtgenote liet het huwelijkscontract dat niet toe. Piqueur treedt die stelling bij. De Optima-topman verklaarde 7 miljoen euro schulden te hebben en de garantie in elk geval niet meer te kunnen nakomen.

Piqueur kreeg op de garantiestelling van 20 miljoen wel een commissie van 600.000 euro, een bedrag dat eventueel ook teruggevorderd kan worden. Op de zitting donderdag was er ook een verzoek van andere schuldeisers om tussen te komen in de zaak. De rechtbank moest zich daar ook over uitspreken. De familiekamer van de Gentse rechtbank van eerste aanleg beslist op 8 juni.

Partner Content