Gratis roaming ten vroegste eind 2016
De Europese Raad van telecomministers over roaming en netneutraliteit eindigde zonder beslissingen. Daarmee blijft het besluit van het Europees Parlement om vanaf 15 december 2015 ‘gratis’ te roamen binnen de EU dode letter. Het Italiaanse ontwerpbesluit stelde eind 2016 voor.
Na de Europese Raad van ministers had Italiaans staatssecretaris Antonello Giacomelli het over een “intensieve dialoog” en “zeer eerlijke commentaren”. Dat is diplomees voor onoverbrugbare meningsverschillen. Giacomelli verzuchtte dat de Raad, die al drie jaar met het dossier bezig is, toch niet in de ontwerpfase kon blijven steken. Het Letse voorzitterschap maakt zich nu klaar om het dossier van de Italianen over te nemen, niet noodzakelijk vanaf dezelfde grondslag.
Het ultieme voorstel van het Italiaanse voorzitterschap voorzag in de invoering van roaming zonder meerkosten voor eindgebruikers op 15 december 2016. Zes maanden voordien zou de Europese Commissie voorstellen klaar moeten hebben over eventuele tariefbeperkingen op de groothandelsmarkt. Die zouden echter ten vroegste pas een jaar na de invoering van gratis roaming van kracht worden.
Dat liet de mogelijkheid van wurgprijzen wagenwijd open. Gastoperatoren zouden immers hun groothandelstarieven zelf kunnen bepalen, terwijl de tarieven die de thuisoperator aan zijn roamende klant aanrekende door de regulering beperkt zouden zijn.
Onder meer België, Zweden, Nederland en Estland verzetten zich tegen deze constructie. Heel wat landen vreesden voor effecten op de binnenlandse tarieven. De regeling zou immers kunnen betekenen dat begoede toeristen goedkoper kunnen bellen in het buitenland, terwijl hun niet-zo-mobiele medeburgers in eigen land méér moeten betalen voor hun telefoontje naar de dokter.
“Het is belangrijk dat de wholesaletarieven – de tarieven die operators onderling aan elkaar aanrekenen – herzien worden. Dat moet vermijden dat de nationale tarieven stijgen en dat er wurgprijzen ontstaan die kleine operatoren of virtuele operatoren, die geen eigen netwerk hebben, uit de markt duwen. Dat zou de concurrentie verlagen”, laat de woordvoerder van telecomminister De Croo weten. De Croo zelf was niet op de vergadering van de Europese Raad omdat hij de Belgische ministerraad bijwoonde.
Een heel andere klok luidde Kroatië. Dat land vreest dat zijn operatoren, die moeten investeren voor een toevloed aan toeristen, daar niet passend zullen worden voor beloond. Het illustreert een noord-zuid scheiding in dit debat. De operatoren uit Zuid-Europa halen veel inkomsten uit de roaming van toeristen uit het noorden.
Met zoveel strijd was er een logische consensus over uitstel tot de Europese conferentie van regulatoren Berec in december een studie uitbrengt over de impact van ‘roam like at home’ (RLAH).
Netneutraliteit
Het andere heikele onderwerp was netneutraliteit. Dat is het idee dat operatoren voldoende capaciteit moeten voorzien en de internettrafiek niet mogen manipuleren. Dat moet voorkomen dat zij hun eigen diensten voortrekken ten koste van andermans producten. Het Europees Parlement had daarover in april een duidelijke regeling vastgelegd. Speciale diensten, bijvoorbeeld met een gewaarborgde kwaliteit, mochten niet het label ‘internet’ dragen.
Het Italiaanse voorzitterschap gooide die benadering overboord en wou hooguit nog een verwijzing naar een “doelstelling” van netneutraliteit in de randcommentaar. Trafiekbeheer zou mogen als dat “transparant, niet-discriminerend en proportioneel, en niet anti-competitief” gebeurde, omwille van de “integriteit” van het netwerk of van “tijdelijke verzadigingsbeheersing” of “op vraag van de gebruiker”.
Onder meer Nederland steigerde over dat voorstel. Net als Polen wou Nederland ook een verbod op prijsdiscriminatie om op die manier te vermijden dat operatoren bepalen welke internetdiensten succesvol zijn en welke niet.
België staat in het Nederlandse kamp. “Wij willen duidelijke regels om het open en neutrale karakter van het internet te garanderen”, laat de woordvoerder van minister De Croo weten. Hij pleit ervoor om de concrete invulling van de algemene principes over te laten aan de toezichthouders en hun koepel Berec. “Dat garandeert werkbare regels en voldoende soepelheid bij toekomstige evoluties en innovaties”, klinkt het. De toezichthouders, waaronder het Belgische BIPT, moeten de nodige armslag krijgen om te controleren of de operatoren de principes van netneutraliteit respecteren en of zij de consument voldoende informeren over het beheer van hun dataverkeer.
Een consensus binnen de Raad is voorlopig niet in zicht, laat staan een begin van dialoog met het Parlement en de Commissie over de uiteindelijke regulering.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier