Raad van State verwerpt beroep tegen aanstelling BIPT-voorzitter Jack Hamande
Jack Hamande blijft voorzitter van de telecomtoezichthouder BIPT. De Raad van State verwerpt het beroep tegen zijn aanstelling. Dat was aangespannen door zijn voorganger Luc Hindryckx. Diens benoeming was in 2013 door de Raad van State vernietigd om redenen die niets met hemzelf te maken hadden.
Op 17 januari 2013 was Luc Hindryckx plots geen voorzitter meer van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT). Na een klacht van niet geslaagde Franstalige kandidaten over de selectie van het BIPT-bestuur in 2009, oordeelde de Raad van State dat de onafhankelijke jury onvoldoende rekening had gehouden met de competenties van een van hen, Georges Denef, van PS-signatuur.
Door de vernietiging van zijn functie zat Hindryckx zonder job. Hij mocht wel opnieuw solliciteren, maar mocht daarbij zijn prestaties als BIPT-voorzitter niet als kwalificatie gebruiken. Die waren nochtans opmerkelijk. Onder Hindryckx was het BIPT eindelijk met succes begonnen aan de verlaging van de mobiele afwikkelingstarieven. Hindryckx was eind 2010 ook de drijvende kracht achter de openstelling van de kabel van Telenet, VOO en Numericable. Dat was een ronduit revolutionaire ingreep, tegen de bedenkingen van de Europese Commissie in. De tariefbepaling voor die openstelling is trouwens nog altijd niet rond, deels door de verwijdering van Hindryckx.
Na de nieuwe selectieprocedure benoemde minister Johan Vande Lanotte op 30 juli 2013 Jack Hamande tot voorzitter van het BIPT, en niet Luc Hindryckx. De Raad van State verwierp enkele weken nadien de vraag van Hindryckx om die benoeming bij hoogdringendheid te laten schorsen.
Drie jaar ervaring geschrapt
Nu is de zaak ten gronde behandeld. Hindryckx voerde aan dat hij geen gelijke kansen kreeg omdat hij zijn ervaring als BIPT-voorzitter in de periode 2009-2013 niet mocht inroepen, terwijl zijn concurrenten dat wél mochten doen.
In het geval van Jack Hamande was die ervaring niet onbelangrijk: hij was in april 2009, toen hij een eerste gooi deed naar een bestuurszitje bij het BIPT, net benoemd bij de federale overheidsdienst Personeel & Organisatie als directeur voor de ontwikkeling van de organisatie en het personeel. In november 2012 was hij groepsdirecteur Public Affairs (versta: lobbyist) bij Belgacom geworden, verantwoordelijk voor Wallonië.
In zijn arrest erkent de Raad van State dat het voor Hindryckx “eventueel” nadelig kan zijn dat zijn drie jaar ervaring niet mogen in acht genomen worden, maar dat hij het objectief recht van “vrije toegang en gelijke behandeling van kandidaten” moet toepassen in het benoemingsproces voor een publieke functie. Hindryckx kan met andere woorden eventueel een schadevergoeding vragen, maar dat heeft geen administratieve gevolgen, want dat is publiek of grondwettelijk recht.
Andere kandidaten konden ervaring wél gebruiken
Hindryckx was er bij de sollicitatie op 2 mei 2013 niet op voorbereid dat hij zijn ervaring niet mocht inroepen. In de uitnodiging tot deelname aan de selectie stond zelfs een vraag om geactualiseerde cv’s en strategische nota’s in te sturen. Andere kandidaten mochten over de jaren 2009-2013 hun cv’s dus wél updaten. Dat laatste was een daad van goed bestuur, oordeelt de Raad van State.
Ironisch genoeg nam Jack Hamande in zijn strategische nota schema’s en letterlijke tekst over die door Luc Hindryckx persoonlijk of tijdens diens periode als BIPT-voorzitter door het BIPT waren gemaakt. Wij hebben Hamande daarover om een reactie gevraagd.
Testprocedure plots gewijzigd
Ook over de andere klachten van Hindryckx stapt de Raad van State heen. Zo stuurde het selectiebureau Selor de kandidaten een mail met de af te leggen testen. Dat waren dezelfde als in 2009. Toen puntje bij paaltje kwam viel één van de testen weg, namelijk die in abstract denken. Dat was een test waarop Hindryckx in 2009 zeer goed had gescoord. Volgens Selor was het weglaten van die test per vergissing niet gemeld. De leden van de raad op de Franstalige rol hebben dus wel minder testen moeten doen dan de leden van de raad op de Nederlandstalige rol in 2009.
Geen probleem, zegt de Raad van State. De gelijke behandeling geldt per selectieprocedure en niet over selectieprocedures heen. Selor was niet verplicht de test in abstract denken te organiseren en de overgebleven tests waren voldoende om de kandidaten te beoordelen.
Toch objectief oordeel
Opwerpingen dat de jury vooraf onvoldoende haar evaluatiecriteria had bepaald, of dat Selor de kwaliteiten van de ene kandidaat had overdreven en die van de andere had afgezwakt, sneden evenmin hout, vond de Raad van State. Die haalt passages aan waarin Selor lovend is over sommige capaciteiten van de huidige BIPT-voorzitter, maar zeer kritisch over andere. Wel is het zo dat er kennelijk geen proces-verbaal is gemaakt van de hoorzittingen van de kandidaten door de jury. Dat kon de Staat (de gedaagde in deze zaak) dus niet voorleggen. Maar een proces-verbaal was niet verplicht, argumenteert de Raad van State.
Ons kent ons, maar geen partijdigheid
De laatste en zeker niet de minste klacht ging over de onpartijdigheid van de jury. Terwijl de jury in 2009 onder minister Vincent Van Quickenborne apolitiek was samengesteld, was dat hier zeker niet het geval. Het beoordelingscomité bestond onder andere uit twee Engelstalige reguleringsexperts, Martin Cave en Peter Alexiadis, die via het Brusselse Centre on Regulation in Europe van de linkse ULB-professor Bruno Liebhaberg waren gerekruteerd. Voorts was er Saskia Van Uffelen, de Belux-CEO van de Franse informaticaleverancier Bull, die in 2012 door Vande Lanotte tot ‘Digital Champion’ van België was benoemd. De enige Franstalige in de jury was Michel Damar, die volgens kabinetschef Jan Cornillie van Johan Vande Lanotte werd ingebracht voor zijn “ervaring in hr-management”. Damar was in 1989-1991 kabinetschef van PS-minister Philippe Moureaux toen die de wet op de overheidsondernemingen doorduwde. Daarna was hij elf jaar voorzitter van de NMBS, naast gedelegeerd bestuurder en CD&V-kopstuk Etienne Schouppe. Zijn laatste overheidsfunctie was secretaris-generaal bij de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie. Hij werkte dus nauw samen met de directie toen Jack Hamande daar directeur was.
De CEO van Selor, Marc Van Hemelrijck, leidde het tweede deel van de evaluatieprocedure voor de BIPT-bestuurskandidaten. Als directeur bij de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie werkte Jack Hamande ook nauw samen met Van Hemelrijck. Die gaf hem op LinkedIn zelfs een complimentje voor zijn “change mangement”.
De Raad van State erkent al die banden, maar noteert dat die nog niet “ipso facto een gunstig a priori” betekenen tegenover Jack Hamande. Zonder precieze feiten die een verdenking van partijdigheid rechtvaardigen, kan er geen sprake zijn om de onpartijdigheid ter discussie te stellen, argumenteert de Raad.
Daarmee is de klacht van Luc Hindryckx verworpen en is Jack Hamande definitief zeker van zijn voorzitterschap bij het BIPT. In de herfst loopt zijn mandaat af en tegen die tijd moet een nieuwe selectieprocedure zijn afgewerkt.
Benoemingsprocedure BIPT-bestuurders wordt herzien
Minister van Telecom Alexander De Croo wil meer rechtszekerheid bij de benoemingsprocedure voor het bestuur van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, meldt zijn woordvoerder Tom Meulenbergs. “Er loopt een analyse om het koninklijk besluit van 2003 te versterken. Dat gebeurt op basis van ‘best practices’ (bewezen effectieve werkwijzen) en op basis van de arresten van de Raad van State over het onderwerp.”
Pas na publicatie van een koninklijk besluit wordt de benoemingsprocedure opnieuw opgestart, stelt Meulenbergs. Een nieuwe raad van het BIPT moet normaal op 23 november in functie treden. De wet van 17 januari 2003 bepaalt echter dat de leden van de raad van het BIPT aanblijven zolang niet in hun opvolging is voorzien. Een echte deadline is er dus niet.
In 2009 mocht de uittredende raad acht maanden langer aanblijven omdat de regering het niet eens raakte over de nieuwe samenstelling. Vooral de PS kon het niet verkroppen dat ‘haar’ kandidaat niet werd benoemd. Om de zaak vlot te trekken, kregen twee oud-raadsleden toen een ‘tijdelijke’ bijzondere opdracht bij het BIPT. Hun salaris werd op 16 november 2009 zelfs in een afzonderlijk KB vastgelegd. Dat belette hen niet om begin 2013 de benoeming van hun opvolgers door de Raad van State te laten vernietigen.
B.L.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier