Hoe superrijken onder Obama minder belastingen betaalden

De pro-Democratische miljardair George Soros © REUTERS
Rudi Rotthier Knack-correspondent in de Verenigde Staten

Amerikaanse superrijken, die tegelijk ook geldschieters zijn voor politici in de twee grote partijen, hebben onder president Obama, hoewel er geen belastingverlaging is doorgevoerd, toch minder belastingen betaald. Ze vonden nieuwe manieren om belastingen te ontwijken.

Dat beschrijft The New York Times in een speciale reportage.

In de huidige presidentscampagne is de toegenomen ongelijkheid in de VS, zeker aan Democratische kant, een thema. Maar de Democratische president Barack Obama heeft de trend naar grotere ongelijkheid niet kunnen stoppen.

“De ongelijkheid”, schrijft de Times, “zit op het hoogte niveau in bijna een eeuw”.

De superrijken, die onder Obama, in tegenstelling tot ten tijde van George W. Bush, geen belastingvermindering kregen en in zijn tweede termijn een belastingverhoging, betalen wel beduidend minder onder Obama omdat ze gebruik maken van nieuw ontdekte achterpoorten in de wetgeving.

Volgens de Times betaalden de 400 topverdieners in 1993, toen Bill Clinton president werd, bijna 27 procent van hun inkomen aan nationale belastingen. Tegen 2012, toen Obama herverkozen werd, was dat gezakt tot bijna 17 procent. Zo betalen die topverdieners, die vaak aan het hoofd staan van investeringsfondsen, bijna hetzelfde belastingpercentage als wat mensen betalen die 100.000 dollar per jaar verdienen. Die 400 superrijken verdienden in 2012 gemiddeld 336 miljoen dollar, ruim 300 miljoen euro.

De rijksten betalen minder

in 2009, bij het begin van de eerste ambtstermijn van Obama, betaalde het rijkste duizendste van de bevolking 20,9 procent inkomensbelasting, wat in de loop van die ambtstermijn, terwijl de belastingregels niet veranderden, zakte naar 17,6 procent. De rest van het rijkste procent betaalde iets meer belastingen, van iets minder dan 24 procent naar iets meer dan 24 procent. Wat erop wijst dat je vanaf een bepaald inkomensniveau relatief minder belastingen betaalt.

De superrijken, die dikwijls politieke campagnes ondersteunen, hebben twee strategieën om hun belastingen laag te krijgen of laag te houden.

Men kan geld geven om een verlaging van de tarieven te verkrijgen. Alle Republikeinse presidentskandidaten stellen een verlaging van de belastingtarieven in het vooruitzicht, en een vermindering tot afschaffing van de erfenisbelasting. Ook vele Democraten laten hun campagnes ondersteunen door superrijken, die soms in principe voor hogere belastingen zijn (zoals belegger George Soros), maar die in de praktijk elk middel aanwenden om zo weinig mogelijk te betalen. Die donaties passen volgens de Times in een ingewikkeld web van lobbywerk, advocaten, fiscale specialisten dat ervoor moeten zorgen dat de achterpoorten openblijven, dat ze eventueel groter worden en dat er nieuwe achterpoorten worden gevonden.

Dat doen die rijken op dusdanig gesofistikeerde wijze dat de belastingdiensten geen partij voor hen zijn. Als de belastingdiensten een aftrekpost weigeren, kunnen ze zich aan een lange juridische betwisting verwachten.

Bermuda

Velen van de superrijken en de politieke donoren hebben constructies opgezet waarin Bermuda een rol speelt. Zo kan men geld onderbrengen in een herverzekeringsmaatschappij in Bermuda – een maatschappij die verzekeringen verzekert, en die vanuit Bermuda opnieuw, en tegen een lager belastingtarief, in de VS investeert.

Men kan via liefdadigheid werken, geld storten in een belastingvrij liefdadigheidsfonds, waarna dat geld geïnvesteerd kan worden, en zelfs overgeërfd – mits er ook aan enige liefdadigheid wordt gedaan. Of er wordt gewerkt met familiebureaus – waarbij er geen bedrijfsbelasting maar alleen personenbelasting wordt betaald – de laag gehouden wordt met aftrekposten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content