Redactie Trends

De verzwegen dollarstrategie van de Fed

De voorbije maanden vloeide er veel inkt over het zeer expansieve beleid van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (Fed).

Onder de intellectuele impuls van Ben Bernanke, sinds begin 2006 voorzitter van de Fed, werden de beleidsrentevoeten tegen eind 2008 naar nagenoeg 0% gebracht. Bovendien lanceerde de Fed een omvangrijk programma van kwantitatieve versoepeling (quantitative easing, afgekort tot QE), namelijk het opblazen van de eigen balans om de liquiditeiten die beschikbaar zijn binnen het financieel-economische systeem verder te verhogen.

In een eerste fase ( QE1) pompte de Fed voor méér dan 1000 miljard dollar aan vers geld in de economie via de aankoop van staatsobligaties en waardepapier gebaseerd op Amerikaanse vastgoedhypotheken. In november 2010 besliste de Fed daar een tweede schijf van kwantitatieve versoepeling aan toe te voegen(QE2). Tegen midden 2011 zou de Fed nog eens 600 miljard dollar inbrengen via nieuwe aankopen van divers waardepapier op de markten. Dat programma loopt nu volop.

Bernanke en de Fed verdedigden die ingrepen altijd op basis van twee argumenten. Ten eerste moest QE2 dienen om de economische groei en vooral de magere jobcreatie verdere impulsen te geven, en ten tweede mocht de op de loer liggende deflatie geen kans krijgen. Meer en meer rijst echter de vraag of er zich achter het QE2-initiatief ook geen andere en onuitgesproken strategie schuilhield, namelijk die van bewuste afwaardering van de dollar. Zeg maar een derde pijler.

De grafiek toont aan dat de euro de voorbije dagen zijn hoogste peil bereikte tegenover de Amerikaanse dollar, namelijk 1,45 dollar voor 1 euro. Begin 2011 was dat nog 1,30 dollar voor 1 euro. De renteverhoging door de Europese Centrale Bank (ECB) droeg hier natuurlijk ook toe bij. De snelle en forse afwaardering van de dollar stimuleert de Amerikaanse export en werkt remmend op de import. Voor een economie waar de gezinnen veeleer blijven besparen en de overheid ook die richting uit moet, vormt een florerende export een belangrijke bron van economische groei en tewerkstelling.

De Fed noemde een lagere dollar nooit als een expliciete strategie van haar QE-beleid. Dat heeft alles te maken met enerzijds het feit dat het beheer van de wisselkoers van de dollar strikt genomen niet onder haar bevoegdheid valt (wel die van het ministerie van Financiën), en anderzijds met het feit dat een expliciete duiding van een strategie van muntafwaardering internationaal scherpe tegenreacties zou kunnen uitlokken. Die bedenkingen doen echter niets af van de realiteit van de afwaardering van de dollar en de gevolgen daarvan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content