Inzetten op de afbouw van het overheidsbeslag en het versterken van de internationale concurrentiepositie zijn de beste recepten om de Belgische welvaart op lange termijn veilig te stellen. Dat is de centrale stelling van de recentste Vives-studie.
In “Het effect van de overheidsuitgaven op het bbp in België: multiplicator-effect versus crowding-out” wijzen Bas Van Aarle en Joep Konings nogmaals op de hoge overheidsschuld (100% van het bbp) en het overheidsbeslag van bijna 55 procent.
Om de komende jaren aan de Europese begrotingsnormen te kunnen voldoen en tegen 2015 een begroting in evenwicht te hebben moeten de overheidsuitgaven omlaag. De auteurs vegen de stelling van tafel dat het beperken van de uitgaven in een fragiele economie een nefaste keuze is: “In een kleine, open economie zoals de Belgische zijn er ‘lekken’ naar het buitenland.
Hiermee wordt bedoeld dat wanneer de overheid de globale vraag tracht te stimuleren via een expansief fiscaal beleid ook de vraag naar buitenlandse producten op gang wordt getrokken. Hierdoor stijgt de invoer, wat goed is voor de buitenlandse productie, maar ten nadele van de binnenlandse productie en de handelsbalans.”
De auteurs wijzen ook op het gevaar van hogere belastingen. Die werken ontduikingsgedrag en een verslechtering van de concurrentiekracht door hogere kosten in de hand en hebben een remmende werking op investeringen, wat nefast is voor de economische groei. (AM)
