De Fransman Christian Reinaudo leidt Agfa Healthcare, maar wordt in april CEO van de hele groep Agfa-Gevaert. Door de top van het beeldvormingsbedrijf wordt hij op handen gedragen.
Of ook alle werknemers overtuigd raken, valt nog af te wachten voor de 55-jarige Reinaudo, die nog in de running is geweest om de Franse telecomreus Alcatel te leiden. Reinaudo wordt door zijn voorzitter Julien De Wilde omschreven als een harde. Of dat klopt?
CHRISTIAN REINAUDO. “Niet echt, maar je wordt wel harder als baas van een bedrijf en zeker als je een grote business leidt die problemen heeft. Bij Alcatel leidde ik in 2001 toch al een groep met een omzet van 8 miljard euro en 25.000 werknemers, twee en een half keer zo groot als Agfa-Gevaert. Maar ik beschouw me eerder als recht door zee dan hard. Ik kan u in uw gezicht lastige dingen zeggen, maar ik ben niet boosaardig.Toen ik twee jaar geleden bij Agfa Healthcare arriveerde, moesten sommige beslissingen meteen genomen worden. Als je ziet dat de kosten 27 procent van de omzet bedragen, moet je snel ingrijpen. Maar vooraleer de organisatie te veranderen, trok ik vijf à zes maanden uit om te zien wie het best met wie zou werken. Ik kende ook niets van Healthcare. In die zin kan ik redelijk langzaam zijn. Maar eens ik het begrepen heb, voer ik wel snel uit.”
Vreest u problemen met de arbeiders in België?
REINAUDO. “Dat is een van de dingen waar ik aandacht voor moet hebben. Ik spreek geen Vlaams, terwijl de meerderheid van de arbeiders (in België zo’n 1.350, nvdr) hier alleen Vlaams spreekt. Bovendien is het een fabriek die ik te weinig ken. Maar ik ken natuurlijk wel wat van industrie. Trouwens, als je de kabelfabriek in Calais die ik heb geleid zou bekijken, zul je merken dat die als twee druppels water lijkt op de fabriek voor films hier. En mijn relatie met de arbeiders in Calais was uitstekend. Soms moest ik moeilijke keuzes maken, maar je moet steeds een dialoog onderhouden om alle partijen zoveel mogelijk in harmonie te laten werken. Of ik er hier in zal slagen, weet ik niet. In Healthcare ben ik al aanvaard, geloof ik. Ik voel toch een zeker respect en begrip. Ik zal er alles aan doen om dat ook hier in de Belgische fabriek af te dwingen. Maar het zal niet eenvoudig zijn. Als je dezelfde taal spreekt, kan je relaties verfijnen en indrukken, die je geeft door je uitspraken, corrigeren. Dat is een wapen dat ik niet heb. Ik moet er andere vinden. Mijn aanpak zal in ieder geval niet erg verschillen van die van Jo. Hij zei de dingen heel direct. En dat je eerlijk bent, is heel belangrijk.”
Bent u ook koppig?
REINAUDO. “Neen. Alleen als dingen worden gezegd waarvan ik denk dat ze fout zijn, en ik info heb om dat te onderbouwen, kan ik een beetje koppig zijn. Dat zal dan gebaseerd zijn op feiten. Maar ik kan fouten erkennen. We maken er allemaal. Het is ook beter om een fout te herstellen en de pil door te slikken, vooraleer dit tot een drama leidt. Velen zijn koppig omdat ze een groot ego hebben. Ik heb een redelijk ego. Het is misschien noodgedwongen een beetje groot, want met een klein ego wordt je geen baas.”
Be.L.
