De Europese Centrale Bank heeft haar belangrijkste rentevoet, die sinds mei 2009 op 1 procent stond, verhoogd naar 1,25 procent.
De Europese Centrale Bank heeft donderdag haar belangrijkste rentevoet, die sinds mei 2009 op het historische dieptepunt van 1 procent stond, verhoogd naar 1,25 procent.
De verhoging is een antwoord op de stijgende inflatiedruk in de eurozone. De renteverhoging, de eerste sinds juli 2008, was algemeen verwacht.
Tijdens de traditionele persconferentie na het rentebesluit, zei ECB-voorzitter Jean-Claude Trichet dat de ECB de vernieuwde inflatiedruk “van zeer nabij blijft opvolgen”. Dergelijke omschrijving is codetaal voor mogelijke renteverhogingen in de komende maanden. Analisten verwachten dat de belangrijkste rentevoet tegen eind dit jaar op 1,75 tot 2 procent zal staan.
Een hogere rentevoet kan wel wegen op landen met hoge schulden, zoals Ierland, Griekenland en Portugal.
De renteverhoging zou ook voelbaar zijn voor de consument. Anders gezegd: lenen wordt duurder terwijl sparen aantrekkelijker zou moeten worden. Het zijn vooral de producten met een korte looptijd die beïnvloed worden. Ook de euro kan in principe profiteren van het rentebesluit.
Analist Charles Kalshoven van bank-verzekeraar ING gaat ervan uit dat de renteverhoging minder sterk en minder snel doorgerekend zal worden op spaarrekeningen. “Een hogere spaarrente geldt meteen voor iedereen, terwijl de hogere inkomsten uit hypotheken slechts geleidelijk omhoog zullen kruipen”, verduidelijkt hij.
