‘We moeten stoppen met mobiliteit te subsidiëren’
Volgens milieueconoom Stef Proost (KU Leuven) moet de regering keuzes maken. Professor Proost pleit in Trends voor minder subsidies voor dure mobiliteit zoals openbaar vervoer en meer sturing van de verkeersstromen door middel van rekeningrijden.
Volgens Stef Proost zet rekeningrijden twee belangrijke mechanismen in gang: “Ten eerste coördineer je de vertrektijden zodat de capaciteit van de wegeninfrastructuur niet overschreden wordt en ten tweede zorg je dat diegene die de weg het meeste nodig hebben de capaciteit eerst mogen gebruiken. Dit zorgt voor tijdsbesparing en extra overheidsinkomsten terwijl de totale kosten niet stijgen.”
U bent geen grote voorstander van Oosterweel?
Stef Proost: “Neen. Dat geldt evengoed voor de verbreding van de Brusselse ring. Samen met mijn collega Bruno De Borger heb ik gezegd: denk toch eens ernstig na over alternatieven. Als je er nu serieus aan begint te werken, heb je over vijf jaar een goed bestudeerd systeem van rekeningrijden. Daarmee heb je de files onder controle, en kan je de noodzaak aan grote investeringen op zijn minst uitstellen.”
“Maar de beleidsvoerders hebben gezegd: we steken de spade nu in de grond, en binnen de vijf jaar staat dat hier allemaal. Dat was 2008, 2009. Nu is er een nieuwe studie. Ik ben benieuwd, maar volgens mij komt er voor 2025 niets van terecht. Dat betekent nog eens tien jaar files. En áls die brug of tunnel er dan komt, dan is die na vijf jaar weer verzadigd. Tussen Leuven en Brussel hebben ze ook een of twee rijstroken bijgelegd. Dat gaat twee jaar goed, en dan heb je weer dezelfde files.”
U wil Oosterweel uitstellen.
Stef Proost: “Ik vind niet dat alle alternatieven onderzocht zijn. De enige onderzochte alternatieven hebben altijd een brug of een tunnel, maar rekeningrijden zit er niet bij. Echt moedige politici, wat de meerderheid beweert te zijn, zouden nochtans daarvoor kiezen. Met rekeningrijden kan je Oosterweel voor een groot stuk uitstellen, en dus een groot deel van die 4,5 miljard euro besparen of ze elders gebruiken, voor scholenbouw, wegenonderhoud of de aanleg van intelligente wegen.”
De regeringen willen in 2016 toch al beginnen met een kilometerheffing voor vrachtwagens.
Stef Proost: “Dat is een maat voor niets. De vrachtwagens op onze wegen zijn goed voor 10, misschien 20 procent van het aantal voertuigkilometers. De rest zijn personenwagens. Door alleen de vrachtwagens zo’n heffing op te leggen, zal het vrachtvervoer op onze wegen misschien met 2 procent dalen, maar die capaciteit wordt direct ingepikt door de personenwagens. Ik begrijp de transporteurs: zij betalen extra en het effect op de mobiliteit zal praktisch nul zijn.”
Moeten we dan niet meer inzetten op openbaar vervoer?
Stef Proost: “Het is niet omdat je het autorijden duurder maakt, dat mensen meer gebruik maken van het openbaar vervoer. Stockholm heeft tien jaar geleden al rekeningrijden voor auto’s ingevoerd, waardoor er 20 procent minder auto’s rijden in de spits. Maar nog geen 5 procent van die 20 procent is overgestapt op openbaar vervoer, hoewel dat daar zeer goed is. Mensen werken meer thuis of op andere plaatsen, ze carpoolen, nemen de fiets enzovoort. De mensen voor wie het openbaar vervoer een comfortabel alternatief is, zitten al op de bus of metro.”
“Je moet dus niét beginnen met grote subsidies te geven aan openbaar vervoer omdat je rekeningrijden invoert. Trouwens: in Vlaanderen zijn we al kampioen. De inkomsten van De Lijn dekken amper 15 procent van de operationele kosten.”
“Ik zou zelfs nog verder gaan: als we auto’s de correcte prijs laten betalen, is het misschien wel het moment om ook voor het openbaar vervoer een aantal tarieven aan te passen. Dat is niet populair, maar economisch waarschijnlijk wel correct.”
Geen gratis openbaar vervoer meer?
Stef Proost: “Mensen zitten met vastgeroeste ideeën dat het openbaar vervoer goed, goedkoop en dé oplossing voor de files is. Dat punt zijn we voorbij. We kunnen niet overal goed openbaar vervoer aanbieden aan Jan en alleman, dat is onbetaalbaar.”
“De overheid moet keuzes maken en beslissen waar ze nog geld insteekt. Hoeveel mensen sporen dagelijks gratis in de spits van Oostende of Genk naar Brussel? NMBS-baas Jo Cornu heeft goed begrepen dat die spitscapaciteit heel duur is. Een treinticket tussen Oxford en Londen (ongeveer dezelfde afstand als Genk-Brussel) kost in de spits vijf keer meer dan in de daluren. Een jaarabonnement tussen die twee Engelse steden kost in de spits 7000 euro. Dat is fenomenaal veel, maar het doet wel nadenken over wat we moeten doen: het aantal treinstations verminderen, ook minder treinverbindingen, of ze vervangen door bussen.”
Duurdere auto’s, duurdere bussen en treinen. Alles moet duurder?
Stef Proost: “Waarom moeten wij belastinggeld geven aan iemand van Genk of Brugge die in Brussel komt werken? Als we de ruimtelijke ordening in dit land goed willen krijgen, moeten we mobiliteit minder subsidiëren. Daar moeten we mee stoppen. Als we dat doen, en fietsen kan veilig, dan zullen veel mensen de (elektrische) fiets nemen. We hebben in België vooral behoefte aan een duidelijk plan waar we naartoe willen met onze mobiliteit. Dat plan is er nog niet.”
Is er gebrek aan politieke moed om zo’n oplossingen in te voeren?
Stef Proost: “Politieke durf, maar ook kennis. In het Leuvense onderzoekscentrum L-Mob werken we goed samen met ingenieurs, geografen en ingenieur-architecten rond mobiliteit, infrastructuur en logistiek. Iedereen begint te beseffen dat we moeten nadenken over slimmere oplossingen.”
Kurt De Cat en Luc Huysmans
Lees het volledige interview met Stef Proost deze week in Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier