Drones komen traag van de grond

© KU Leuven/GF
Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Drones hebben een wild succes bij de amateurs, maar bedrijfsmatig blijven ze een kasplantje. De strenge regulering helpt sommige ondernemingen, maar beknot andere.

Vier toonde vorige week een topdokter die zich tijdens het fietsen liet filmen door zijn DJI Mavic-drone. Kanaal Z liet zien hoe knap drones zijn om schade op te meten. De topdokter was flagrant in overtreding met de wet. De verzekeringsexpert weigerde ons te vertellen of hij het vereiste pilotenbrevet had. Het toont de kloof tussen de regels en de praktijk. Volgens de marktonderzoeker GfK zijn in België vorig jaar 56.800 drones verkocht. Goldman Sachs verwacht dat in 2020 wereldwijd zelfs 7,8 miljoen stuks van de hand gaan, of 17 keer meer dan in 2014.

Cijfers van het Directoraat-Generaal Luchtvaart (DGLV) tonen een heel ander verhaal. Tot 20 april waren in België slechts 287 dronepilootlicenties uitgereikt, waarvan slechts 118 in de hoogste klasse. Veertig dossiers, alle klassen door elkaar, zaten nog in de pijplijn. Nochtans is zo’n licentie verplicht voor veel toepassingen volgens het strenge Belgische koninklijk besluit over onbemande luchtvaartuigen – unmanned aireal vehicles (UAV) of unmanned aircraft systems (UAS). Zonder licentie kunnen dronevluchten in België enkel – excuus voor de opsomming – met toestellen van minder dan 1 kilogram, tot op een hoogte van 10 meter, binnen gezichtsbereik, louter boven privéterreinen met toestemming van de eigenaar, voor recreatief gebruik en ook nog op voorwaarde dat je een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid hebt, niet bij de buren filmt, niet over personen vliegt en minstens 50 meter van gebouwen blijft. Voor al de rest is een pilotenbrevet nodig.

Wij zijn het enige land in de wereld waar de overheid zelf de licentie van de dronepiloten uitreikt

Dan nog is de maximale vlieghoogte overal 91 meter (300 voet), moet de drone binnen het gezichtsveld zijn (nachtvluchten zijn niet toegestaan) en is er een lange lijst van plaatsen waar drones niet mogen vliegen, zoals over gecontroleerde zones (control traffic region, CTR), in de buurt van luchthavens of boven gevangenissen, kerncentrales, olie-installaties en andere gevoelige industriële vestigingen. Uber, Amazon en andere bedrijven die plannen hebben voor onbemande goederen- en personentransporten hoeven niet aan te kloppen in België. Uitzonderingen moeten tegen betaling worden aangevraagd. Alle vluchten waarvoor een licentie nodig is, moeten via e-mail bij de Dienst voor de Luchtvaart worden gemeld.

Wereldwijd strenger

Die restricties zijn een zegen voor sommigen. Opleiding, hoe kleinschalig ook, is een snel groeiende activiteit in de Belgische dronesector. Noordzee Drones in Koksijde heeft nu bijna twintig medewerkers, volgens zaakvoerder Elwin Van Herck, die ook ondervoorzitter is van BeUAS, de belangenvereniging van professionele droneoperatoren. Buiten de strikte vliegopleiding organiseert Noordzee Drones speciale modules voor film, photogrammetrie (opmetingen en volumeberekening; zes op de tien cursisten zijn landmeter) en landbouw. In Deurne breidt de pilotenschool Ben-Air Flight Academy (BAFA) zich uit naar drones, in een samenwerking met Syntra, de instelling voor volwassenenonderwijs. In Wallonië leidt Espace D (Espace-Drone) van Renaud Fraiture de opleidingsmarkt. De tarieven voor een klasse 1-opleiding liggen rond 2100 à 2400 euro, maar kunnen via de kmo-portefeuille op subsidies rekenen.

BeUAS onderhandelt met enig succes over een vermindering van de administratieve rompslomp rond dronevluchten. Gemeenten moeten daar in de toekomst bijvoorbeeld niet langer toestemming voor geven. Maar een drastische versoepeling hoeft de dronebezitter niet te verwachten. Wereldwijd is de trend naar verstrenging. “Veiligheid is een van de grootste uitdagingen voor de komende jaren”, bevestigt Jan De Schepper, de voorzitter van het innovatienetwerk ADM. Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) wil de Europese regelgeving via een verordening harmoniseren. “Een jaar geleden wilden ze vooral niet te veel regels. In hun jongste voorstel zie je dat ze helemaal zijn gedraaid”, zegt Van Herck.

Ondertussen beschermt de nationale reglementering wel de Belgische piloten. Van Herck: “Je moet een examen afleggen in België, eer je hier als piloot kunt starten. Wij zijn zelfs het enige land ter wereld waar de overheid zelf de licentie van de dronepiloten uitreikt.”

Oase in Brustem

Wie hardware of toepassingen voor drones ontwikkelt, heeft het daardoor niet gemakkelijk. Dat maakt het DronePort-project op Limburg Regional Airport in Brustem zo aantrekkelijk.

“We hebben een goedgekeurd luchtruim voor multicopters en andere UAV’s. Er is onder meer een gebied van ongeveer 12 bij 7 kilometer”, zet manager Peter Dedrij van Droneport de voordelen op een rij. “Het ruimtelijk uitvoeringsplan voor een luchtvaartgebonden industriezone is goedgekeurd. Droneport (LRM en de Stad Sint-Truiden) zijn de gronden aan het verwerven. De plannen voor het eerste gebouw zijn af. Na de zomervakantie willen we bouwen.” Al vijftien technologiebedrijfjes en dienstverleners, waaronder een juristenkantoor, hebben een intentiebrief getekend voor een stek in de nieuwe incubator. En er wordt ook echt gevlogen. “Vijf dagen per week”, glundert Dedrij. Hoe groot zijn budget precies is, wil hij pas na de aanbesteding van de incubator kwijt.

“Voor veel toepassingen heb je die ruimtes nodig. Je kunt daar tot op 500 meter hoogte testen. Anderen moeten zich behelpen met gebiedjes voor modelvliegtuigen”, zegt Mark Vanlook, de voorzitter van EUKA, de vzw die vorig jaar als innovatieve cluster van de drone-industrie is erkend en nu voor de helft door Vlaanderen wordt gesubsidieerd. De andere helft van zijn budget van 150.000 euro komt van bedrijven als Willemen, Cegeka, Tobania en Essers. Een demonstratie van drone- toepassingen in de bouwsector haalde tweehonderd bedrijven naar Droneport. Elia, Fluxys, L’Hoist, de NMBS, Schaarbeek, de Antwerpse haven en de entertainmentindustrie gebruiken drones of doen er testen mee, stelt de technologiefederatie Agoria. Vanlook: “Applicaties waarvoor een piloot nodig is, komen op gang. Autonoom vliegen is iets voor de lange termijn. Dat kan niet onder de Europese wetgeving.”

Uitzonderingen doen vooruitgaan

In die context is Droneport de couveuse waarin prille, ambitieuze starters aan kracht kunnen winnen. In de Robotics Research-groep van de KU Leuven werkt dr. Bart Theys met een team van drie aan CargoCopter, een project voor snelle transportdrones die met 3D-printers op maat worden gemaakt. “De huidige wetgeving verbiedt vervoer, maar er kunnen wel uitzonderingen worden gemaakt, bijvoorbeeld voor transport tussen vaste punten. We moeten dan wel grondig de veiligheid van het systeem aantonen. Dat kan als er geen ernstige problemen zijn geweest met een pilootproject dat enkele maanden heeft gedraaid. Dat kunnen we binnenkort uitproberen op testsites zoals Droneport”, zegt Theys.

Hij ziet ook toepassingen in noodsituaties, zoals het vervoer van medisch materiaal of brandbestrijding. “Als de brandweer of de politie ermee vliegt in een noodsituatie, kan de drone als staatsvoertuig worden beschouwd en valt hij buiten de dronewetgeving voor commerciële toepassingen.” Dat laatste is een spoor dat ook Nightingale Intelligent Systems interesseert, een Droneport-optant en filiaal-in-wording van het Californische Nightingale Security, dat werkt aan automatische inspectierondes met drones.

DroneMatrix uit Hasselt vist in dezelfde vijver. Het test zijn autonome Yacob-drone-in-a-box met beveiligingsbedrijven als Seris, Securitas of G4S. “We doen dat semi-autonoom, met een operator die kan ingrijpen. Dan kan het wel”, preciseert Dimitri Marechal van DroneMatrix. DroneGrid uit Heverlee, amper een jaar oud, werkt als een Uber voor piloten van DJI-drones, de Chinese marktleider. Het wil de manier waarop drones industrieel worden gebruikt radicaal veranderen. De inspectie van zonneparken is zijn eerste toepassing. Een cloudplatform levert het vluchtpad en de instructies aan de piloot, die ze downloadt naar zijn drone en na de vlucht de verzamelde gegevens terugbezorgt. “Zonnepaneleninspectie vergt een investering van 14.000 à 15.000 euro van de dronepiloot”, schat Vishal Punamiya van DroneGrid, dat deze maand opnieuw deelneemt aan Drone Hero Europe, een wedstrijd van EUKA.

Volautomatische drone-inspectie wil DroneGrid in september uittesten bij een bekend ontginner van blauwe steen. Ideaal is de regelgeving niet, vindt Punamiya. “Voor wie met automatische systemen bezig is, moet de Belgische overheid een paar drastische beslissingen nemen. Polen, Groot-Brittannië en Frankrijk zijn ver vooruit op België.”

Regulering schept werk

De VITO-spin-off Unifly, in de buurt van de pilotenschool BAFA op de Luchthavenlei in Deurne, kreeg in november 4,12 miljoen euro extra kapitaal van het ambitieuze Japanse Terra Drone, een specialist in opmetingen met drones. Daarmee verwierf Terra 24,8 procent van de aandelen en waardeerde het Unifly met zijn 15 medewerkers tegen 11,7 miljoen euro, pre-money. Ook QBIC Arkiv en PMV zitten in het kapitaal. Unifly ontwikkelt aan de ene kant software die luchtvaartautoriteiten helpt het droneverkeer in zijn beheer te integreren en aan de andere kant toepassingen voor gebruikers.

De grootste klanten zijn volgens commercieel directeur Jean-Pierre De Muyt de Deense luchtruimbeheerder Naviair en zijn Duitse collega Deutsche Flugsicherung (DFS). “Zij zien drones als een potentiële inkomstenstroom”, zegt De Muyt. De Antwerpenaren openden onlangs een filiaal in New York en werken er samen met de gebruikersorganisatie NUAIR, die testterreinen aan de Oostkust wil ontwikkelen. Een machtige bondgenoot van Unifly is het Franse Thales, dat zijn software inplugt in zijn aanbod voor luchtverkeerbeheer. De instap van Terra Drone opent de weg naar de Japanse markt.

Idronect in Gent, met drie founders, concentreert zich op professionele dronegebruikers. “Wij beantwoorden drie grote vragen: hoe vlieg ik veilig, hoe vlieg ik legaal en – voor de professionele piloten – hoe verdien ik geld?”, vertelt Tom Verbruggen, een van de oprichters van Aviatize, de vennootschap achter Idronect. De software helpt met de planning van de vluchten, het aanvragen van de toelatingen, de automatische logging – tot en met het bedrijfsbeheer. “Onze jongste toevoeging is het omzetten van vluchtscenario’s in offertes”, lacht Verbruggen.

Idronect kreeg vorig jaar een startersbeurs van imec/iMinds, won de Drone Hero Award voor zijn internationale potentieel en is nu in Gent toegelaten tot de Watt Factory, een Europees acceleratorprogramma voor slimme mobiliteit. Een derde van de Belgische professionele piloten is klant, met bedrijven als Aeroplay Films, Videohouse of AeroVisuals. Het helpt dat de twee grootste pilotenscholen Idronect gebruiken in hun opleiding. “In onze versie 3.0 komen we met een nevenproduct, Dronigo, een platform waarin dronepiloten klanten kunnen vinden en omgekeerd”, verklapt Verbruggen. Aviatize bereidt zich voor om internationaal te gaan. “Dan zijn er wel partnerschappen en investeringen nodig”, weet Verbruggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content