John Crombez (sp.a) verdedigt notionele-intrestaftrek

John Crombez © Belga

Sp.a-voorzitter Bruno Tobback wil de notionele-intrestaftrek afschaffen. Maar in Trends van deze week houdt John Crombez, fractieleider van de sp.a in het Vlaams Parlement, een pleidooi vóór de maatregel. “Ik weet dat ik als sociaaldemocraat een weinig populair standpunt inneem.”

De notionele-intrestaftrek is een fiscale stimulans voor de creatie van eigen vermogen. Op basis van een fictieve intrestvoet op het eigen vermogen, gekoppeld aan tienjarige staatsobligaties, krijgen ondernemingen een belastingaftrek.

De maatregel werd in 2006 ingevoerd door de regering-Verhofstadt II. Daarvan maakten ook de socialisten deel uit. Maar huidig sp.a-voorzitter Bruno Tobback wil de notionele-intrestaftrek nu afschaffen. Volgens Tobback is het systeem helemaal uit de hand gelopen, en verworden tot een belastingasiel voor grote bedrijven. De afschaffing zou de staatskas 1 miljard euro opleveren.

Merkwaardig genoeg pleitte de sp.a in haar verkiezingsprogramma van mei niet voor de afschaffing. Bovendien houdt de fractieleider in het Vlaams Parlement en tevens kandidaat-partijvoorzitter, John Crombez deze week in Trends een vurig pleidooi voor het behoud van de notionele-intrestaftrek. Hij deed zijn uitspraken tijdens een ronde tafel die Trends organiseerde met enkele eminente fiscalisten.

John Crombez: “De notionele-intrestaftrek is een fiscale stimulans voor de creatie van eigen vermogen. Dat heb ik altijd een heel verstandig uitgangspunt gevonden. Het heeft tijdens de crisis een aantal bedrijven gered, omdat het schuldfinanciering afremde. Ik weet dat ik hier als sociaaldemocraat een weinig populair standpunt inneem, want het grote publiek wil die aftrek het liefste afschaffen. Maar ik kan dat economisch niet verantwoorden. Ik ben voor gezonde bedrijven en de versteviging van het eigen vermogen.”

Luc De Broe: “De universiteit van Stanford heeft op eigen initiatief een studie gemaakt over onze notionele-intrestaftrek. Het stelsel verbeterde de kapitaalstructuur van grote ondernemingen met 17 procent.”

Maar de aftrek is gekoppeld aan de rente op Belgische overheidsobligaties. De aftrek zakt, nu de reële intrestvoeten zakken…

Luc De Broe: “Daarom moet je het stelsel nog niet afschaffen. Over vier jaar is de rente misschien fors gestegen en zijn we blij dat de bedrijven er nog altijd op kunnen rekenen.”

Piet Vandendriessche: “De notionele-intrestaftrek is ook ingevoerd als oplossing voor de coördinatiecentra. We hebben een deel van die coördinatiecentra – die we nu interne banken noemen – in België kunnen houden. Die interne banken hebben dankzij de notionele-intrestaftrek in 2011 zo’n 414 miljoen euro bijgedragen aan de Belgische schatkist. Het gaat niet om de kostprijs van de maatregel. Het gaat om de inkomsten hebben of niet hebben. Zonder notionele-intrestaftrek zouden die activiteiten in het buitenland zitten. In 2008 hebben bedrijven voor 12,7 miljard euro notionele interest geclaimd. In 2012 was dat bedrag verhoogd tot 21,9 miljard euro. Van dat laatste cijfer was 16,7 miljard euro voor grote bedrijven, en 5,2 miljard euro voor kmo’s.”

Luc De Broe: “Dat is dus opvallend: het zijn dus uiteraard vooral de grote ondernemingen die ervan geprofiteerd hebben. Maar kmo’s zijn goed voor bijna een kwart van die notionele-intrestaftrek, terwijl ze slechts een tiende bijdragen aan de belastinginkomsten.”

John Crombez: “In de beginjaren was dat anders. De kmo’s hebben pas nu de weg gevonden naar de notionele-intrestaftrek. Het verrast me dat onze minister van Buitenlandse Zaken, Didier Reynders (MR), vandaag pleit voor de afschaffing van het systeem.”

En toch is er ook wel iets mis aan de notionele-intrestaftrek: het gebrek aan substantie.

John Crombez: “Met andere woorden: er moet reële activiteit zijn vooraleer je het eigen vermogen kan inschrijven om de aftrek te krijgen. De sp.a eiste indertijd dat er substantie zou zijn. Er is dan een nieuwe regering gekomen zonder ons en die substantie heeft de uiteindelijke wetteksten nooit gehaald. En dat is waarom de aftrek – terecht – zo onpopulair is bij het grote publiek.”

Luc De Broe: “Die substantievereiste stond uiteraard haaks op het redden van die coördinatiecentra. Daarvoor is de notionele interestaftrek ook ingevoerd. Bovendien was de notionele interestaftrek van toepassing op het volledige eigen vermogen, dus zowel op het reeds bestaande, als wat nadien nog werd opgebouwd. De Italianen hebben dat anders gedaan. Zij hebben in 2010 het stelsel ingevoerd, maar enkel voor alles wat vanaf dan aan het eigen vermogen werd toegevoegd.”

De Europese Commissie startte deze week een grondig onderzoek naar het Belgisch rulingsysteem. Straks dus ook naar de notionele interestaftrek?

Luc De Broe:. Zowel Pascal Saint-Amans, de topman bij OESO rond fiscaliteit, en Philip Kermode, directeur fiscaal beleid en samenwerking bij de Europese Commissie, werden vorig jaar in het federaal parlement ondervraagd. Ze hebben allebei gezegd dat ze grondig naar de notionele interestaftrek hadden gekeken. Ze hadden niets verkeerd gevonden. Er was dus ook niets mis met het gebrek aan substantie bij de financiële vennootschappen, dus de interne banken van bedrijven”.

Hans Brockmans, Ilse De Witte, Wolfgang Riepl

Rond de tafel

John Crombez. Fractieleider voor sp.a in het Vlaams Parlement, sinds september 2014. Voordien staatssecretaris voor Fraudebestrijding (2010-2014).

Luc De Broe. Hoogleraar fiscaal recht aan KU Leuven en vennoot bij het advocatenkantoor Laga. Topfuncties bij International Fiscal Association, een onafhankelijk orgaan dat onder meer OESO en VN adviseert.

Piet Vandendriessche. Vennoot en gedelegeerd bestuurder Deloitte, afdeling fiscaliteit en juridische zaken voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Lid van het Belgische directiecomité van Deloitte. Lid van de btw-expertscommissie bij de Europese Commissie. Praktijklector KU Leuven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content