Uit een nieuwe studie blijkt dat het grensoverschrijdend koopgedrag tussen Frankrijk en België blijft toenemen.
Zowat de helft van alle Noord-Franse gezinnen zou het voorbije jaar een bezoek hebben gebracht aan West-of Oost-Vlaanderen, wat overeenstemt met 8,8 miljoen reisjes over de grens. In omgekeerde richting hebben 1,9 miljoen bezoekjes van Vlamingen aan Noord-Frankrijk plaatsgevonden.
Bijna de helft van de Noord-Fransen – bij extrapolatie zowat vier miljoen mensen – zegt dat ze in de eerste plaats naar Vlaanderen komen om er te shoppen. De “Flandriens” geven aan dat kopen ook hun belangrijkste drijfveer is om zich naar het andere land te begeven.
De Fransen komen kennelijk vooral om hier planten, bloemen en bomen aan te kopen. De aanschaf van meubelen of decoratie komt op de tweede plaats, kleding en schoenen op de derde plaats. De top drie van meest bezochte Vlaamse gemeenten bestaat uit Menen (35 procent van alle bezoeken), De Panne (21 procent) en Ieper (16 procent). Brugge (15 procent) en Kortrijk (12 procent) zijn ook in trek.
De nieuwste studie komt er middels een samenwerking tussen de Kamers van Koophandel van Rijsel en Duinkerke enerzijds en Unizo en de provincies West- en Oost-Vlaanderen anderzijds. Het West-Vlaams Economisch Studiebureau (WES) heeft zich bij het onderzoek aangesloten.
Alle partners willen de grensoverschrijdende consumptiestromen liefst nog stimuleren. In totaal werden aan beide kanten van de grens zo’n 14.000 gezinnen bevraagd over hun grensoverschrijdend koop- en bezoekgedrag. (KC)
