Nucleaire opkuis kost al 13,5 miljard euro

© belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Een definitieve sluiting van de kerncentrales van Tihange 2 en Doel 3, die kampen met scheurtjes in het reactorvat, zou een stevige streep zijn door de rekening van de belangrijkste uitbater Electrabel.

De centrales van Tihange 2 en Doel 3 zijn voor 89,9 procent in handen van Electrabel, en voor 10,1 procent van EDF Luminus. Niet alleen zou Electrabel een pak toekomstige winsten mislopen bij een vervroegde sluiting van die centrales (op dit moment ongeveer 40 miljoen euro nettowinst per maand), maar Electrabel rekent ook nog op acht à negen jaar stroomproductie uit die centrales om de nodige provisies aan te kunnen leggen voor de ontmanteling van die centrales. Bij een beslissing om die centrales vervroegd te sluiten, loopt Electrabel die inkomsten mis, én moet het bedrijf meteen de nog niet aangelegde provisies voor de ontmanteling van die centrales in de boeken opnemen. Dat kan het bedrijf honderden miljoenen kosten.

Kerncentrales ontmantelen is een dure aangelegenheid en bestaat uit twee taken. Ten eerste moeten de gebruikte brandstofstaven veilig worden opgeborgen, en ten tweede moet de centrale zelf worden ontmanteld. Eind 2013 was het totale prijskaartje opgelopen tot 13,5 miljard euro: 9 miljard euro voor de berging van de brandstofstaven die over de hele levenscyclus van de centrales worden gebruikt en 4,5 miljard euro voor de ontmanteling van de kerncentrales. Die berekening gaat uit van een operationele levensduur van veertig jaar voor de kerncentrales, behalve voor Tihange 1, waarvan de levensduur verlengd is tot vijftig jaar.

Electrabel en EDF Luminus leggen elk jaar provisies aan om die kosten te dekken. Eind 2013 was er op die manier een spaarpot aangelegd van 4,2 miljard voor de berging van de brandstofstaven, en 3,65 miljard euro voor de ontmanteling van de centrales. Daarmee ligt de aanleg van de spaarpot ongeveer op schema om de totale ontmantelingskosten van 13,5 miljard euro, zoals die nu begroot is, te kunnen financieren tegen het einde van de levensduur van de kerncentrales. Maar als Tihange 2 en Doel 3 vervroegd dicht zouden gaan, loopt Electrabel de volgende tien jaar de verhoopte inkomsten uit Tihange 2 en Doel 3 mis, maar moet het de noodzakelijke provisies toch nog aanleggen. Vermits er nog een provisietekort is van 850 miljoen euro voor de ontmanteling van de centrales, en Tihange 2 en Doel 3 goed zijn voor ongeveer een derde van de nucleaire capaciteit, kan de kostprijs voor Electrabel oplopen tot een paar honderd miljoen euro. Wat betreft de aanleg van de spaarpot voor de berging van de splijtstaven is het probleem minder groot, omdat bij een snellere sluiting van de centrales ook minder brandstofstaven zullen worden gebruikt.

Een ander heikel punt is dat de intussen aangelegde nucleaire spaarpot van bijna 8 miljard euro vooral bestaat uit een vordering op Electrabel. De spaarpot wordt beheerd door Synatom, een 100 procent dochterbedrijf van Electrabel, en Synatom mag 75 procent van de spaarpot uitlenen aan de nucleaire exploitanten, in casu vooral Electrabel dus. Op zich is dat geen probleem, op voorwaarde dat Electrabel die verplichting blijvend kan honoreren natuurlijk. Er is dus geen waterdichte garantie dat het geld beschikbaar zal zijn op het moment dat de centrales effectief worden ontmanteld. Er gaan daarom geregeld stemmen op om de controle op die spaarpot op te drijven, temeer omdat Synatom via Electrabel uiteindelijk in handen is van moederbedrijf GDF Suez, een buitenlands bedrijf dus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content