Hoe worden de huurinkomsten van studentenkamers belast?
Het hof van beroep te Antwerpen geeft het antwoord in zijn arrest van 13 januari 2009.
Het hof van beroep te Antwerpen geeft het antwoord in zijn arrest van 13 januari 2009.
Een belastingplichtige heeft verschillende panden die hij heeft laten verbouwen en omvormen tot studentenkamers. Hij heeft daarvoor bij de bank een grote som geld geleend. In totaal gaat het om niet minder dan 35 studentenkamers die hij verhuurt voor een periode van tien maanden (de duur van een academiejaar).
Dat levert hem 50.000 EUR huurinkomsten per jaar op. Er is een discussie met de fiscus over de belasting van die inkomsten. De fiscus belast de huur als een beroepsinkomen. Dat betekent meteen de zwaarste belasting (maximaal 50 % plus gemeentebelasting). De eigenaar/verhuurder is het daar niet mee eens en de zaak komt voor de rechter.
De rechter in beroep te Antwerpen is iets milder en zegt dat het om een belastbaar ‘divers inkomen’ gaat. Op die manier betaalt de eigenaar/verhuurder ‘slechts’ 33 % belastingen (plus gemeentebelasting) op de huurinkomsten van de studentenkamers.
De manier waarop een privéhuurinkomen fiscaal belast wordt, wordt dikwijls getoetst aan de hand van het volgende criterium: valt de verhuur al dan niet binnen het normale beheer van het privévermogen van de belastingplichtige?
Is er geen sprake van een normaal beheer, dan zullen de inkomsten in ieder geval belastbaar zijn, hetzij als een beroepsinkomen, hetzij als een divers inkomen. Of de grenzen van een normaal beheer overschreden zijn, is een feitenkwestie en wordt bij een betwisting beoordeeld door de rechter.
Toegepast op de verhuring van studentenkamers wordt er onder andere rekening gehouden met de volgende elementen: het aantal verhuurde kamers, de ontvangen huurgelden, de lening voor de aankoop en inrichting van de kamers en de bijkomende prestaties die met de verhuring gepaard gaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier