Hoe Charles Michel een antisocialist werd
Een nieuwe biografie over eerste minister Charles Michel vertelt hoe de Franstalige liberaal zich omtoverde van een verwoed verdediger van gelijke kansen tot de volksvijand nummer één van de gehele linkerzijde.
Toen hij op 24-jarige leeftijd volksvertegenwoordiger werd, kreeg Charles Michel een handgeschreven brief van zijn vader. Hij riep daarin zijn zoon op zich niet te laten misleiden door het prestige van zijn nieuwe functie, zijn afkomst niet te verloochenen (Louis Michel was regent talen voor hij minister werd) en altijd eerst voor de zwaksten te zorgen. “Dat is me op de ziel gebrand”, vertelt Michel aan Olivier Mouton, journalist bij Le Vif en auteur van de biografie Charles Michel. Le jeune premier.
Die filosofische raad had de toekomstige premier ertoe kunnen aanzetten iets meer naar de linkerkant van het politieke spectrum te kijken. Vooral omdat Nobelprijswinnaar Amartya Sen zijn inspiratiebron is, iemand die niet echt ter rechterzijde wordt ondergebracht. Michel wijst naar de bedenkingen van de Indiase econoom over de kwalitatieve groei. “We hebben economische groei nodig om werk te scheppen, maar dat is niet voldoende. We moeten ook zorgen voor een performante gezondheidszorg, een goed werkend onderwijssysteem, echte kansengelijkheid”, legt hij uit. “Dat zijn fundamentele principes in mijn gedachtegang.” Daarom duldt de eerste minister niet dat de oppositie hem afschildert als de doodgraver van de sociale zekerheid, terwijl hij ervan overtuigd is dat hij de juiste maatregelen treft om ze duurzaam te behoeden.
Michel is van oordeel dat ongelijkheid niet verzoenbaar is met het vrijheidsprincipe dat de liberalen zo na aan het hart ligt. “Iemand die tien of twintig jaar afhankelijk is van een werkloosheidsuitkering, die niet kan kiezen waar hij wil wonen, die de studie van zijn kinderen niet kan financieren, is die vrij? Nee.”
De kuiten van Van Cauwenberghe
Wat is er dan gebeurd dat Charles Michel uiteindelijk de verpersoonlijking werd van de frontale aanval tegen de PS? Het liep al uit de hand bij zijn eerste stappen op het politieke voorplan. Hij was amper 25 toen hij benoemd werd tot Waals minister van Binnenlandse Zaken en het Openbaar Ambt. Het beheer van de intercommunales, de toekomst van de provincies, het statuut van de ambtenaren, niets ontsnapte aan zijn hervormingsdrift. Het waren “structurele hervormingen” die noodzakelijk waren voor het herstel van Wallonië, zegt hij. Maar de socialistische partij zag er vooral een aanval in tegen haar machtsterritorium. Het groeide uit tot een loopgravenoorlog tot aan het einde van de legislatuur. “Michel heeft zijn tanden in mijn kuiten gezet”, grapt Jean-Claude Van Cauwenberghe, de toenmalige minister-president. “Ik was letterlijk zijn politieke punching ball.”
Charles Michel werd voor de PS een pestlijder, maar hij had wel naam gemaakt. Zijn tegenstrevers waren het niet eens met hem, maar hij won hun respect. “Ik zag hoe Serge Kubla (toen de nummer twee in de Waalse regering, nvdr) de blik van Charles zocht, omdat die al heel snel overwicht kreeg”, zegt Van Cauwenberghe. “Ik merkte duidelijk het ontluikende gezag dat hij uitstraalde.”
Sindsdien heeft de PS nooit meer het voogdijschap over de lokale besturen gedeeld met haar partners. Wel zette de partij de rationalisering van de instellingen voort die de jonge liberale minister had ingezet. Een manier om toe te geven dat Michel niet helemaal ongelijk had.
Het onwaarschijnlijke maatje
Om die periode door te komen, kon Michel rekenen op een verrassende bondgenoot: Michel Daerden, toen Waals minister van Begroting. Twee tegenovergestelde temperamenten. “Michel Daerden was een godfather, die hield van excessen, vleselijke geneugten en mooie vrouwen. Charles Michel is zorgvuldig, gereserveerd, sober en schroomvallig”, schrijft Mouton. “Ik heb veel van hem geleerd”, zegt Michel. “Als er een begrotingsconclaaf was, nam hij contact met me op om te zeggen dat ik het grootste deel van mijn wensen zou krijgen, op voorwaarde dat ik verzet zou bieden tegen een agendapunt van José Daras of een vraag van Jean-Claude Van Cauwenberghe.” Hij zal zich dat beslist herinneren telkens als hij de wensen van de drie Vlaamse partners in zijn Zweedse coalitie moet verzoenen.
Toen de MR in 2004 regionaal naar de oppositie werd verbannen, was Daerden de enige socialist die contact opnam met Michel. “Je hebt mijn telefoonnummer. Als ik iets kan doen, vraag het maar”, zei hij.
Nu heeft de eerste minister in de andere partijen niet veel maatjes meer. Melchior Wathelet is weg en Jean-Michel Javaux heeft afstand genomen van het politieke toneel. Michel ligt bestendig in ruzie met Paul Magnette en Benoît Lutgen. De biografie beschrijft hoe Lutgen en Michel – die in 2012 nog samenspanden om gemeentelijke meerderheden tot stand te brengen en na de verkiezingen van juni 2014 samen nog droomden van een meerderheid zonder de PS – elkaar enkele weken later uitmaakten voor ‘leugenaar’. “De relatie met Paul Magnette is verslechterd, maar ik denk dat daar van beide zijden een deel toneel bij zit en dat de omstandigheden hen weer rond de tafel kunnen brengen”, analyseert Mouton. “Met Lutgen gaat het dieper.”
Vlaamse dubbelganger
In het noorden van het land gaat het veel beter. Tussen Michel en Wouter Beke, de voorzitter van CD&V, heerst een vertrouwensrelatie. Zonder die band had Michel misschien niet de durf gehad tijdens de regeringsvorming in de zomer van 2014 door te zetten. “Beide mannen zijn nauwgezet, stoutmoedig zonder vermetel te zijn en ze gelijken psychologisch op elkaar”, vat Mouton samen, die enkele markante episodes uit die periode aanhaalt, zoals de toekenning van de post van Europees commissaris aan Marianne Thyssen in plaats van aan Didier Reynders. Beke en Michel hebben gemeenschappelijke interviews gegeven en doorbraken daarmee de grenzen van de politieke families. Ze bevinden zich op een sociaaleconomische lijn die CD&V omschrijft als ‘redelijk centrumrechts’. Het is ironisch dat precies Elio Di Rupo de twee bij elkaar bracht, toen hij de MR erbij haalde om te onderhandelen over de zesde staatshervorming.
Beke droeg er vervolgens toe bij dat het vertrouwen tussen een aanvankelijk zeer sceptische Michel en Bart De Wever groeide. Een andere persoon die een doorslaggevende rol speelde, was Jo Libeer, de baas van Voka, het Vlaamse werkgeversverbond. Michel en Libeer ontmoetten elkaar lang voor de verkiezingen en kwamen toen tot het besluit dat de volgende regering moest kiezen tussen ofwel een nieuwe staatshervorming, ofwel ambitieuze sociaaleconomische hervormingen van de arbeidsmarkt en de pensioensector. Jo Libeer gaf die boodschap door aan de burgemeester van Antwerpen. “Het beruchte ‘Ik heb me vergist in de N-VA’ ging daarover. Ik had het gewicht van Voka op de N-VA onderschat”, besluit Michel. “Bart De Wever is niet meer dezelfde sinds hij burgemeester van Antwerpen werd. Hij ziet nu de noodzaak van compromissen in.”
Het leven na de 16
“Ik ben nog geen veertig, ik weet dat ik ooit een jonge ex-premier zal zijn”, stelt Charles Michel nuchter vast. Wat gaat hij morgen doen in een politiek België waar voormalige eerste ministers moeilijk nog een plaatsje vinden? De liberaal gunt zich wat tijd. Vooreerst sluit hij een herhaling van de federale coalitie niet uit. “Als we versterkt uit de verkiezingen komen, kunnen we er nog een keer voor gaan en voortgaan met onze hervormingen”, zegt hij. Andere mogelijkheden plaatsen hem voor het dilemma tussen de nooit begraven droom van een Wallonië dat geleid wordt zonder de PS en de conflictueuze relatie met de cdH.
Zijn toekomst zou zich ook kunnen afspelen in Europese kringen, waar hij, zegt hij zelf, zich handig weet te bewegen tussen François Hollande en Angela Merkel. Maar de wereld beperkt zich niet tot Europa. Charles Michel heeft een passie voor Afrika ontwikkeld sinds de tijd dat hij minister van Ontwikkelingssamenwerking was.
Of het nu België, Europa of Afrika wordt, één zaak is zeker. Charles Michel verliest zijn toekomst niet uit het oog. “Hij heeft altijd enkele lengten voorsprong”, besluit Mouton. “Ik ben zeker dat hij vandaag dingen doet met het oog op morgen, dat hij zijn pionnen uitzet. Het is een vorm van goed geplaatst opportunisme.”
Christophe De Caevel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier